Behandelingen & onderzoeken

Vastenproef

Een vastenproef is nodig om te onderzoeken of de alvleesklier te veel insuline aanmaakt. In deze informatie leest u meer over dit onderzoek. 

Iedereen heeft insuline nodig. Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier (de pancreas). Bij de meeste mensen zorgt het lichaam er zelf voor dat de alvleesklier de juiste hoeveelheid insuline aanmaakt. Maar sommige mensen produceren te veel insuline. Daardoor verdwijnt er te veel glucose uit het bloed: het bloedsuikergehalte wordt dan te laag. Dit heet een hypoglycemie (hypo). Om te onderzoeken of de alvleesklier te veel insuline aanmaakt is een vastenproef noodzakelijk.

Meer over glucose en insuline

Glucose

Glucose (suiker) zit in bijna al onze voedingsmiddelen. Ook in bijvoorbeeld brood, aardappels en rijst, hoewel die producten niet zoet smaken. Glucose is de belangrijkste energiebron voor het lichaam.

Als ons voedsel verteert, komt de glucose in ons bloed. De hoeveelheid glucose in het bloed noemen we het bloedsuikergehalte.

Het hormoon insuline zorgt dat de glucose uit het bloed wordt opgenomen in onze lichaamscellen, zoals de spiercellen. Op dat moment kan het lichaam de energie uit de glucose pas echt gebruiken. 

Insuline

Iedereen heeft dus insuline nodig. Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier (pancreas). Bij de meeste mensen zorgt het lichaam er zelf voor dat de alvleesklier de juiste hoeveelheid insuline aanmaakt.

Bij sommige mensen werkt deze afstemming niet goed waarbij er relatief teveel insuline wordt geproduceerd. Daardoor verdwijnt er te veel glucose uit het bloed met als gevolg een te laag bloedsuikergehalte. Dit heet een hypoglycemie (hypo) en gaat meestal gepaard met klachten als zweten, trillen, hartkloppingen, hongergevoel en soms verwardheid.

Om vast te stellen of uit te sluiten dat de alvleesklier te veel insuline aanmaakt met hypoglycemien tot gevolg is een vastenproef noodzakelijk.

Voorbereiding

Voor het onderzoek

U hoeft zich thuis niet voor te bereiden op deze vastenproef. Overleg van tevoren met uw behandelend arts welke medicijnen u mag doorgebruiken tijdens het onderzoek.

Op de afdeling

U komt op de aangegeven tijd naar de afdeling waar u wordt opgevangen door een verpleegkundige. De verpleegkundige neemt een korte vragenlijst met u door. Uw gewicht en lengte worden genoteerd. Daarna wordt er een infuus bij u ingebracht. Dat is een dun plastic buisje dat door middel van een prik in uw bloedvat wordt aangebracht. U mag nog eten en drinken totdat de proef begint. Vanaf dat moment moet u zich aan bepaalde regels houden. Het is heel belangrijk dat u die goed opvolgt.

Onderzoek

Het begin van de proef

De vastenproef begint om middernacht, dus om 12 uur ‘s nachts. U mag vanaf dat moment niets meer eten totdat de proef is afgelopen. U mag alleen water, thee zonder suiker en koffie zonder melk en suiker drinken. Aan het begin van de proef nemen we bloed en urine bij u af.

Het verloop van de proef

De verpleegkundige controleert regelmatig of u tekenen van een hypo vertoont. Bovendien wordt er tweemaal per dag bloed bij u afgenomen, om 08.00 en om 20.00 uur. Als u geen hypo krijgt, bestaat de proef vooral uit wachten. Als u zich goed voelt, hoeft u niet in bed te blijven liggen.

Duur van de proef

Vanaf het moment dat u niet meer mag eten (dus om middernacht) duurt de proef  maximaal 80 uur.

•  Krijgt u geen hypo? Dan is de proef na 80 uur afgelopen.
•  Krijgt u wel een hypo? Dan zullen de arts en verpleegkundige u extra controleren. Het kan zijn dat de proef dan eerder wordt beëindigd.

Belangrijk

Als u zich niet goed voelt, meld dit dan aan de verpleegkundige of de arts. Het kan zijn dat uw bloedsuiker te laag is. Dit controleren we door bloed af te nemen.

Nazorg

Na het onderzoek

Na de proef mag u weer gewoon eten en drinken en kunt u naar huis.     

De uitslag

U krijgt de uitslag van het onderzoek van uw internist op de poli. Die afspraak staat gepland. Als dit niet zo is, kan de verpleegkundige een afspraak voor u laten maken.

Expertise en ervaring

De internisten van het St. Antonius behandelen klachten zoals (langdurige) koorts, gewichtsverlies, chronische vermoeidheid, hoge bloeddruk, aderverkalking, infecties en vele andere ziekteverschijnselen en aandoeningen. 

Ook zijn de internisten gespecialiseerd in deelspecialismen, zoals:

  • stofwisselingsstoornissen, afwijkingen in de hormoonhuishouding, schildklieraandoeningen en diabetes (endocrinologie);
  • diabetes (diabetologie);
  • kanker (oncologie);
  • ouderengeneeskunde (geriatrie);
  • ziekten van bloed, beenmerg en lymfeklieren, bloedarmoede (hematologie);
  • nierziekten en nierfunctiestoornissen (nefrologie);
  • vaatziekten en cholesterolproblemen (vasculaire geneeskunde).

Meer informatie

Voor meer informatie over de vastenproef, kijk op de website van de Nederlandse Vereniging van Endocrinologie.

Gerelateerde informatie

Aandoeningen

Code INT 54-O

Terug naar boven