Wat is een bijschildklier?
Een bijschildklier is ongeveer 5 mm groot. De meeste mensen hebben er vier. Gewoonlijk liggen ze in de hals, tegen de schildklier aan. Het komt soms ook voor dat ze wat lager in de borst of wat hoger in de hals liggen. Deze variaties hebben geen invloed op de functie van de bijschildklieren.
De bijschildklieren regelen de hoeveelheid kalk en fosfaat in het lichaam. Als ze dit niet goed doen, kan dat gevolgen hebben voor de bloeddruk, de botten en de nieren. Meestal wordt dit als eerste gezien door afwijkingen in de bloedwaarde. De meest voorkomende oorzaak van een niet-goed werkende bijschildklier is een goedaardige tumor (adenoom) op een van de klieren. Dit kan behandeld worden door een operatie of medicijnen. Het kan ook zijn dat besloten wordt nog even af te wachten en alleen regelmatig bloed te prikken.
Waarom duurt het onderzoek zo lang?
De langste wachttijd is de tijd tussen het innemen van de capsule en de injectie. De wachttijd is zo lang, omdat het lichaam die tijd nodig heeft om de capsule goed op te nemen. U hoeft tijdens deze wachttijd niet in het ziekenhuis te blijven.
Een andere reden is dat we op de Nucleaire Geneeskunde radioactieve stoffen gebruiken om organen zichtbaar te maken. De hoeveelheid straling die we gebruiken, is erg klein. Om toch een goed beeld te krijgen, is het nodig om lange tijd opnames te maken. Denk aan een normale foto: wanneer je in het donker een foto maakt, heb je een lange sluitertijd nodig.
Bij het bijschildklieronderzoek is het ook nog zo dat we heel kleine organen (een bijschildklier is ongeveer 5 mm) willen afbeelden. Ze zijn dus moeilijk te zien. Dat wordt nog lastiger gemaakt, omdat ze erg lijken op de schildklier, waar ze vlak tegenaan liggen. Om de kleine bijschildklieren te kunnen zien en om het verschil te zien tussen de bijschildklieren en de schildklier, maken we op meerdere manieren foto’s.