Monocytenpopulaties in sarcoïdosepatiënten onder therapie
In 2020 gaat er een grote landelijke studie van start waarbij de behandelingen met prednison en methotrexaat met elkaar vergeleken gaan worden. Wij maken gebruik van die gelegenheid om de witte bloedcellen van het afweersysteem van iedereen die aan deze studie gaat deelnemen te onderzoeken.
Centrale vraag
In ons bloed zijn er verschillende soorten witte bloedcellen, ieder met hun eigen vorm en functie. De witte bloedcellen waar wij in geïnteresseerd zijn noemen we monocyten, deze cellen spelen een belangrijke rol in het ontstaan van granulomen. Er zijn drie verschillende soorten monocyten met ieder specifieke eigenschappen. In sarcoïdosepatiënten is de verdeling tussen de drie verschillende soorten monocyten anders dan bij gezonde personen. Wij verwachten dat er ook een verschil is in de verdeling van verschillende soorten monocyten tussen mensen waarbij een behandeling met methotrexaat of prednison wel effectief is of geen tot weinig effect heeft.
Onderzoeksteam
Drs. Montse Janssen Bonas | |
Dr. Marcel Veltkamp | |
Dr. Coline van Moorsel | |
Prof. Dr. Jan Grutters |
Ontvangen bijdrage van het Onderzoeksfonds:
- € 70.816
- Startdatum onderzoek: Januari 2020
- Looptijd: 5 jaar
Meer over dit onderzoek
Sarcoïdose
Sarcoïdose is een ingewikkelde en vervelende ziekte met nog onbekende oorzaak. Bij sarcoïdose hopen witte bloedcellen uit het afweersysteem zich op in ontstekingsreacties, die ontstekingsreacties noemen we granulomen. In granulomen is er een samenspel van verschillende factoren die ervoor zorgen dat cellen van het afweersysteem elkaar stimuleren om ontstekingssignalen af te geven en zo de ontstekingsreactie in stand te houden. De aanleiding voor het ontstaan van deze granulomen is nog niet bekend maar wel weten we veel over de cellen uit het afweersysteem die hier een rol in spelen.
Wat sarcoïdose zo’n ingewikkelde ziekte maakt is dat deze granulomen op iedere plek in het lichaam gevonden kunnen worden. In welke organen de granulomen aanwezig zijn, de hoeveelheid granulomen en het ziekteverloop is bij iedere sarcoïdosepatiënt anders. Naast de klachten op de plek van de granulomen ervaren sarcoïdosepatiënten vaak ook vervelende algemene klachten als hoofdpijn, koorts, vermoeidheid, spierpijn en concentratieproblemen. Er is geen specifieke test voor sarcoïdose en de ziekte geeft vooral veel lastige niet specifieke klachten. Dat maakt het erg lastig is om de diagnose sarcoïdose te stellen, er kunnen wel jaren overheen gaan.
Behalve dat de diagnose van sarcoïdose erg lastig is, zorgt de enorme variatie tussen sarcoïdosepatiënten er ook voor dat er geen eenduidige behandeling is voor sarcoïdose. De behandeling bestaat voornamelijk uit het remmen van de activiteit van het afweersysteem. Heel simpel gezegd, met het afnemen van de activiteit van het afweersysteem neemt ook de activiteit in granulomen af en kunnen de klachten van patiënten verminderen of zelfs verdwijnen.
Er zijn verschillende medicijnen waarmee de activiteit van het afweersysteem geremd kan worden. De twee meest gebruikte medicijnen bij sarcoïdose zijn prednison en methotrexaat. Helaas werken deze medicijnen niet bij iedereen en geven ze ook vervelende bijwerkingen. Er wordt daarom druk gezocht naar manieren om te onderzoeken waarom de behandeling niet bij iedereen werkt en hoe we daar voordat iemand met zijn of haar behandeling begint al achter kunnen komen. Het doel van dit onderzoek is dan ook om hier een bijdrage aan te kunnen leveren.