MRI

• De ingevulde vragenlijst MRI 
  • Heeft u één van de vragen van de vragenlijst met JA beantwoord? Neem dan contact op met de afdeling Radiologie. Het kan zijn dat het onderzoek niet kan doorgaan.
• Uw zorgverzekeringspas
• Een verwijzing van uw huisarts of specialist indien deze niet digitaal verstuurd is.

• Heeft u een pacemaker of andere elektronische hulpmiddelen? Neem dat contact op met uw behandelend arts of u een MRI/MRA-onderzoek kunt ondergaan. 
• Heeft u last van claustrofobie? Meld dit dan ruim vóór het onderzoek bij uw behandelend arts. Uw behandelend arts kan een kalmerend middel voorschrijven. 
• Indien uw gewicht boven de 120 kg is, graag contact opnemen met de afdeling Radiologie.

Voor dit onderzoek mag u gewoon eten en drinken.

Als u voor een MRI-onderzoek komt, zorg er dan voor dat u comfortabel gekleed bent. Onderstaande kledingstukken en/of accessoires mogen NIET in de MRI:

• Kleding met metalen knopen of ritsen.
• Sieraden. Trouwringen kunnen om blijven. 
• Haarspelden, hairextensions met clip of metalen draad.   
• Make-up op uw gezicht als u voor een scan van het hoofd komt. 
• Medicatie pleisters. 

Persoonlijke voorwerpen laat u achter in onze afsluitbare kleedkamer. Denk hierbij aan: bankpas, horloge, sleutels, munten, aansteker, sieraden, gehoorapparaten, gebitsprothese, telefoon, mechanische en/of elektrische voorwerpen.

Mocht u uw afspraak willen verzetten of afzeggen, geef dit dan zo snel mogelijk aan ons door; uiterlijk 24 uur van tevoren. Er kan dan iemand anders in uw plaats worden geholpen.

Bent u zwanger? Geef dit dan aan bij uw behandeld arts. Er is nog niet aangetoond dat een MRI-onderzoek schadelijk is voor het ongeboren kind. Toch wordt het onderzoek liever niet in de eerste 16 weken van de zwangerschap uitgevoerd. 

Contrast dat u krijgt toegediend voor een MRI-onderzoek wordt voor minder dan 1% uitgescheiden in de moedermelk. Contrast lijkt geen schadelijke gevolgen te hebben voor baby’s die borstvoeding krijgen. Wilt u niet dat uw baby deze minimale hoeveelheid contrast binnenkrijgt, dan kunt u de borstvoeding tot 24 uur na het onderzoek afkolven en weggooien.

Voor het onderzoek kan beginnen controleert de laborant samen met u de ingevulde vragenlijst. De laborant controleert ook of er geen metalen voorwerpen in uw kleding zitten. Alle kleding waar iets van metaal in zit moet uit en achterblijven in het kleedhokje. 

Plaatsing lichaamsdeel

Tijdens het onderzoek ligt het lichaamsdeel, waar de scan van gemaakt wordt, in het midden van de MRI. Voorbeeld: als u voor uw voet komt, dan ligt uw voet in het midden van de MRI en kan het zo zijn dat uw hoofd er nog buiten ligt. Dit is afhankelijk van uw lengte. Komt u echter voor uw hoofd, dan ligt uw hoofd in het midden van de MRI. De tunnel van de MRI is aan het hoofd- en voeteneinde open. 

Het lichaamsdeel dat gescand wordt, moet worden ingepakt met zendapparatuur (transmit coil). Voor een scan van uw hoofd komt er een kap over uw hoofd. Op deze kap zit een spiegel waarmee u de tunnel uit kunt kijken. 

Geluid en muziek

De MRI maakt tijdens het scannen een regelmatig, hard kloppend geluid. U krijgt oordopjes en een koptelefoon om uw gehoor te beschermen. Met behulp van de koptelefoon is het mogelijk om muziek te luisteren via radio of een CD. U kunt een eigen CD meenemen. Geef deze voor het onderzoek aan de laborant. 

Contact met laborant

De laborant is tijdens het onderzoek buiten de MRI-ruimte, maar kan u wel zien. U heeft contact met de laborant via een microfoon. In geval van nood kunt u via een bel de laborant waarschuwen. Het is mogelijk dat u instructies krijgt via de intercom tijdens het onderzoek. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen.  

De duur van het onderzoek varieert van 15 tot 45 minuten. 

Soms maken we opnames met behulp van contrastvloeistof. Deze vloeistof zorgt ervoor dat uw organen of bloedvaten beter zichtbaar zijn. In dat geval brengen we van tevoren een infuus in, zodat we tijdens het onderzoek contrastvloeistof kunnen toedienen.

MRI-contrastmiddel bevat geen jodium, zoals bij CT contrastvloeistof wel het geval is. Bijwerkingen zijn zeldzaam en kunnen bestaan uit darmkrampen, misselijkheid en braken. Het wel of niet toedienen van de contrastvloeistof bepaalt de radioloog, niet uw behandelend arts.

Na het onderzoek mag u zelf naar huis rijden, tenzij u een kalmerend middel heeft gekregen. 

De uitslag van het onderzoek krijgt u via uw behandelend arts. Als u nog geen afspraak heeft met uw behandelend arts, neemt u dan zelf contact op met de poli van uw behandelend arts. 

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, stel ze dan gerust.