Bij een Whipple operatie wordt een deel van maag verwijderd, inclusief de maaguitgang (pylorus), de twaalfvingerige darm (duodenum), de galblaas, het onderste deel van de galbuis en de kop van de alvleesklier (pancreas) waarin de tumor zit. De dunne darm wordt gebruikt om een nieuwe verbinding te maken tussen de maag, alvleesklier en galwegen. De wijze waarop deze verbinding wordt gemaakt door de chirurg zal niet bij iedere patiënt dezelfde zijn.
Deze operatie vindt plaats in RAKU-verband. Bekijk de voorlichtingsfilm met uitleg hoe de RAKU-ziekenhuizen samenwerken en wat dat betekent voor patiënten.
Vertraagde maagontlediging
Een vertraagde maagontlediging komt het meest voor kort na de operatie als u weer met eten en drinken mag beginnen. Het drinken en/of eten verlaat de maag niet goed en het kan zijn dat u regelmatig moet overgeven. Ook kan het zijn dat hierdoor sneller een vol gevoel ontstaat en/of het hongergevoel tijdelijk verminderd is. Daardoor kan het lastig zijn voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Het is daarom aan te bevelen 6 tot 9 kleine maaltijden goed verspreid over de dag te gebruiken.
Vaak is een vertraagde maagontlediging reden om sondevoeding te (her)starten, niet te eten of (tijdelijk) vloeibaar te eten totdat de maag wel goed werkt. Heeft u last van een vertraagde maagontlediging, dan kunnen onderstaande adviezen helpen de maag op gang te krijgen:
- Vloeistoffen verlaten de maag sneller dan vast voedsel. Gebruik meer vloeibare voedingsmiddelen zoals pap, vla, yoghurt, vruchtenmoes en dranken.
- Een flinke slok drinkvocht verlaat de maag sneller dan een klein slokje. Drink in een normaal tempo op en neem niet elke 5 minuten een klein slokje.
Als u weer vast voedsel mag proberen:
- Grote brokstukken slecht gekauwd voedsel verlaten de maag langzamer dan goed gekauwd voedsel. Kauw het voedsel daarom zeer goed.
- Een grote hoeveelheid vast voedsel vertraagt de maagontlediging. Gebruik kleine maaltijden verdeeld over de dag.
- Een zeer eiwit- en/of vetrijke maaltijd vertraagt de maagontlediging. Denk hierbij aan een zak chips, bord patat of een portie saté met saus.
Dumpingklachten
Na de Whipple operatie kunnen dumpingklachten optreden. Hierbij verlaat het voedsel de maag te snel en komt het te snel in de dunne darm. Hierdoor kunt u klachten krijgen als buikpijn, misselijkheid, diarree, zweten, trillen, kortademigheid, duizeligheid, hartkloppingen en neiging tot flauwvallen. Niet iedereen heeft dezelfde of alle klachten. Als u hier regelmatig last van heeft kan de diëtist u verdere dieetadviezen geven.
Spijsverteringsklachten
Voor een goede vertering van (vooral vet uit) onze voeding zijn voldoende pancreasenzymen nodig. Na de operatie zijn er meestal te weinig pancreasenzymen voor een goede vertering. Als de alvleesklier te weinig verteringsenzymen aanmaakt, raakt de spijsvertering verstoord. Spijsverteringsproblemen kunnen winderigheid, darmkrampen, buikpijn, (vet)diarree en gewichtsverlies veroorzaken.
De ontlasting heeft vaak een grijs-beige kleur en kan zeer onaangenaam ruiken. Omdat het lichaam het vet uit de voeding niet goed opneemt, kan de ontlasting vet en plakkerig zijn. Soms is de ontlasting dun of krijgt u vaker ontlasting. Als het eten niet goed verteert, kunt u afvallen terwijl u toch voldoende eet.
Om spijsverteringsproblemen te voorkomen, krijgt u pancreasenzymen voorgeschreven. Deze preparaten zorgen ervoor dat de spijsvertering verbetert. Pancreasenzympreparaten zijn capsules met daarin gedroogde korrels. Deze korrels bevatten de enzymen. Elke korrel bevat een beschermlaag (coating) om de enzymen tegen maagzuur te beschermen. In de dunne darm gaan de korrels open en kunnen de verteringsenzymen hun werk doen.
Na de operatie wordt gestart met 1 capsule pancreasenzymen 25.000 bij de broodmaaltijden en 2 capsules bij de warme maaltijd. Bij de tussendoortjes waarin vet zit, krijgt u 1 capsule pancreasenzymen van 10.000. Afhankelijk van wat u eet en de eventuele klachten wordt dit individueel aangepast.
Hoe neemt u de pancreasenzympreparaten het beste in?
- Neem de capsules tijdens de maaltijd in. Als de maaltijd langer duurt, bijvoorbeeld bij uit eten gaan, verdeelt u de capsules over de maaltijd; bij aanvang, halverwege en daarna.
- De enzymen werken vanaf een half uur tot een uur na inname en blijven dan anderhalf tot twee uur actief in de darm.
- Bent u vergeten een capsule in te nemen, doe dit dan tot een half uur na de maaltijd. Neem ze niet later in, want dan hebben de enzymen onvoldoende tijd om zich met het voedsel te mengen.
- Maak de capsules bij voorkeur niet open. Lukt het niet ze in één keer door te slikken, dan mag u de capsules openen. Neem de korrels los in met een zuur voedingsmiddel, zoals appelmoes, yoghurt, sinaasappel- of appelsap. Zorg dat er geen korrels in de mond achterblijven; deze kunnen het slijmvlies in de mond aantasten. Kauw de korrels niet fijn.
Chyluslekkage
Het kan zijn dat tijdens de operatie onbedoeld een lymfevat wordt aangeprikt, wat leidt tot lekkage van lymfevocht. Lymfevocht (ook wel chylus genoemd) is van belang bij het afweersysteem van het lichaam. Als dit lekt, kenmerkt zich dit door melkachtig vocht in de drain. Hierop wordt gestart met een specifiek dieet. Wanneer dit van toepassing is, zal de diëtist u hierover meer informatie geven.
Verminderde opname vitamines
Alleen bij ernstige of aanhoudende spijsverteringsproblemen en ondanks het gebruik van pancreasenzymen kan de opname van in vet oplosbare vitamines (vitamine A, D, E en K) en enkele mineralen (bijvoorbeeld calcium, ijzer en zink) verminderd zijn. Soms moeten deze dan alsnog worden aangevuld.
Meer informatie
De diëtist begeleidt u bij het opbouwen van een zo goed mogelijke voeding. Heeft u vragen? Bel ons dan tijdens ons telefonisch spreekuur, op werkdagen van 09.00 tot 09.30 uur op
088 320 78 05.
Voor informatie over alvleesklieraandoeningen, de behandeling en lichamelijke training verwijzen we u naar:
- KWF Kankerbestrijding
KWF Kanker Infolijn: 0800 - 022 66 22 - Stichting voor patiënten met kanker aan het spijsverteringskanaal (SPKS)
Telefoonnummer: 088 002 97 75 - Maag Lever Darm Stichting
Infolijn: 0900 202 56 25
De inhoud van deze brochure is samengesteld op basis van informatie van de werkgroep CHIODAZ (Chirurgie Overleg en werkgroep Diëtisten Academische Ziekenhuizen).