Behandelingen & onderzoeken Voeding & Dieet (Diëtetiek)

Ernstige vernauwing in de dikke darm (voedingsadvies voor de operatie)

Darmobstructie (belemmering van de doorgang) komt regelmatig voor bij mensen met een tumor in de dikke darm of een vernauwing in de darm bij diverticulitis of de ziekte van Crohn. De ontlasting kan dan niet goed meer langs de vernauwing en kan dan zelfs gaan ophopen. Daardoor kan het stukje darm vóór de vernauwing gaan uitzetten.

Als de ontlasting niet goed meer door de darm komt, dan geeft dat vaak:

  • Buikpijn
  • Borrelingen in de buik (gootsteengeluiden)
  • Opgezette buik
  • Misselijkheid
  • Opboeren
  • Veranderde ontlasting
  • verminderde eetlust

Dit leidt tot een verslechtering van de voedingstoestand en conditie.

Uit onderzoek is gebleken dat het verbeteren van de conditie en voedingstoestand, voorafgaand aan een operatie, de kans op complicaties vermindert. Ook zorgt dit voor een sneller herstel na de operatie.

Lichamelijke activiteit en laxantia

Om klachten te voorkomen is het belangrijk dat u zoveel mogelijk lichamelijk actief bent. Zo nodig krijgt u hierover advies van een fysiotherapeut.

Verder is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de ontlasting goed langs de vernauwing kan. Zo wordt voorkomen dat de darm gaat uitzetten. Dan zal ook het eten beter gaan, zodat u voldoende voeding binnen krijgt. Zie onderstaande plaatjes. Naast de voeding krijgt u laxantia voorgeschreven voor een soepele ontlasting.

Uitgezette darm waarbij de ontlasting vast komt te zitten in de darm
Figuur 1. Door de tumor kan de ontlasting niet goed passeren en gaat de darm uitzetten.
Dunnere ontlasting waarbij de uitgezette darm tot rust kan komen en de ontlasting kan passeren
Figuur 2. Als de ontlasting dunner is kan dit beter passeren en kan de darm tot rust komen.
Darm die zijn normale grootte heeft doordat de ontlasting goed kan passeren
Figuur 3. De darm heeft weer zijn normale grootte omdat de ontlasting goed kan passeren.

Stadia van aangepaste voeding

Afhankelijk van uw situatie zijn verschillende stadia mogelijk, waarin u aangepaste voeding moet gebruiken. Als u meer klachten van de obstructie (verstopping) krijgt, is het nodig om naar een volgend stadium te gaan.

1. Residu beperkt dieet

Dit dieet wordt voorgeschreven bij pijn en borrelingen in de buik, met nog voldoende doorgang in de darm. Dit is een voeding zonder grove vezels, pitten en schillen. Informatie over dit dieet kunt u vinden op Residubeperkt dieet. Bent u afgevallen, dan wordt vaak aanvullend een medische drinkvoeding voorgeschreven, met veel energie en eiwit.

2. Volledig vloeibaar dieet

Dit dieet wordt voorgeschreven bij pijn, borrelingen en uitzetting van de darm door onvoldoende doorgang in de darm.

2A. In eerste instantie wordt gestart met volledig vloeibare voeding. Uw voeding bestaat grotendeels uit medische drinkvoeding met voldoende energie, eiwit, vitamines en mineralen voor een volwaardige voeding. Dit krijgt u in flesjes van 125 tot 200 ml, afhankelijk van het soort voeiding.

Naast de flesjes drinkvoeding mag u andere dranken en vloeibare voedingsmiddelen gebruiken zolang deze geen vezels bevatten. U mag dranken en vloeibare voedingsmiddelen als water, thee, koffie, limonade, vruchtensap zonder vruchtvlees, yoghurt en kwark zonder stukjes fruit, ijs zonder stukjes fruit, nootjes of koek, vla, melk, karnemelk en bouillon.

2B. Als een volledig vloeibaar dieet voor u niet haalbaar is, dan wordt overgegaan op sondevoeding. Hiervoor krijgt u een slangetje (sonde) dat via de neus en keel ingebracht wordt tot in de maag of de darm. Via deze sonde wordt de voeding toegediend die u nodig heeft.

Naast de sondevoeding mag u drinken of vloeibare voeding zonder vezels nemen, zoals water, thee, koffie, limonade, vruchtensap zonder vruchtvlees, yoghurt en kwark zonder stukjes fruit, ijs zonder stukjes fruit, nootjes of koek, vla, melk, karnemelk en bouillon. In principe kunt u met sondevoeding thuis zijn; soms is het nodig om kort in het ziekenhuis te worden opgenomen bij de start van de sondevoeding.

3. Voeding via een infuus

Mocht ook voeding via een sonde niet mogelijk zijn, dan krijgt u voeding via een infuus. Naast deze infuusvoeding (parenterale voeding) mag u alleen slokjes heldere vloeistoffen drinken. Voor deze voeding zult u in het ziekenhuis worden opgenomen.

Medische drinkvoeding wordt vergoed via de zorgverzekeraar. De diëtist bespreekt hoeveel flesjes u nodig heeft en zal daarvoor een machtiging regelen.

Vragen

Bij vragen kunt u contact opnemen via:

  • Het telefonische spreekuur Diëtetiek: T 088 320 78 05 (werkdagen van 09.00-09.30 uur).
  • Het secretariaat van de verpleegkundig specialisten MDL-oncologie: T 088 320 51 37.

Gerelateerde informatie

Code DIE 44-AD

Terug naar boven