De bekkenbodem, de blaas, de darmen en de vagina liggen dicht tegen elkaar aan. Daarom komen verschillende klachten vaak tegelijkertijd voor.
Veel vrouwen hebben het gevoel dat er weinig aan hun klachten te doen is. Toch zijn er verschillende goede behandelingen voor bekkenbodemproblemen.
Zwangerschap en bevalling
Het steunweefsel van de baarmoeder en de schede (vagina) en de zenuwen die de bekkenbodemspieren aansturen, komen tijdens de zwangerschap en de bevalling onder spanning te staan en worden daardoor uitgerekt. Soms is deze spanning zo sterk dat het steunweefsel van de vagina en van de baarmoeder beschadigd raakt. Hierdoor vermindert de elasticiteit van de weefsels, en dat kan leiden tot een verzakking. Zware kinderen of een bevalling waarbij een tang of vacuumcup gebruikt is kunnen de weefsels nog meer beschadigen.
Menopauze
Het hormoon oestrogeen helpt om de spieren en weefsels sterk te houden. Dit geldt ook voor de bekkenbodemspieren. Vermindering van dit hormoon tijdens en na de overgang kan het steunweefsel in de vagina (verder) laten verslappen. Door de hormoonveranderingen (dalend oestrogeen niveau) rondom en na de menopauze verslappen alle weefsels in het lichaam; ook het steunweefsel van de geslachtsorganen.
Leeftijd
Naast de menopauze, speelt leeftijd een rol. Op oudere leeftijd worden de bekkenbodemspieren net als andere spieren bij veel vrouwen zwakker.
Erfelijke aanleg
Bij sommige vrouwen is er een aangeboren zwakte van bindweefsel. Zij hebben ook meer kans om last te krijgen van spataderen of lies- en navelbreuken.
Te strak of juist te slap aangespannen bekkenbodem
Normaal zijn de spieren van de bekkenbodem een beetje aangespannen, niet te weinig maar ook niet te veel. U kunt dit een beetje vergelijken met een elastiek: wanneer deze te strak gespannen staat, is er weinig of geen veerkracht. Als er weinig of geen spanning op het elastiek zit, hangt het te los en verliest het ook zijn werking. Ook de bekkenbodem kan te slap zijn of juist te sterk aangespannen.
Een te gespannen bekkenbodem kan problemen geven, bijvoorbeeld met plassen, ontlasten of vrijen. Het gebruik van de bekkenbodem is een leerproces. Daarin kan op vele manieren iets fout lopen, zoals een opvoeding waarin benadrukt wordt dat het onderlichaam vies is. Maar ook een te vroege of te intensieve zindelijkheidstraining en negatieve seksuele ervaringen, zoals verkrachting of incest kunnen een rol spelen.
Andere oorzaken
- Overgewicht, zwaar werk en chronische longaandoeningen kunnen door verhoogde buikdrukken tot bekkenbodemproblemen leiden.
- Het verwijderen van de baarmoeder (vanwege bijvoorbeeld bloedingsklachten) kan ook een verzakking tot gevolg hebben.
Hoe vaak komen bekkenbodemproblemen voor?
- Verzakkingen komen bij 40% van de vrouwen van 40 jaar en ouder voor, maar niet elke vrouw heeft er last van. uiteindelijk heeft 11% van de vrouwen kans om ooit in haar leven een verzakkingsoperatie te ondergaan.
- Ongewild urineverlies komt bij zeer veel vrouwen voor: 1 van elke 4 vrouwen heeft er wel eens last van. Lang niet altijd is het urineverlies ernstig of treedt het elke dag op.
- Dagelijks voorkomend urineverlies komt voor bij 6% van alle vrouwen. Eenderde van hen vindt dit verlies zo hinderlijk dat zij nauwelijks de deur uit durven, bijvoorbeeld uit angst voor doorlekken of een onaangename geur. Urine-incontinentie komt op elke leeftijd voor, maar vaker tijdens de zwangerschap en op oudere leeftijd.
- Incontinentie voor ontlasting kan voorkomen na beschadiging van de kringspier rond de anus bij een bevalling of ook op oudere leeftijd. 4% van de vrouwen boven de 65 jaar heeft er last van. Dit getal neemt toe tot 15% bij 85 jaar en ouder.
Symptomen
Onderzoeken
Bij bekkenbodemproblemen is het belangrijk dat de gynaecoloog goed weet wat uw klachten zijn. Daarom is het belangrijk dat u uw klachten in uw eigen woorden omschrijft. De gynaecoloog vraagt daarna soms nog verder: hoe het gaat met plassen, ontlasting, seksualiteit, en of er andere gynaecologische klachten zijn. Ook ziekten, vroegere medische ingrepen, eventuele eetproblemen, medicijngebruik of zwangerschappen kunnen ter sprake komen. Al deze onderwerpen zijn mogelijk van belang voor uw klachten en daarmee voor verder onderzoek en behandeling. Na het eerste gesprek volgt een gynaecologisch onderzoek. Aan de hand van uw klachten, het gesprek, en het gynaecologisch onderzoek bespreekt de arts met u of aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Een aantal van deze onderzoeken wordt hieronder beschreven. Soms wordt nog meer onderzoek geadviseerd, zoals echoscopisch onderzoek of gespecialiseerde röntgenfoto’s. De gynaecoloog geeft u dan verdere informatie.
Gynaecologisch onderzoek
De gynaecoloog vraagt u plaats te nemen op een gynaecologische onderzoekstoel. U ligt met uw benen gespreid, zodat de ingang van de vagina goed zichtbaar is. Als u dat wilt, kunt u vragen of u mee kunt kijken met een spiegel. Vaak begint de gynaecoloog met de vraag of u wilt persen. Soms is dan al een verzakking te zien. Daarna wordt een speculum (eendenbek) in de vagina ingebracht. De baarmoedermond kan nu bekeken worden. Soms vraagt de gynaecoloog u nogmaals om te persen. Een kleinere verzakking is zo zichtbaar.
Vaginaal toucher
Daarna doet de arts vaak een inwendig onderzoek (vaginaal toucher). Twee vingers worden in de vagina ingebracht en hij of zij legt de andere hand op de buik. De baarmoeder en eierstokken worden zo afgetast. Soms vraagt de arts u nogmaals te persen of juist om de spieren van de vagina aan te spannen. Dit laatste om de kracht van de bekkenbodemspieren te meten.
Rectaal toucher
Als er ontlastingsproblemen zijn kan de gynaecoloog een vinger in de anus inbrengen om de achterwand van de vagina en de bekkenbodem te beoordelen (rectaal toucher).
Vaginale echo
Meestal maakt de gynaecoloog ook nog een vaginale echo; om de baarmoeder en eierstokken te onderzoeken. Mogelijk kan een afwijking aan de baarmoeder of eierstokken de verzakkingsklachten veroorzaken en moeten deze eerst behandeld worden.
Urineonderzoek
Een urineonderzoek kan aantonen of er sprake is van een blaasontsteking. Hiervoor is een ‘gewassen plas’ noodzakelijk. U maakt hiervoor eerst de ingang van de vagina schoon. Daarna plast u een klein beetje uit, en de middelste stroom van de urine vangt u op in een potje.
Röntgenfoto van de endeldarm (defaecografie)
Soms is een röntgenfoto van de endeldarm (defaecografie) nodig. Hieronder leest u hierover meer.
Behandelingen
Niet alle bekkenbodemproblemen geven klachten. Als er geen klachten zijn, is behandeling niet nodig. Als er wel klachten zijn, zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk:
- Medicijnen
- Fysiotherapie
- Pessarium (die verschillende vormen kan hebben, bijvoorbeeld ring, schijf, kubus)
- Seksuologische begeleiding
- Operatie
De soort behandeling is afhankelijk van uw klachten en de bevindingen bij onderzoek. Over het algemeen lijkt het logisch om met de minst ingrijpende behandeling te beginnen. Afwijkingen van de bekkenbodem zijn niet levensbedreigend. Een beslissing hoeft u dan ook nooit onmiddellijk te nemen. Als er niet op een eenvoudige manier wat aan uw klachten te doen is, kan de gynaecoloog u een meer ingrijpende behandeling voorstellen, zoals een operatie.
Medicijnen
Medicijnen kunnen zinvol zijn bij klachten van:
- aandrangincontinentie;
- bij verstopping en
- bij een droge geirriteerde vagina.
Bij andere bekkenbodemklachten zijn zij vaak minder effectief.
Medicijnen bij aandrangincontinentie
Er zijn verschillende medicijnen die aandrangincontinentie kunnen verminderen. Ze hebben nogal eens bijwerkingen (bijvoorbeeld een droge mond). Bij aandrangincontinentie is vaak ook begeleiding van een fysiotherapeut zinvol om te leren de urine langer op te houden. Dit wordt blaastraining genoemd.
Medicijnen bij verstopping
Bij klachten van verstopping (obstipatie) kunnen medicijnen de ontlasting dunner maken. Vaak wordt eerst een dieet met veel vezels en rauwkost geadviseerd. Ook veel drinken (rond 2 liter) en voldoende bewegen is belangrijk. Eventueel kunt u een verwijzing naar een diëtiste vragen.
Medicijnen bij bekkenbodemklachten na de overgang
Naarmate de laatste menstruatie langer geleden is, maken de eierstokken steeds minder hormonen aan. Deze hormonen zorgen voor een soepele vagina en blaaswand. Door een lage hoeveelheid oestrogene hormonen in het bloed wordt de wand van de vagina en de blaas over het algemeen droger en schraler. Seks kan dan pijnlijk zijn. Ook kunnen er steeds opnieuw blaasontstekingen optreden. Daarom is het na de laatste menstruatie (menopauze) altijd zinvol te beoordelen of de klachten verbeteren bij het behandelen van de vagina met vrouwelijke hormonen (oestrogenen). Er zijn tabletten, een soort zetpillen (ovules) en crèmes verkrijgbaar. De crèmes worden via een inbrenghuls (applicator) in de vagina gespoten.
Fysiotherapie, pessarium en/of andere hulpmiddelen
Bij inspanningsincontinentie zijn er naast bekkenbodemoefeningen en een pessarium ook nog een aantal andere mogelijkheden om de klachten te verminderen. Een simpele oplossing is het inbrengen van een (eventueel natgemaakte) tampon in de vagina. Hierdoor wordt de overgang tussen de blaas en de urinebuis als het ware wat naar boven gedrukt, zodat urine moeilijker wegstroomt. Voor vrouwen die bijvoorbeeld alleen tijdens het sporten last van urineverlies hebben, is dit soms een simpele oplossing die voldoende is. Er zijn nog een aantal andere hulpmiddelen die u zelf in de vagina of de urinebuis kunt inbrengen om ongewenst urineverlies tegen te gaan. De arts kan u hierover meer informatie geven.
Seksuologische begeleiding
Seksuologische begeleiding is zinvol als seksuele klachten op de voorgrond staan, bijvoorbeeld bij te sterk aangespannen bekkenbodemspieren. Een seksuoloog is een arts of een psycholoog die gespecialiseerd is in het bespreken van seksuele problemen. In een aantal gesprekken met u (en eventueel met uw partner) wordt ingegaan op uw beleving van de klachten, en wordt gekeken of de klachten met oefeningen verholpen kunnen worden. Dit is vergoede zorg.
Operatie
De gynaecoloog adviseert over het algemeen een operatie als andere maatregelen onvoldoende mogelijkheden bieden. Het soort operatie is afhankelijk van uw klachten, het gynaecologisch onderzoek en de uitkomsten van eventueel aanvullend onderzoek. Een operatie heeft als voordeel dat uw klachten meestal verminderen of verdwijnen. Wel moet u altijd rekening houden met een kleine kans op complicaties of terugkeer van de klachten. Daarnaast moet u voor veel operaties in verband met bekkenbodemproblemen op een herstelperiode van minimaal 6 weken, maar soms ook langer, rekenen.
Kiezen uit 2 behandelingen
Soms is het mogelijk tussen 2 behandelingen te kiezen. Bij inspanningsincontinentie en bij een verzakking is soms zowel een behandeling met een pessarium als een operatie mogelijk. Beide behandelingen hebben voor- en nadelen. De keuze tussen een pessarium of een operatie hangt natuurlijk af van de vraag of er een pessarium voor u is die uw klachten voldoende verhelpt. Als dat niet het geval is, is een operatie de volgende stap. Als een pessarium wel past en uw klachten verhelpt, is het uw beslissing of u de pessarium wilt blijven gebruiken of toch voor een operatie kiest. Bij een pessarium is er altijd een kleine kans dat op latere leeftijd alsnog een operatie noodzakelijk is. Maar ook na een operatie kan het gebeuren dat de klachten weer terugkomen en dat er opnieuw geopereerd moet worden. Samen met uw arts kunt u tot een voor u passende keuze komen.
Adviezen
Bespreek uw emoties
In onze westerse cultuur leren kinderen op jonge leeftijd dat urine en ontlasting vies zijn. Er rust dan ook een taboe op het bespreken van klachten over plassen of ontlasten. Zelfs een gesprek met de naaste familieleden of de partner is vaak moeilijk. Vrouwen voelen zich dan ook nogal eens alleen staan met deze klachten. De kwaliteit van leven kan sterk verminderen door gevoelens van schaamte en je vies voelen, de geur van urine of ontlasting, de angst voor ontdekking door buitenstaanders, het uit de weg gaan van seksueel contact of het uitstellen van zoeken naar deskundige hulp.
Ook klachten over het naar buiten zakken van tampons, over het verliezen van water uit de vagina na het nemen van een bad, of over ‘windjes’ uit de vagina zijn soms moeilijk bespreekbaar. Vrouwen reageren heel verschillend op problemen met urine, ontlasting of seksualiteit: de ene vrouw gaat diep gebukt onder haar urineverlies, een andere gaat hier veel gemakkelijker mee om. Het is daarom belangrijk dat u behalve de klachten ook uw emoties bespreekt met de arts, fysiotherapeut, seksuoloog of verpleegkundige.
Gebruik van incontinentiemateriaal
Als u last heeft van urineverlies kunt u het beste opvangmateriaal gebruiken dat speciaal ontwikkeld is voor urine-incontinentie. Inlegkruisjes of maandverband zijn daarvoor niet gemaakt en blijven vaak te nat. Zo ontstaat gemakkelijk huidirritatie. Ook het wassen met zeep geeft vaak huidirritatie door verstoring van de zuurgraad van de vagina. Al bent u bang voor geurtjes, toch kunt u de schaamstreek het beste alleen met water wassen. Opvangmateriaal, is bij de apotheek verkrijgbaar. De apotheker kan ook advies geven over speciale huidcrèmes en een proefpakket met verschillende soorten opvangmateriaal meegeven. Bij de apotheek liggen vaak verschillende folders over opvangmateriaal. Via uw arts kunt u in contact komen met onze continentieverpleegkundigen die u hier ook over kunnen adviseren. Zij kunnen ook een machtiging regelen voor het incontinentiemateriaal.
Expertise en ervaring
Specialistisch team
De gynaecologen van het St. Antonius Ziekenhuis hebben ieder hun eigen aandachtsgebied waaronder bekkenbodemproblematiek, verzakking en incontinentie. en werken met gespecialiseerde verpleegkundigen, fertiliteitsartsen en verloskundigen. Zij werken nauw samen met andere specialisten in het ziekenhuis om u de zorg te bieden die u nodig heeft. Ook werken ze met de nieuwste behandelmethoden en volgen zij de recente ontwikkelingen op hun vakgebied. Zo kan het zijn dat u eventueel verwezen wordt naar een uroloog, colorectaal chirurg, continentieverpleegkundige, bekkenfysiotherapeut en/of seksuoloog. Zij zijn onderdeel van ons bekkenbodemteam.
Persoonlijk en betrokken
Wij vinden het belangrijk dat u zich op uw gemak voelt. Daarom proberen we uw afspraken zoveel mogelijk bij een vaste behandelaar in te plannen. Een behandelplan stellen wij graag samen met u op maat samen.