Informatie voor naasten
Advies voor de naasten van mensen met overeetstoornisen.
Hoe help je iemand met overeetproblemen?
Deelnemers aan het behandelprogramma voor overeetstoornissen zijn vaak in een negatieve spiraal terechtgekomen, waar ze zonder hulp moeilijk weer uit komen. Ons behandelprogramma is erop gericht hen hierbij te helpen. Ook de hulp en betrokkenheid van naasten kan hierbij een belangrijke rol spelen. Onderstaand advies is daarom bedoeld voor alle mensen die een belangrijke rol spelen in het dagelijks leven van deelnemers aan het programma overeetstoornissen.
Het belang van regelmatig eten
Het gevoel van honger en verzadiging is bij mensen met een eetprobleem verstoord geraakt. De behoefte om te eten komt niet meer overeen met de behoefte van het lichaam aan voedsel. Om weer te wennen aan een normaal eetpatroon, eten de deelnemers volgens een schema. Het is belangrijk dat de deelnemers zich zoveel mogelijk aan het schema houden, ook als ze de behoefte hebben om meer te eten, maar ook als ze de behoefte hebben om juist minder te eten.
Lijnen gaat niet samen met het weer leren om regelmatig te eten. Door te lijnen blijft het gevoel van honger en verzadiging verstoord, blijft de obsessie met gewicht en uiterlijk, en blijft het eten een probleem. Afvallen is dus (zeker in het begin van het programma) geen doelstelling. Wel is het vaak een prettige bijkomstigheid van een normaal en regelmatig eetpatroon.
Het belang van lichaamsbeweging
Het gevolg van overgewicht is dat iemand minder gaat bewegen. Ten eerste komt dit doordat het bewegen moeite kost en soms ook pijnlijk is. Ten tweede, omdat iemand zich schaamt en zich niet graag laat zien in de sportclub, het zwembad etc. Uit onzekerheid of somberheid kan iemand ook verjaardagen, bioscoopbezoek of andere uitjes vermijden. Hierdoor is diegene in het geheel minder in beweging. Het hebben van voldoende en regelmatige lichaamsbeweging is een belangrijk onderdeel om de cirkel van een eetstoornis te doorbreken. Uiteraard is een uur per week sporten bij het St. Antonius Ziekenhuis niet voldoende. Vooral thuis, in het dagelijks leven zullen onze deelnemers meer moeten gaan bewegen.
Het is belangrijk dat u achter de doelstellingen van het eetstoornissenprogramma staat
U kunt uw partner/familielid het beste steunen als u er ook zelf van overtuigd bent dat regelmatig bewegen en regelmatig eten (met tussendoortjes, met af en toe iets lekkers en zonder nadruk op afvallen) essentieel is voor het overwinnen van een eetstoornis. Als u twijfelt of het programma wel geschikt is voor uw partner/familielid vragen wij u dit met ons te bespreken.
Wat kunt u doen?
Regelmatig eten en bewegen lukt het beste als de gezinsleden dit ook doen. U kunt uw partner dus steunen door zelf ook zo veel mogelijk regelmatig te eten en te bewegen. Met andere woorden: door zelf het 'goede voorbeeld te geven'. Dus geen maaltijden overslaan, samen ontbijten enzovoorts.
Om het bewegen te stimuleren kunt u samen erop uit, wandelen, fietsen etc. Daarbij geldt dat het beter is om vaker een korte periode actief te zijn, dan één lange periode. Om conditie op te bouwen, is het belangrijk om kleine stapjes te nemen. Neem je een te grote stap, dan moet je daarvan te lang herstellen waardoor het effect verloren gaat. Bovendien zijn kleine stapjes veel bemoedigender en raakt iemand niet zo snel teleurgesteld. Ga niet voor de ander bewegen om de ander te ontlasten, bijvoorbeeld door dingen voor de ander te halen. Zeker niet als de ander daar niet om vraagt. Verder kunt u natuurlijk steunen met complimentje en aanmoedigingen, door leuke activiteiten te plannen en af en toe een brede schouder om uit te huilen.
Hoe kunt u het beste reageren op 'probleemgedrag'?
Onder probleemgedrag verstaan we: teveel of te weinig eten, eetbuien, terugvallen op 'veilige producten', regelmatig op de weegschaal staan, lijnen, zich terugtrekken, sporten overslaan, de moed opgeven etc. Het beste kunt u op dit gedrag niet te veel ingaan. Zeg dat het onverstandig is en raad haar/hem aan om de moeilijkheden in de eetgroep te bespreken. Daar is de groep voor. Schrik niet als het af en toe een keertje mis gaat. Het hoort erbij. Blijf aanmoedigen; het is belangrijk dat ú niet de moed verliest.
U kunt uw partner/vriendin/vriend ook vragen wat de aanleiding is geweest voor de terugval. Vaak spelen er toch ongewenste emoties een rol die hebben geleid tot het eten. Maar ga niet te veel 'trekken' of 'wroeten', het is de verantwoordelijkheid van de deelnemers zelf om te vertellen wat er aan de hand is.
Samenvatting
Kortom, u kunt 'gezond gedrag' stimuleren, bemoedigen en belonen en 'probleemgedrag” niet teveel aandacht 'geven.
Meer tips
- Probeer iemand niet te dwingen tot een ander eetpatroon. Dit vergroot het schuldgevoel en kan leiden tot stiekem eten of conflicten. Met andere woorden: speel geen politie-agent.
- Verwacht geen gewichtsafname. Vraag niet elke keer hoeveel iemand is afgevallen.
- Het is goed te bedenken dat de verantwoordelijkheid voor verandering bij de mensen zelf ligt.
- Ontkennen van het probleem werkt niet. Bagatelliseer het niet. Accepteer het probleem zoals het er is, maak het niet groter en maak het niet kleiner dan het is.
- Blijf tijd vrij maken voor uzelf en uw eigen bezigheden. Hobbies, sociale contacten, etc. Let op uw eigen grenzen.
- Praat erover met anderen, vooral als u zich schuldig voelt of denkt dat u tekortschiet.
- Denk niet te snel aan eenvoudige oplossingen. Bijvoorbeeld: als je zo graag wilt afvallen, dan ga je toch sporten of wat minder eten? Probeer te begrijpen hoe moeilijk het is als je leven beheerst wordt door eten, afvallen, je eigen lichaam en zelfbeeld.
- Gun iemand de tijd die zij/hij nodig heeft om dit in haar/zijn eigen tempo te doen.
- Pas op met adviezen (vooral adviezen die zij/hij al heeft geprobeerd).
- Ga iemand niet redden. het is begrijpelijk dat je bezorgd bent, maar je bent niet haar/zijn therapeut.
- Wees een steun: laat merken dat je er bent, biedt zo nodig een luisterend oor.
- Praat ook over andere dingen dan de eetstoornis. Er zijn zoveel leuke dingen die jullie kunnen gaan doen en die niet met eten te maken hebben.
Tot slot
Hopelijk bieden deze tips enige houvast. Probeer deze richtlijnen zoveel mogelijk in overleg met elkaar uit te voeren. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u altijd contact met ons opnemen, via het secretariaat van de afdeling.
Succes.