Borstonderzoek bij vrouwen met zeer dicht klierweefsel
Uitleg naar aanleiding van media-aandacht
In de media wordt veel gesproken over het bevolkingsonderzoek voor borstkanker bij vrouwen met zeer dicht klierweefsel. We kunnen ons voorstellen dat deze berichten vragen bij u oproepen. Hieronder lees u meer over dit onderwerp.
De dichtheid van uw klierweefsel wordt door de radioloog beschreven als de mammadensiteit (borstdichtheid). De mammadensiteit wordt ingedeeld in vier categorieën A, B, C en D.
Vrouwen met zeer dicht klierweefsel hebben mammadensiteit D. De dichtheid hangt af van de verhouding tussen klierweefsel en vetweefsel in de borst. Klierweefsel bestaat uit melkklieren en bindweefsel, ook wel fibroglandulair weefsel genoemd. Vaak neemt de dichtheid af met het ouder worden, maar bij sommige vrouwen blijft het klierweefsel ook op latere leeftijd dicht.
De vier categorieën:
- Mammadensiteit A: vrijwel volledig opgebouwd uit vetweefsel
- Mammadensiteit B: verspreid fibroglandulair weefsel
- Mammadensiteit C: heterogeen dens (dicht) fibroglandulair weefsel
- Mammadensiteit D: zeer dens (dicht) fibroglandulair weefsel
Borstonderzoek
Bij het bevolkingsonderzoek wordt de dichtheid van het klierweefsel niet standaard gemeten. In ziekenhuizen, zoals het St. Antonius Ziekenhuis, bepaalt de radioloog dit wél en vermeldt het in het verslag. Heeft u vragen over de dichtheid van uw klierweefsel en in het verleden een mammografie gehad in ons ziekenhuis? Dan kunt u uw mammadensiteit terugvinden in uw radiologisch verslag in Mijn Antonius.
In ons ziekenhuis maken we tijdens een mammografie ook altijd een 3D-scan van de borst (tomosynthese). Indien nodig, bijvoorbeeld bij afwijkingen of klachten, maken wij aanvullend een echografie. Zo houden onze radiologen in het onderzoek en de beoordeling al rekening met de dichtheid van uw borsten. Als aanvullend onderzoek nodig is, zoal een MRI of contrastmammografie, neemt de radioloog dit op in het behandeltraject.
Bevolkingsonderzoek
Vrouwen tussen de 50 en 75 jaar ontvangen elke 2 à 3 jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Ze krijgen dan een mammografie om borstkanker vroegtijdig te kunnen opsporen. Bij vrouwen met mammadensiteit D (bij circa 8% van de vrouwen) kan een tumor lastig zichtbaar zijn op een mammogram, omdat deze zich kan verschuilen achter het dichte weefsel. Daarom wordt onderzocht of extra onderzoeken, zoals een MRI en contrastmammografie, zinvol zijn als aanvulling op het bevolkingsonderzoek. Het is goed om te weten dat de meeste tumoren, ook bij dicht klierweefsel, wél worden gevonden op het mammogram.
Wetenschappelijk onderzoek
In Nederland vond eerder de DENSE-1 studie plaats. Hierbij is onderzocht of MRI nuttig is bij vrouwen met zeer dicht klierweefsel. Bij een MRI-scan van de borst wordt contrastmiddel toegediend via een infuus in de arm. Vervolgens kan de radioloog zien of er een tumor is die door het contrastmiddel aankleurt. Deze studie is nu afgerond. De resultaten waren veelbelovend, maar het aanbieden van een MRI aan grote groepen vrouwen blijkt in de praktijk moeilijk door de benodigde apparatuur, personeel, tijd en kosten.
Daarom is in november 2024 de DENSE-2 studie gestart. Deze studie onderzoekt een versnelde MRI én de inzet van contrastmammografie. Ons ziekenhuis doet mee aan dit onderzoek voor de groep vrouwen die een contrastmammografie krijgt. Bij een contrastmammografie wordt ook contrastmiddel toegediend via een infuus in arm, zodat de radioloog een tumor kan zien aankleuren.
Deelnemers worden willekeurig geselecteerd door Bevolkingsonderzoek Nederland. U kunt uzelf dus niet aanmelden. Dat is nodig om de betrouwbaarheid van het onderzoek te waarborgen.
De DENSE-2 studie wordt gecoördineerd vanuit het UMC Utrecht. In het St. Antonius Ziekenhuis zijn de radiologen J.P. Trap-de Jong, E.J.M. Wolters-van der Ben en F. Bangert. betrokken bij de studie.
Meer informatie
Heeft u vragen over de DENSE-2 studie? Kijk dan op: