Nieuwsoverzicht

Promovendus Henk Jan Schuijt: operatie bij ouderen niet altijd vanzelfsprekend

'Ouderen moeten eerder nadenken over wensen in acute situaties'

Henk Jan Schuijt tijdens zijn promotie aan de Universiteit van Utrecht

Ouderen zouden moeten nadenken over hun levenseinde, lang voordat zij in spoedeisende situaties belanden. Daarbij moeten zij ook stil staan bij groot fysiek ongemak zoals botbreuken in de laatste fase van hun leven. Dat zeggen onderzoeker Henk Jan Schuijt en traumachirurg Detlef van der Velde. Schuijt promoveerde gisteren aan de universiteit van Utrecht op dit onderwerp.

In de Nederlandse zorg is nog altijd gangbaar dat oudere, veelal kwetsbare patiënten aan bijvoorbeeld een gebroken heup geopereerd worden. Een ingreep die gepaard gaat met een flinke belasting voor de patiënt, terwijl de uitkomsten lang niet altijd goed zijn. Schuijt bepleit dan ook dat veel meer rekening gehouden wordt met de wensen en perspectieven van de patiënt.

Palliatieve zorg

Palliatieve zorg in plaats van een operatie kan volgens hem voor sommige patiënten een betere uitkomst kan zijn. Schuijt: ,, Chirurgen moeten onderkennen dat geriatrische patiënten, en in het bijzonder kwetsbare patiënten, soms baat hebben bij palliatieve zorg in plaats van een chirurgische ingreep.” 
Gesprekken hierover met patiënt en familie moeten in spoedsituaties vaak onder tijdsdruk en in emotie gevoerd worden. Hij pleit er daarom voor dat ouderen hun visie op een dergelijke situatie kenbaar maken in een eerdere levensfase als geen sprake is van een acuut probleem.

Symptoom

Schuijt stelt bovendien dat bijvoorbeeld botbreuken niet de oorzaak, maar een symptoom van onderliggende problematiek zijn waarin meerder factoren een rol spelen. Valpreventie, maar ook het tegengaan van botontkalking op jongere leeftijd kan veel botbreuken op hoge leeftijd voorkomen. Operatief herstel van een botbreuk bij kwetsbare ouderen lost onderliggende problematiek vaak niet op, stelt hij vast. Een tragere loopsnelheid, verminderde spierkracht, dementie, slecht zien en algehele lichamelijke achteruitgang dragen allemaal bij aan een verhoogd risico op vallen en fracturen bij ouderen.

Vallen is de belangrijkste oorzaak van letsel en overlijden door ongevallen bij oudere patiënten. Eén op de drie volwassenen boven de 65 jaar valt minimaal eenmaal per jaar.
De veel voorkomende gebroken heup is voor veel ouderen levensbedreigend. De gemiddelde leeftijd van deze patiënten is 84 jaar, waarvan tweederde vrouw. Bij ruim twintig procent is sprake van een vorm van dementie. Één op de acht mensen met een gebroken heup overlijdt binnen maand na operatie, en ongeveer een op de drie binnen een jaar.

Delier

Wanneer mensen in een slechte gezondheid verkeren voor de val is de kans op overlijden nog veel hoger. Na een operatie voor een gebroken heup komt zestig procent in een verpleeghuis terecht. De nasleep van de operatie heeft grote invloed op hun kwaliteit van leven, onder meer door pijn, immobiliteit en risico op acute verwardheid door een delier. Bij niet opereren overlijden deze meest kwetsbare patiënten doorgaans binnen tien dagen. Een relatief korte periode, die met palliatieve zorg en effectieve pijnbestrijding voor sommigen een keuze kan zijn die beter aansluit bij hun behandelwensen.

Voor patiënten met een hoog risico op overlijden moet daarom de optie om niet te opereren worden besproken. Er moet een patiëntgericht behandelplan komen dat aansluit bij de behandeldoelen van de patiënt. Het zou daarom wenselijk zijn dat ouderen daar over nadenken, het liefst lang voordat zij in dergelijke situaties terecht komen. 


Meer weten

Lees meer over de zorg voor kwetsbare ouderen met een gebroken heup op Centrum voor Traumageriatrie.

Terug naar boven