Stomazorg

Veelgestelde vragen Stomazorg

Veelgestelde vragen over stoma en de relevante zorg

Als er een (hele) kleine kans is op aanleg van een stoma, zal niet altijd een informatief gesprek stomazorg vooraf noodzakelijk zijn. De behoefte hiernaar wordt met u overlegd. 
Wel zal de verpleegkundig consulent stomazorg u voorafgaande aan de operatie al bezoeken om een (nood) stip met een marker op uw buik af te tekenen. Dit gebeurt dus bijna altijd bij operaties aan uw dikke darm, hoe klein de kans ook is. Zij kan samen met u kijken naar een zo optimaal mogelijke plek. Zij zal u hierbij laten zitten, liggen, staan en bukken. Als tijdens de operatie blijkt dat de stoma onverhoopt toch nodig is, is de juiste positie al gemarkeerd. Een chirurg zelf kan dit bij u, in uw liggende positie tijdens de operatie, niet goed beoordelen. Er bestaat dan kans dat u er naderhand last van ervaart.

Dit is normaal. Het heeft te maken met de peristaltiek van uw darm: de beweging van uw darm om de ontlasting door uw darm voort te bewegen. Deze beweging is zichtbaar als u een stoma heeft.

Het inhechten van de stoma kan bij iedereen anders uitpakken. Een ideaal stoma steekt 1,5 tot 3 cm boven de huid uit. Er kunnen omstandigheden zijn, zoals een dikkere buiklaag, waardoor er minder ruimte overblijft om lengte te creëren. Mocht dit problemen geven bij de hechting van uw stomamateriaal, dan kan een stomaverpleegkundige met u meekijken om passend materiaal te vinden.

Een bolling bij de stoma, betekent niet altijd dat er sprake is van een probleem. Het kan zijn dat u last heeft van een zwakkere buikspier. Ook kan het zijn dat er meer lengte van uw darm onderhuids aanwezig is wat opstroopt in een lus. Omdat van buitenaf niet te beoordelen is wat er aan de hand is, is het raadzaam deze bolling te laten onderzoeken door een stomaverpleegkundige. Zij kan bepalen of er sprake zou kunnen zijn van een stomabreuk (zie ook het informatiekopje bij stomaproblemen).

Darmslijmvlies is gevoelig weefsel, dat vrij snel wat kan bloeden. Het is vergelijkbaar als bij tandvlees wat mogelijk een spoortje bloed afgeeft bij het poetsen. Dit is niet iets  om u ongerust over te maken.

Wij adviseren u om uw stoma met water schoon te maken, omdat hier geen bestandsdelen aan toegevoegd zijn. De stoma is niet steriel en hoeft u ook niet steriel te verzorgen of te desïnfecteren. Kraanwater kunt u hiervoor prima gebruiken.

Daarnaast wordt de huid belast door het afplakken met stomamateriaal. De huidplaat van uw stomamateriaal is wel zó ontwikkeld dat de huid rondom de stoma optimaal beschermd wordt tegen ontlasting, urine, transpiratie, mico-organismen en schimmels. Elke toevoeging die u erbij gebruikt, zoals zepen, lotions of desinfecterende middelen, kan een negatieve invloed hebben op de conditie van uw huid. Ook kunnen sommige bestandsdelen ervoor zorgen dat het stomamateriaal minder goed plakt, met eventueel lekkage tot gevolg.

Er zijn doekjes, spays of crèmes op de markt die bijvoorbeeld een extra beschermlaagje op uw huid aanbrengen of lijmrestjes van uw stomamateriaal gemakkelijker verwijderen. Gebruik deze alleen op advies van uw stomaverpleegkundige. Deze producten worden niet altijd vergoed door uw zorgverzekeraar. Bij goede verzorging van uw stoma zijn deze ook  niet altijd noodzakelijk.

Het is verstandig om dit altijd even na te laten kijken door een afspraak te maken óf het versturen van een foto. Meestal gaat het om wat wild vlees (zie boven de beschrijving van hypergranulatie) Dit kan geen kwaad. Mocht u er toch last van hebben, dan kan het in sommige gevallen aangestipt worden. Dit kan alléén op voorschrijven van een arts of stomaverpleegkundige en gebeurt met een stokje zilvernitraat. Dit zal de groei wat remmen, zodat het gemakkelijker verdwijnt.

In principe mag u alles doen met uw stoma. Bij tillen moet u er alleen wel op letten dat u niet te zwaar tilt; we adviseren een gewicht van gemiddeld 5 tot maximaal 15 kilo. Hoeveel u mag tillen is onder ander afhankelijk van uw conditie en eventuele andere gezondheidsproblemen. Bespreek met uw stomaverpleegkundige wat dit in uw situatie betekent. Bij tillen ontstaat er namelijk en verhoogde buikdruk. Hierdoor is de kans op het krijgen van een stomabreuk groter.

Het is daarentegen wel goed om uw buikspier juist in goede conditie te houden. Dit kunt u doen door buikspieroefeningen te doen. Uw stomaverpleegkundige vertelt u wat in uw specifieke situatie wel en niet mogelijk is.

Twijfelt u over een specifieke sport of activiteit? Vraag dit dan uw stomaverpleegkundige.

De hechtingen die in de stoma geplaatst zijn meestal oplosbaar. Op de polikliniek halen we (de resten) hiervan eruit. Dit doen we omdat deze soms toch klachten kunnen geven. Het kan gaan trekken of kleine wondjes geven die uitmonden in het krijgen bultjes wild vlees (hypergranulatie). Het kan in de praktijk voorkomen dat uw afspraak bij de polikliniek stomazorg iets later is dan een week na ontslag. Heeft u bovenstaande klachten? Dan is het verstandig om eerder contact met de polikliniek Stomazorg op te nemen.

U kunt met uw stoma prima zwemmen. Wel kan het zijn dat uw stomamateriaal door de warmte (bijvoorbeeld van het water) iets elastischer/ soepeler wordt, waardoor sneller verzadigd raakt. Soms is het raadzaam het stomamateriaal rondom wat extra vast te plakken te geven, als u merkt dat de randjes de neiging hebben om op te rollen. Hiervoor zijn speciale strips beschikbaar. Deze kunt u op voorschrijven van de stomaverpleegkundige bestellen bij een medisch speciaalzaak.

Plak het filter van uw darmstoma af

Plak als u gaat zwemmen het filter van uw darmstoma af met de daarvoor bestemde sticker uit uw materiaaldoos. Deze beschermen het filter. Doet u dit niet, dan wordt het filter nat en werkt het niet meer. De toegangspoort naar het filter zit vaak onder het non-woven toplaagje dat over het stomazakje heen zit, aan de achterzijde. Dit kunt u opzij vouwen om eronder te komen. Bent u na het zwemmen weer opgedroogd, verwijdert u de sticker weer. Draag de sticker alleen als het filter nat kan worden, bijvoorbeeld als u in bad gaat of gaat zwemmen.

Kleiner stomazakje

U kunt er tijdens het zwemmen ook voor kiezen om een kleiner stomazakje te gebruiken. Dit betekent wel dat het zakje dan sneller vol is. Heeft u een stoma op uw dikke darm? Dan kunt u tijdens het zwemmen ook gebruik maken van een plug. Lees meer over het gebruik van een plug onder de vraag 'Kan ik mijn stoma tijdelijk afsluiten? '

Speciale zwemkleding

Er zijn speciale zwembanden en zwemkleding verkrijgbaar voor mensen met een stoma. Bijv. op www.bellastoma.be

U hoeft met een stoma geen speciaal ondergoed aan. Sommige stomadragers hebben daar echter wel behoefte aan. Er zijn verschillende fabrikanten die via het internet speciaal ondergoed voor stomadragers bieden. Bij Stomazorg hebben wij goede ervaring met de producten van Matéma Medisch Maatwerk.

Ook (cosmetische) stomabanden zijn op diverse websites verkrijgbaar. Cosmetische banden en ondergoed worden door de zorgverzekeraar niet of nauwelijks vergoed.

Ondersteunende en corrigerende buikbanden zijn steviger gemaakt dan alleen de cosmetische variant. Ze worden voornamelijk ingezet bij stomaproblematiek zoals een stomabreuk of een uitstulping van de stoma (prolaps). De druk van de band is juist nodig op de plek van de stoma zelf. De peristaltiek van de darm gaat maar één kant op en zal door het dragen van een band niet (volledig) stoppen. Wel kan het zijn dat de afloop zonder een band gemakkelijker gaat.

Uit angst dat er geen afloop is of dat er lekkage ontstaat, worden er vaak onterecht openingen in een band geknipt. De rek en druk die juist nodig was voor verhelpen van het probleem, is daarmee verdwenen. De band heeft dan geen goede corrigerende en ondersteunende functie meer. Ook zal de opening ervoor zorgen dat er een tegengestelde stuwing ontstaat. Hierdoor kunnen er ongewild juist meer problemen ontstaan, zoals het (nog) meer uitrollen van stomaslijmvlies bij een prolaps. Doen er zich problemen voor? Overleg dan altijd met uw stomaverpleegkundige om samen de juiste oplossong te vinden. Mocht er toch een opening in het materiaal moeten komen, dan wordt dit altijd gedaan door een coupeuse van de medisch speciaalzaak. Er zal dan ook altijd een anti-prolapsflap op gemaakt worden om bovengenoemde problemen te voorkomen.

Een verstopping komt alleen voor bij darmstoma’s. Als u een verstopping heeft, dan zult u merken dat er geen of nauwelijks ontlasting komt. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals een voedselprop, te weinig drinken of medicatie waarbij een vertraagde stoelgang ontstaat. Ook kan het zo zijn dat er een medische oorzaak is zoals een verdraaiing of inklemming van de darm. Dit noemen we een 'obstructie' of 'afsluiting'. Beiden zorgen voor minder of geen ontlasting, maar geven andere klachten. Ze vragen ook om een andere aanpak.

Heeft u een dunnedarmstoma? Dan moet u elke dag ontlasting hebben. Bij een dikkedarmstoma is uw ontlastingspatroon vaak hetzelfde als voordat u een stoma kreeg. had u voor u een stoma kreeg ook maar eens per drie dagen ontlasting, dan zal dit met stoma vaak ook zo zijn.

Heeft u geen ontlasting? Neem dan altijd contact met uw huisarts of stomaverpleegkundige om te overleggen. Zij kunnen nagaan wat er aan de hand zou kunnen zijn en u advies geven over hoe het probleem op te lossen is.

Een rode huid kan tal van oorzaken hebben. Wellicht:

  • bent u gevoelig voor het afplakken van de huid;
  • is er een teveel aan (transpiratie)vocht dat niet opgenomen wordt of
  • komt de huid juist in aanraking met ontlasting of urine.

Als u last heeft van een rode huid rond uw stoma dan is het raadzaam  een afspraak te maken met de stomaverpleegkundige. Zij onderzoekt wat de oorzaak is van de roodheid en geeft u advies om de roodheid te verhelpen.

Ja, dat kan. Hierbij kan praktisch gezien weinig verkeerd gaan met het stomamateriaal. Wel is het raadzaam ervoor te zorgen dat het zakje geleegd of gewisseld is. Op die manier zal het zakje praktisch geen belemmering vormen.

Mentaal gezien kan de aanleg van een (nieuw) stoma veel vragen met zich meebrengen. Omdat uw lichaam is veranderd, kan dit zorgen voor gevoelens van onzekerheid en soms zelfs gevoelens van schaamte. Deel deze gevoelens met uw partner en/of omgeving/ stomaverpleegkundige. We begrijpen dat dit niet altijd een gemakkelijk onderwerp is om over te praten. Tijdens de poliklinische vervolgafspraken zullen wij hier aandacht aan schenken. Het is aan u om te beslissen óf u erover wilt spreken en met wie. We hopen u meer vertrouwen te kunnen geven door met u te bekijken of er mogelijkheden zijn om u prettiger te voelen met uw stoma. 

De afloop die een stoma dient te hebben is voor een groot deel afhankelijk van het soort stoma dat u heeft.

Stoma op de dunne darm

Een stoma op de dunne darm zal vanwege de plaatsing op dat deel van de darm automatisch meer afloop hebben. Dit komt omdat er nog veel vocht in de ontlasting aanwezig is omdat de functie van de dikke darm er (tijdelijk) niet meer is.

Stoma op de dikke darm

Bij een stoma op de dikke darm zal dit vocht in de ontlasting al deels weer opgenomen zijn uit de darm. De ontlasting is daardoor ook compacter. Als u vóór aanleg van de stoma eenmaal per 2 dagen ontlasting had, is het niet vreemd dat dit met een stoma ook eens een dag overslaat. Had u voorheen echter dagelijkse ontlasting en heeft u met uw stoma 2 dagen lang geen ontlasting, dan is het verstandig om maatregelen te nemen om de afloop van uw stoma te verbeteren.

Urinestoma

Een urinestoma zal meer of minder aflopen afhankelijk van wat u gedurende een dag drinkt. Elke paar uur zou er zeker urine in de stomazak moeten zitten.

Bij sommige operaties is er vanaf uw anus nog een stuk van uw darm aanwezig. Deze staat door plaatsing van de stoma niet meer in verbinding met de rest van de darm die ontlasting afloopt. Toch kan er, vooral in de eerste periode na de aanleg van de stoma (enkele dagen tot weken na de operatie), nog ontlasting in dat deel van de darm aanwezig zijn. Daarbij geeft de darmwand van zichzelf slijm af. Als dit zich verzamelt, kunt u het gevoel hebben dat u naar het toilet moet. We adviseren u dan om naar het toilet te gaan en met lichte druk te kijken of u iets kwijt kunt raken. Slijm kan er helder tot grijzig/lichtbruin of glazig uitzien en kan sterk ruiken. Zolang er geen bloed bij zit, u geen pijn heeft en/of koorts heeft, dan is het verlies van alleen slijm of oude ontlasting een normaal. Heeft u wel één van de bovengenoemde klachten, dan is het raadzaam contact op te nemen.

Een andere mogelijkheid is dat er bij u een operatietechniek is toegepast, waarbij er naast een producerende opening in uw stoma, ook een darmlisje (een ander darmuiteinde) is die naar de rest van uw darm loopt en richting de anus. Dit noemt men een dubbelloops stoma. Hieruit zal in principe alleen wat slijm kunnen komen. Echter komt het in de praktijk soms voor dat er ontlasting uit het producerende deel, druppelsgewijs overloopt in deze andere opening. Die kleine hoeveelheid kunt u dan rectaal verliezen.

Is het onduidelijk wat er aan de hand kan zijn? Neem dan contact op met uw behandelend specialist, stomaverpleegkundige of huisarts.

Dit verschijnsel komt alleen voor bij darmstoma’s en wordt veroorzaakt door gasvorming. Dit zult u bij aanleg van een stoma via het stomazakje kwijtraken. Daarom is het darmstomamateriaal voorzien van een filter. Deze filters werken tussen de 8 uur en 24 uur. Hoeveel gasvorming u heeft, heeft onder andere te maken met wat u eet. Bij koolsoorten zal dit filter sneller uitgewerkt zijn dan bij producten die voor minder gasvorming zorgen. U kunt merken dat een filter is uitgewerkt doordat er geur ontstaat óf doordat het gas het zakje niet meer kan verlaten. Het zakje gaat dan bol staan van de lucht. Mocht u het zakje al meerdere uren dragen, kan het tijd zijn dat u het zakje ook vervangt. Mocht dit al vrij snel na aanbreng van een nieuw zakje zijn, kan het merk/ filter niet goed passend zijn bij uw specifieke eet-/ leefomstandigheden. Het proberen van een ander merk stomamateriaal kan uitkomst bieden.

Een zakje extra ontluchten door legen via de of onderzijde (bij open zakjes) een extra gaatje te prikken of via een koppeling (bij een tweedelig systeem) zijn geen effectieve oplossingen. Gasvorming kan zich na korte tijd opnieuw voordoen. Doordat de oorzaak van het verzadigde filter niet verholpen is, blijft u dezelfde problemen van geur of een bolstaand zakje ervaren.

Bij darmstoma’s kan dit te maken hebben met uw filter. Vaak is een slechtwerkend of vroegtijdig verzadigd filter de oorzaak. Daarnaast is het ook van groot belang dat u controleert of uw stomazakje nog goed hecht. Geur kan ook te maken hebben met een (beginnende) lekkage van uw materiaal of een achtergebleven spettertje na het legen (bij de geïntrigeerde klittenbandsluiting van een leegbaar zakje)

Bij urinestoma’s kan het zijn dat de urine een sterkruikende geur heeft.  Dit heeft voor een deel met de zuurgraad van uw urine te maken. Het drinken van minimaal 2 liter vocht kan hierbij helpen.  Ook kan het gebruik van cranberrycapsules een verbetering geven.

Bij urinestomamateriaal is het eveneens raadzaam om zowel te kijken naar de hechting van uw materiaal en te kijken urinedruppeltjes op het dopje zijn gekomen bij het legen van de stoma. Ook dit kan geur afgeven.

U kunt zowel mét als zonder materiaal onder de douche. Voor de stoma is douchewater niet schadelijk, mits u niet te heet doucht. Het is belangrijk dat u de de huid direct rondom uw stoma niet met zeep, shampoo of andere middelen wast. Als er water met sop langs heen stroomt, is alleen naspoelen met water voldoende. Het kan zijn dat uw stoma wat productie geeft op het moment van douchen. Een gaasje bij de hand houden is raadzaam. Na het douchen en afdrogen (en uitdampen van uw huid) kunt u weer uw eigen materiaal aanbrengen.

De peristaltiek van uw darm  (voortstuwende bewegingen die uw darm maakt) gaat alleen naar buiten. Er kan daardoor niet zomaar water door uw stoma naar binnen gaan. 

Voor uw stoma op de dikke darm is er geen dieet nodig. Het kan zijn dat u wat gevoeliger reageert op specifieke producten zoals sterke kruiden. Gasvormende voedingsmiddelen zoals koolsoorten, bonen en ui mag u gewoon eten. Wel kan het zijn dat u dan meer gasvorming hebt in uw stomazakje. Mocht u dat vervelend vinden, dan kunt u deze producten mijden.

Voldoende drinken (minimaal 2 liter) en inname van vezels bijvoorbeeld uit granenbrood, fruit/ en groenten, zorgen ervoor dat uw ontlasting soepel blijft.
Bij een stoma op uw dunne darm zijn er een aantal voedingsmiddelen die voor een verstopping kunnen zorgen. Bij een verstopping door een voedselprop is er geen afloop meer van uw stoma. We adviseren u om de volgende voedingsmiddelen te mijden of hier voorzichtig mee te zijn:

  • asperges
  • bleekselderij
  • champignons
  • mais (popcorn)
  • zuurkool
  • harde rauwkost
  • noten en pinda’s
  • taai of draderig vlees
  • citrusvruchten vanwege de 'velletjes' in het vruchtvlees
  • verse ananas
  • gedroogde vruchten (dadels, vijgen, pruimen)
  • kokosproducten

Eet u een keer wel een van bovenstaande voedingsmiddelen? Zorg er dan voor dat deze goed gaar kookt, goed fijnsnijdt een ook goed kauwt.

Bij een urinestoma is een dieet in principe niet nodig. Het drinken van minimaal 2 liter bevordert de juiste samenstelling van urine. Mocht de zuurgraad toch niet goed zijn, dan kan het helpen te bekijken welke voedingsproducten of drinken helpen om de zuurgraad te verbeteren. U kunt hierbij denken bijvoorbeeld aan vlees of koffie en fruitsappen.

Nee, u blijft niet altijd laxeermiddelen gebruiken.

Het kan wel voorkomen dat uw behandelend specialist met een specifieke reden laxeermiddelen blijft voorschrijven, omdat u zonder deze middelen teveel problemen heeft met uw stoma.

Heeft u een dunnedarmstoma?

Dan gebruikt u sowieso geen laxeermiddelen. Dit type stoma zit namelijk op een hogere plek in het maagdarmstelsel, waar de ontlasting altijd dun is. Bij een stoma op de dunne darm kan er geen sprake zijn van verstopping (door obstipatie). Daarom is het gebruik van laxeermiddelen bij dit type stoma niet zinvol. Als er geen afloop is, heeft dit een andere oorzaak. Bijvoorbeeld een afsluiting van de darm (obstructie). Neem als dit gebeurt contact op met uw specialist. In het antwoord op de vraag Moet ik een dieet volgen?  Leest u welke voedingsmiddelen verstopping kunnen veroorzaken.

Heeft u een dikkedarmstoma?

Of het slikken van laxeermiddelen bij een dikkedarmstoma (colostoma) zinvol is om uw ontlasting soepeler te maken of beter op gang te houden, is afhankelijk van de oorzaak van uw klachten of verstopping. Bij de aanleg van de stoma is veelal ook de oorzaak verholpen, zoals ontstekingen of een tumor. Tijdens de ziekenhuisopname geven we u als er een colostoma is geplaatst laxeermiddelen totdat uw ontlastingspatroon goed op gang is. Daarna adviseren we u om het lichaam zelf weer de stoelgang te laten regelen. Hierbij is het belangrijk om goed te drinken en voldoende vezels binnen te krijgen. Als dit niet voldoende is en u het idee heeft dat u snel last heeft van verstopping, dan kunt u ter ondersteuning nog heel af en toe een laxeermiddel gebruiken. Overleg dit altijd met uw behandelend specialist. Het is namelijk belangrijk om uw ontlasting niet kunstmatig dun te houden. Bij een stoma op uw dikke darm zal de ontlasting ook dik zijn, net als dat u dit zonder stoma zou hebben gehad.

Dit is afhankelijk van het soort stoma dat u heeft.

Heeft u een stoma op de dikke darm? Dan is er wat speling nodig in verband met de peristaltiek (voorstuwing van uw darm) van de dikke darm. Hierdoor kan uw stoma wat bewegen. Als u de mal dan te krap maakt, kan deze in het slijmvlies snijden en/of kan er lekkage ontstaan doordat de ontlasting onder de huidplaat komt.

Bij een stoma op de dunne darm juist belangrijk een goed passende mal te hebben, om te voorkomen dat ontlasting op uw huid inwerkt. In de dunne darm is de ontlasting dunner waardoor u minder te maken heeft met peristaltiek van de darm. Wel bevat ontlasting uit uw dunne darm onder andere nog galzouten, die een etsende werking hebben op uw huid. Als u de mal te groot knipt, kunt u binnen een aantal uren al een schrijnend gevoel van uw huid hebben.
Uw huidplaat bevat alle benodigde bestandsdelen om uw huid goed te beschermen tegen invloeden van buitenaf.  Zeker de eerste tijd na de operatie zal uw stoma nog slinken. Het daarop aanpassen van uw malmaat is dan van groot belang om problemen te voorkomen.

Bij een urinestoma zal ook de malmaat mooi passend moeten zijn om huidproblemen door urine te voorkomen.

Alleen als uw stoma op het einde van uw dikke darm geplaatst is, is het mogelijk om uw stoma tijdelijk af te sluiten. Hiervoor kunt u gebruik maken van een plug. Dit is een tampon gemaakt voor in uw stoma. Hieraan vast zit een stomapleister met filter waarmee u de plug op zijn plek houdt. Uw darm moet wel te wennen aan het dragen van een plug. In de praktijk blijkt niet elke darm er geschikt voor te zijn, omdat de plug er 'uitgedrukt' wordt. Het is goed om de draagtijd van de plug op te bouwen. Zo komen we erachter welke maat u nodig heeft en weet u of u een plug prettig vindt en of deze bij u goed werkt.

Een plug wordt veelal ook gedragen nadat een dikke darm schoongespoeld is met water (zie ook het filmpje over irrigeren).

Een stoma op de dunne darm of een urinestoma zal altijd druppelsgewijs blijven aflopen. Doordat urine en ontlasting uit de dunne darm dun is, is het niet mogelijk om de stoma tijdelijk veilig af te sluiten.

Terug naar boven