Non-invasieve beademing (NIV)

Tijdens de ademhaling vindt er gaswisseling plaats in de longen. De ingeademde zuurstof (O2) wordt via de longen in het bloed opgenomen en koolzuurgas (CO2) wordt vanuit het bloed door de longen uitgeademd. Deze gaswisseling is bij kan verstoord zijn door een verminderde longconditie door COPD, een longontsteking of een andere longaandoening. De twee belangrijkste gevolgen van deze verstoorde gaswisseling zijn ernstige benauwdheid en een suf gevoel.

Het NIV-apparaat ondersteunt de ademhaling tijdens zowel de in- als de uitademing. Het streven is dat er hierdoor een betere gaswisseling plaatsvindt. Hierdoor voelt de patiënt zich minder benauwd en suf. De NIV zal worden ingezet totdat de longen gezond genoeg zijn om zelf de gaswisseling goed plaats te laten vinden. 

NIV-beademing gebeurt door middel van een masker. Via het apparaat wordt met een bepaalde druk lucht, meestal in combinatie met zuurstof, in uw longen geblazen. Uw eigen ademhaling wordt ondersteund. 

Via het masker wordt door het apparaat positieve druk gegeven bij de in- en uitademing. Door de druk blijven de luchtwegen zo goed mogelijk geopend. De gasuitwisseling verbetert hierdoor: het zuurstofgehalte in het bloed stijgt en het koolzuurgehalte daalt. Bovendien kost het ademen zo minder kracht en energie. Er zijn twee verschillende soorten maskers, een voor onder de neus en een voor over de neus. Tijdens de opname bekijken wij samen met de patiënt wat prettig is.

Aan het begin van de behandeling moet het masker minimaal 2 uur aaneengesloten opgehouden worden. Daarbij volgt regelmatig een bloedgascontrole (dit gebeurt vaak in de vinger, maar kan ook in de pols). Zo kan onder meer de hoeveelheid zuurstof en koolzuur in het bloed nauwkeurig bepaald worden. Deze uitslagen zijn belangrijk voor het verloop van de behandeling.

Afhankelijk van de bloeduitslagen zal worden bepaald hoe vaak en hoe lang u via het apparaat beademd zal worden. De longarts en de verpleegkundige houden dit nauwlettend in de gaten.

In het begin zal de ademhalingsondersteuning onwennig en misschien vervelend aanvoelen. Zo krijgt u misschien last van geïrriteerde ogen en droge mondslijmvliezen. Verder is het in het begin vaak moeilijk om de ademhaling onder controle te krijgen. De verpleegkundige kan helpen om het juiste ademhalingsritme te vinden.

Eten en drinken

De NIV behandeling is heel belangrijk en heeft in de acute fase voorrang op het eten en drinken. Ook is het belangrijk de eerste twee uur aaneengesloten het masker op te houden. De verpleegkundige overlegt met wanneer eten en drinken mogelijk is. Het op en afzetten van het masker doet u altijd samen met de verpleegkundige. 

Controles

Aan het begin van de behandeling doet de verpleegkundige elk uur verschillende controles. De verpleegkundige meet de bloeddruk, temperatuur, pols en het zuurstofgehalte van het bloed en telt de ademhaling. Met regelmaat krijgt de patiënt een vingerprik om te kijken of de behandeling aanslaat. Soms stelt de arts de behandeling bij naar aanleiding van de bloedwaarden.

Duur

De behandeling kan meerdere dagen duren. Minimaal duurt een behandeling 24 uur. Als de bloeduitslagen verbeteren, wordt de NIV afgebouwd in overleg met de arts.

Wij hechten veel waarde aan het goed voorlichten van onze patiënten en hun naasten. Heeft u na het lezen van de folder nog vragen? Stel ze gerust aan uw arts of de verpleegkundigen van de afdeling.