Nieuwsoverzicht

Nieuwe behandeltechniek herseninfarct niet voor alle patiënten effectief

Onderzoek St. Antonius levert belangrijk inzicht voor behandeling herseninfarct in hersenstam

nejm_basics_trial

Jaarlijks belanden zo’n 29.000 mensen in een Nederlands ziekenhuis met een herseninfarct. Bij een herseninfarct ontstaat een stolsel in één van de bloedvaten in de hersenen. De gevolgen kunnen groot en zelfs levensbedreigend zijn, dus snel de juiste behandeling inzetten is cruciaal. Een internationaal onderzoeksteam geleid door het St. Antonius Ziekenhuis, onderzocht de effectiviteit van een nieuwe behandeltechniek wanneer het stolsel zich in een bloedvat in de hersenstam bevindt. Deze week publiceerde het toonaangevende vakblad New England Journal of Medicine (NEJM) de resultaten.

Nieuwe techniek  

Zo’n zes jaar geleden is ontdekt dat bepaalde patiënten met een bloedstolsel in een bloedvat in de hersenen (herseninfarct) beter herstellen als het stolsel ter plaatse wordt weggehaald. Bij deze techniek wordt een dun slangetje (katheter) via de bloedbaan ingebracht en wordt het stolsel opgezogen of verwijderd met een “stolseltrekker”. Deze techniek is vooral getest bij mensen met een verstopping aan de voorkant van de hersenen. Bij vier van de vijf herseninfarcten gaat het om deze vorm. 

‘Wij wilden weten of de nieuwe techniek ook goed werkt bij bloedvaten aan de achterzijde van de hersenen,’ vertelt Wouter Schonewille, neuroloog en onderzoeksleider in het St. Antonius. Deze bloedvaten zijn moeilijker te bereiken en verzorgen het meest kwetsbare deel van de hersenen, de hersenstam. De patiënten zijn er vaak slecht aan toe. Ze zijn vaak aan beide zijden verlamd, of raken zelfs in coma.’ 

Geschikt alternatief, maar niet effectiever 

Schonewille en zijn team onderzochten 300 patiënten met een verstopt bloedvat in de hersenstam. Bij de ene helft werd het stolsel ter plaatse weggehaald. De andere helft kreeg de reguliere behandeling met sterke bloedverdunners via een infuus in de arm die het stolsel kunnen oplossen. De wetenschappers onderzochten beide groepen op complicaties, zoals hersenbloedingen. Ook hielden ze bij hoeveel patiënten overleden. Na drie maanden testten ze hoe zelfstandig de patiënten zijn in hun dagelijks leven, om zo te zien hoe goed ze hersteld zijn van hun beroerte. 

De onderzoekers zagen geen grote verschillen tussen de beide groepen. Schonewille: ‘Het verwijderen van het stolsel blijkt veilig, want patiënten zijn er niet slechter aan toe dan met de medicijnbehandeling. Het herstel van patiënten is na beide behandelingen echter vergelijkbaar. Na de nieuwe behandeling herstelt men dus niet beter, terwijl dat bij herseninfarcten aan de voorkant van het hoofd wél zo is. Daarmee is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek: dat het weghalen van het stolsel aan de achterzijde van de hersenen voor bepaalde patiënten een geschikt alternatief is ten opzichte van behandeling met bloedverdunners, maar niet per sé effectiever.”  

Internationale samenwerking 

Aan het onderzoek deden 23 ziekenhuizen mee uit zeven verschillende landen, werd mede gefinancierd door de Hartstichting en duurde 10 jaar. Het kostte veel tijd om voldoende deelnemers te vinden, onder meer omdat deze vorm van beroerte minder vaak voorkomt. Vandaag staan de resultaten van het onderzoek in het toonaangevende vakblad New England Journal of Medicine (NEJM). Schonewille “toekomstig onderzoek zal zich vooral moeten richten op verdere verbetering van behandeltechnieken.” 

Terug naar boven