Behandelingen & onderzoeken Plastische Chirurgie

Haperende vinger

Een haperende vinger (triggerfinger) is een aandoening van de pezen in de hand en vinger. Om dit te behandelen is een poliklinische ingreep nodig.

Meer over haperende vinger

Bij een haperende vinger is de pees waarmee u uw vinger kunt buigen verdikt. Daardoor kan deze niet meer mooi door de peesschede glijden. De verdikking zit bij het gewricht van de vinger of duim aan de binnenkant van de hand: de handpalm. Als de pees door de verdikking is vastgelopen, moet u uw vinger ‘helpen’ met strekken. Daarbij voelt u een ‘knapje’. Ook kan buigen of strekken pijnlijk zijn. Een haperende vinger kan ontstaan door overbelasting, maar meestal is de oorzaak onbekend. Een haperende vinger is onschuldig maar wel lastig.

Behandeling

Naar het ziekenhuis

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de afdeling waar u wordt geopereerd. Een assistente komt u halen en begeleidt u naar de behandelkamer. 

De operatie

  • U gaat op de behandeltafel liggen met uw arm opzij.
  • Voordat de ingreep begint, krijgt u een verdovende prik in uw hand. Mogelijk krijgt u ook een band (tourniquet) om uw bovenarm.
  • Via een sneetje van 1,5 cm snijdt de arts vervolgens de peesschede open. De verdikte pees krijgt daardoor weer ruimte.
  • Uw huid wordt gehecht.
  • U krijgt een drukverband rond uw hand en pols.

De ingreep duurt ongeveer 15 minuten.

Nazorg

Herstel

  • De controle voor het verwijderen van de hechtingen vindt 10 tot 14 dagen na de ingreep plaats.
  • In de eerste 6 weken na de operatie kunt u beter geen voorwerpen stevig vastgrijpen of veel kracht uitoefenen. Zo voorkomt u nieuwe overbelasting van de vinger.
  • De duur van het herstel na de operatie verschilt per persoon. Het is afhankelijk van hoe goed de wond geneest en de vinger herstelt.
  • 2 weken na het verwijderen van de hechtingen raden we u aan voorzichtig te zijn met het uitoefenen van kracht op het gebied rond de wond. Denk daarbij aan het tillen van zware dingen, het wringen van een dweil of doekje en het openen van een pot.
  • Soms komt het voor dat het litteken en het gebied rondom het litteken langere tijd (variërend van weken tot maanden) gevoelig is bij aanraking en bij druk zetten. Ook kan het litteken hard aanvoelen. Deze klachten zijn bijna altijd tijdelijk.
  • De wond mag nat worden, afhankelijk van hoe de wond geneest. Zorg er echter voor dat de wond niet week wordt binnen 3 tot 4 dagen na het verwijderen van de hechtingen.
  • Als uw hand/pols stijf blijft of als u merkt dat deze nog niet goed kunt bewegen, is het mogelijk om handtherapie in te schakelen. Dit doet u doe in overleg met de verpleegkundige, die vraagt de therapie voor je aan.
  • Binnen 6 tot 8 weken na de operatie plannen we een nacontrole in. Als het goed gaat en u geen vragen meer heeft, dan is deze nacontrole mogelijk niet nodig. 

Oefeningen na de operatie

Voer de oefeningen die u hieronder ziet, 1 keer per 2 uur uit. Herhaal elke oefening op souplesse 8 tot 10 keer. Heeft u last van stijfheid, gebruik dan de andere hand om te helpen een vuist te maken. Doe dit tot de pijngrens, ga daar niet overheen. 

Oefeningen

Oefeningen dag 0-5

Oefeningen triggerfinger
  1. Strek uw vingers volledig, maar overstrek uw hand niet.

 

 

 

 

Oefeningen triggerfinger

2. Buig uw vingers tot een dakje. Houd deze stand 2 seconden vast.

 

 

 

Oefeningen triggerfinger

3. Maak een volledige vuist, maar zet geen kracht. Bij deze oefening zijn al uw vingers gebogen en uw duim blijft buiten de vuist. Wanneer een volledige vuist niet mogelijk is, pak dan een voorwerp erbij dat een cilindervorm heeft en maak daar een vuist omheen. Als het goed gaat, kunt u een steeds kleinere cilinder pakken. Voer deze oefening langzaam uit. U maakt binnen 8 tellen een vuist en daarna maakt u uw hand binnen 8 seconden weer recht. 

 

Oefeningen vanaf dag 5

Oefeningen triggerfinger

4A. Houd uw geopereerde vinger net onder het tweede gewricht van boven vast. Buig het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 2 seconden vast. 
4B. Strek vervolgens het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 2 seconden vast.

 

Oefeningen triggerfinger

5A. Houd uw geopereerde vinger net onder het laatste gewricht van boven vast. Buig het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 2 seconden vast. 
5B. Strek daarna het gewricht zover mogelijk. Houd deze stand 2 seconden vast. 

 

 

Oefeningen triggerfinger

6. Strek de laatste twee gewrichten van uw vingers zo recht mogelijk. Houd deze stand 2 seconden vast.

Algemene aandachtspunten

Geef uw hand meer rust wanneer sprake is van onderstaande punten.

Wat zijn signalen van overbelasting?

  • U heeft pijnklachten die langer aanhouden dan 15 tot 20 minuten na de oefeningen/activiteiten.
  • Uw hand vertoont een vurige roodheid.
  • U heeft een zwelling die niet verdwijnt na het nemen van onderstaande maatregelen.

Wat doet u als u last heeft van vocht in de hand en pols?

  • Houd uw hand hoog (gebruik een mitella/sling).
  • Leg uw hand ’s nachts op een kussen.
  • Beweeg elk uur uw nek, schouder en elleboog.
  • Voeg het spreiden en sluiten van uw vingers toe aan de oefeningen.

Welke polspositie moet u aanhouden?

Let erop dat u uw pols in de goede stand houdt. Zo krijgt de zenuw in de tunnel ruimte. Uw pols staat in de goede stand wanneer de middelvinger in het verlengde van de onderarm is.

Polspositie triggerfinger
Houdingen triggerfinger

Mogelijke complicaties

Bij elke ingreep is er een kans op complicaties, dus ook bij deze. Heel zelden komen infecties voor. Uw vinger kan aan de binnenzijde wat prikkelend of doof aanvoelen. Ook dit komt maar zelden voor. Een zenuwtakje werkt dan door de ingreep tijdelijk wat minder goed. Dit herstelt binnen een paar weken vanzelf. Neem contact op met uw specialist als de pijn na de 2e dag erger wordt.

De haperende vinger kan aan dezelfde vinger in principe niet meer terugkeren. Wel kan bij een andere vinger hetzelfde probleem ontstaan. Als u na de ingreep klachten krijgt, neem dan contact op met uw huisarts of specialist.

Contact opnemen

Heeft u na ontslag dringende vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Tot 24 uur na ontslag

  • Tijdens kantooruren met de poli Plastische Chirurgie,  T 088 320 24 00.
  • Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.

Na 24 uur na ontslag

  • Tijdens kantooruren met de poli Plastische Chirurgie, T 088 320 24 00.
  • Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.

Expertise en ervaring

De hand- en polschirurgen van het St. Antonius Ziekenhuis behandelen klachten aan vinger(s), hand en pols en bieden deskundige begeleiding rondom een operatie en bij revalidatie. Ook geven zij tips en instrumenten om in het dagelijkse leven om te gaan met eventuele beperkingen. Hierbij werken wij intensief samen met andere deskundigen, zoals gespecialiseerde handtherapeuten, ergotherapeuten, revalidatieartsen en reumatologen.

Wij bieden combinatiespreekuren tussen hand- en polschirurgen en hand- en ergotherapeuten. Bij dit spreekuur kan ook een revalidatiearts of reumatoloog aanwezig zijn.

Gerelateerde informatie

Code PCH 15-B

Terug naar boven