Behandelingen & onderzoeken Nucleaire Geneeskunde

PET/CT-scan FAPI

Met de PET/CT-scan FAPI kan onderscheid gemaakt worden tussen 2 verschillende types ILD (Interstitiële longziekten). Dit onderscheid is belangrijk om te weten om de meest geschikte behandeling te kiezen.

De scan bestaat uit 2 delen: 

  1. PET-scan: hierbij spuiten we een radioactieve vloeistof in een bloedvat in de arm. Deze vloeistof maakt zieke cellen in de longen zichtbaar.
  2. CT-scan: hierbij brengen we met röntgenstralen de grootte, ligging en vorm van de longen in beeld.

Beide scans worden achter elkaar gedaan, met hetzelfde apparaat. De scan doet geen pijn.

Voorbereiding

Pictogram drinken

De dag voor het onderzoek drinkt u minimaal 1 liter water.

2 uur voor het onderzoek drinkt u nog een halve liter. Dit kunt u thuis doen of onderweg naar het ziekenhuis.

Verder kunt u gewoon eten zoals u gewend bent.

Pictogram medicijnen

U kunt uw medicijnen gebruiken zoals u gewend bent.

Pictogram zwanger

Bent u zwanger? Neem dan ruim voordat het onderzoek plaatsvindt contact met ons op.

Als u borstvoeding geeft: Na het onderzoek mag u 24 uur geen borstvoeding geven. U kunt wel kolven; de afgekolfde melk kunt u na 24 uur weer gebruiken.

Kleding en sieraden

  • Draag kleding met zo min mogelijk metalen onderdelen, zoals ritssluitingen of metalen knopen/haakjes/bh-beugels;
  • Draag geen sieraden (trouwring mag wel om blijven);
  • Trek schoenen aan die u makkelijk uit- en aan kunt trekken.

Angst voor kleine ruimtes

Bent u bang bent voor kleine ruimtes (claustrofobie)? Vertel dit aan uw behandelend arts. Uw arts kan dan voor het onderzoek een ontspannend medicijn voorschrijven. Houd er rekening mee dat u door het medicijn niet mag autorijden of fietsen. Regel vooraf dat iemand u na het onderzoek naar huis kan brengen.

Als u zo veel last heeft van angst voor kleine ruimtes (claustrofobie) dat u twijfelt of het onderzoek wel gaat lukken: neem dan telefonisch contact met ons op, het telefoonnummer vindt u in het contactkader. We bespreken dan hoe we het onderzoek toch mogelijk kunnen maken.

Onderzoek

Melden aan de balie

Op de afgesproken tijd gaat u naar de afdeling Nucleaire Geneeskunde en meldt u zich bij de balie. Als u een schriftelijke afspraakbevestiging heeft, neem deze dan mee. Heeft u deze niet, dan krijgt u bij de balie een sticker met uw gegevens. De laborant heeft deze nodig, dus houd deze bij de hand.

Plassen en wegen

Wanneer u aan de beurt bent, vraagt de laborant u naar het toilet te gaan om te plassen. Daarna wordt u gewogen. 

Radioactief middel laten inwerken

Via een infuus wordt een radioactieve stof in uw bloedvat gespoten, meestal in combinatie met een plasmiddel. Dit doet geen pijn en de stof heeft geen bijwerkingen. 

De radioactieve stof moet ongeveer 1 uur inwerken. In dit uur zit u in een aparte kamer in een comfortabele stoel. Tijdens het wachten kunt u iets lezen, muziek luisteren of uw telefoon of tablet gebruiken. Door het lood in de muur kan het wel zijn dat de internetverbinding minder goed is.

 Vanwege de straling mag er geen begeleider bij u blijven. 

Plassen

Wanneer het uur voorbij is gaat u naar het toilet en plast u goed uit. Het is erg belangrijk dat uw blaas goed leeg is. Urine is namelijk zichtbaar op de scan. Daarom is het ook belangrijk dat u geen urine op uw huid of ondergoed morst en dat u uw handen goed wast. We raden u aan zittend te plassen. 

Scan

Daarna brengt de laborant u naar de kleedkamer, waar u alle metalen voorwerpen weg kunt leggen. De kleedkamer kan op slot. Daarna neemt de laborant u mee naar de ruimte waar de PET/CT-scan gemaakt wordt.

U gaat op uw rug op de onderzoekstafel liggen. Uw hoofd komt in een hoofdsteun en als het enigszins mogelijk is, doet u uw armen boven uw hoofd. Vervolgens wordt de scan gestart. Het is belangrijk dat u tijdens het hele onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen.

Tijdsduur

In totaal bent u ongeveer 2 uur op de afdeling. De scan zelf duurt ongeveer 20 minuten.

Nazorg

Contact met anderen

De hoeveelheid gebruikte straling is klein en verdwijnt snel. Na het onderzoek kunt u normaal omgaan met volwassenen. Kinderen onder de 3 jaar zijn extra gevoelig voor straling. In de 24 uur nadat de radioactieve stof toegediend is, is het daarom beter om niet te lang heel dicht bij een jong kind te zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat u hem/haar niet langer dan een half uur op schoot houdt. Verder kunt u kinderen gewoon verzorgen. Het is ook aan te raden de eerste 24 uur wat afstand te houden van zwangere vrouwen.

Uitslag van het onderzoek

De uitslag van het onderzoek krijgt u van uw behandelend arts. De onderzoeker mag u hierover geen informatie geven. De uitslag van bepaalde onderzoeken kunt u na 2 weken ook inzien in uw eigen dossier via Mijn Antonius.

Code NG 05-O

Terug naar boven