Nazorg na een staaroperatie

U gebruikt de oogdruppels zoals aangegeven op het druppelschema en u gaat hier daarna volgens het schema mee door. 

Na de operatie heeft uw oog tijd nodig om te herstellen. Uw zicht kan in het begin nog wazig zijn. Het is belangrijk dat u in ieder geval iets kunt zien. In de eerste drie tot vier weken is uw zicht meestal nog niet optimaal. Daarna is uw oog vaak voldoende hersteld. Tijdens de controleafspraak na ongeveer vier weken kijkt de arts of u een briladvies nodig heeft voor nieuwe glazen.

• Uw pupil kan een of twee dagen groter blijven. Hierdoor ziet u tijdelijk minder scherp en bent u gevoeliger voor licht. Een zonnebril helpt hierbij.
• Uw oog kan direct na de operatie wat rood zijn. Dit verdwijnt meestal binnen een paar weken en is niet erg.
• ’s Avonds kunt u last hebben van lichtbronnen, zoals straatverlichting of autolampen. U kunt dan schitteringen of kringen om lichtpunten (halo’s) zien. Dit is normaal en gaat vanzelf over.
• U kunt de eerste dagen flikkeringen van TL-verlichting of bewegende vlekjes zien.
• Het is mogelijk dat u langere tijd een zwarte of donkere rand aan de zijkant van uw gezichtsveld ziet. Dit is de schaduw van de nieuwe lens. Uw hersenen leren dit beeld vanzelf weg te filteren.
• Uw oog kan droog of branderig aanvoelen, of juist tranen. Soms voelt het alsof er een zandkorreltje of haartje in zit. Deze klachten verdwijnen vaak vanzelf na een paar weken tot maanden. Het kan prettig zijn om (tijdelijk) bevochtende oogdruppels (‘kunsttranen’) te gebruiken om deze klachten te verminderen.

Autorijden

U mag weer autorijden als uw zicht helder genoeg is. Als u vóór de operatie al niet meer mocht autorijden van de oogarts, wacht dan tot na de nacontrole.

Pijn

Bij pijn mag u twee tabletten paracetamol van 500 mg nemen. Dit mag u maximaal vier keer per dag doen. 

De eerste twee weken na de operatie gelden de volgende adviezen:   

• Geen oogmake-up gebruiken;
• Niet in het oog wrijven;
• Niet zwemmen of naar de sauna;
• Geen zware lichamelijke inspanning;
• Niet werken in een stoffige omgeving (na een week mag dit weer met een beschermingsbril).

Wat mag u wel doen? 

• Normale huishoudelijke bezigheden en kantoorwerk;
• Wandelen, tv kijken, lezen en fietsen;
• Bukken, niezen, persen en iets van de grond oprapen;
• Douchen en haren wassen (let op: niet in het oog wrijven);
• Reizen met het vliegtuig.

Het brillenglas van uw geopereerde oog kunt u tijdelijk laten vervangen door een vensterglas bij de opticien. U mag het oude glas ook laten zitten, al klopt de sterkte dan niet meer. Dit is niet schadelijk voor uw oog. 

Neem direct contact op als u één van de volgende klachten heeft:

• Pijn in of achter het oog die niet overgaat met paracetamol;
• Plotseling slechter zien;
• Misselijkheid en hoofdpijn na de eerste nacht;
• Veel zwevende troebelingen of opvallende lichtflitsen;
• Een pupil die niet rond is (was dit eerder niet zo, dan hoeft u geen actie te ondernemen).

Binnen 24 uur

Binnen 24 uur na uw operatie belt u bij bovenstaande klachten met: 

• Maandag t/m vrijdag van 13.00 - 15.00 uur: Hulplijn staaroperaties, T 088 320 28 17
• Avond, nacht, weekend: Spoedeisende Hulp van het St. Antonius Ziekenhuis, T 088 320 33 00

Wanneer u de hierboven genoemde klachten niet heeft, is er geen spoed en hoeft u niet direct te bellen.

Na 24 uur 

Als uw operatie langer dan 24 uur is geleden, kunt u bij vragen altijd contact opnemen met de poli Oogheelkunde via het gebruikelijke nummer T 088 320 22 00. Wij zijn bereikbaar:

• maandag, woensdag en vrijdag van 08.30 - 12.00 uur en 13.00 - 16.15 uur
• dinsdag en donderdag van 08.30 - 12.00 uur. 

In de avond, nacht of het weekend belt u altijd eerst met uw huisartsenpost.