Behandelingen & onderzoeken

Voeding na een Whipple-operatie

Een operatie aan de alvleesklier verandert de spijsvertering. Hierdoor wordt eten anders opgenomen door het lichaam. Dit heeft invloed op de voeding. In deze folder staan adviezen over eten na de operatie.

Meer over whipple-operatie

Bij een Whipple-operatie worden een deel van de maag, de twaalfvingerige darm, de galblaas, een stuk van de galbuis en de kop van de alvleesklier verwijderd.

maag voor de operatie
Voor de operatie
Maag na de operatie
maag na operatie 2
Na de operatie

De maag

De maag kneedt het voedsel en mengt het met maagsap (verteren). Daarna gaat het langzaam naar de dunne darm. Bij een operatie aan de alvleesklier kan een stukje van de maag of het klepje van de maaguitgang worden weggehaald. Hierdoor komt eten en drinken sneller en in grotere hoeveelheden in de dunne darm. 

De alvleesklier

De alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, maakt stoffen die helpen bij het verteren van eten en drinken. Deze stoffen heten alvleesklierenzymen. Als eten goed is verteerd, kan de dunne darm de voedingsstoffen opnemen. Bij de operatie wordt een deel van de alvleesklier weggehaald, waardoor er minder van deze stoffen worden gemaakt. Dit kan het verteren van de voeding moeilijker maken.

De twaalfvingerige darm

Bij de operatie wordt de twaalfvingerige darm weggehaald. Dit heeft geen gevolgen voor het verteren van voedsel. 

De galblaas

De galblaas bewaart gal voor een korte tijd. Gal wordt gemaakt door de lever en helpt bij het verteren van vetten. Bij de operatie wordt de gablaas weggehaald. Na de operatie gaat gal direct naar de dunne darm. Gal blijft na de operatie vetten verteren. U kunt daarom gewoon voeding met vetten blijven eten.  

Voedingsadviezen bij klachten na de operatie

Na de operatie mag u alles eten en drinken. Soms is dit lastig door misselijkheid, overgeven, diarree, minder smaak of minder eetlust. Ook pijn en angst kunnen invloed hebben op het eten. Het helpt om rustig te eten en goed te kauwen. Hieronder staan mogelijke problemen en oplossingen.

Voedsel blijft te lang in de maag

Na de operatie kan eten en maagsap langzamer uit de maag gaan. Dit kan zorgen voor een vol of opgeblazen gevoel, misselijkheid of overgeven. Dit gebeurt vaak in de eerste dagen na de operatie, maar kan soms weken duren. Als dit lang aanhoudt, kan tijdelijke sondevoeding nodig zijn. Dit is vloeibare voeding via een slangetje. 

Adviezen:

  • Eet rustig en kauw goed.
  • Eet 6 kleine maaltijden per dag, verspreid over de dag.
  • Kies vaker voor vloeibare voeding zoals yoghurt, pap, vla of vruchtenmoes. Dit verlaat de maag sneller.
  • Neem normale slokken drinken in plaats van kleine slokjes.

Voedsel gaat te snel naar de dunne darm

Soms gaat eten te snel van de maag naar de dunne darm. Dit heet dumping. U kunt dan last krijgen van buikpijn, misselijkheid, diarree, zweten, trillen, kortademigheid, duizeligheid, hartkloppingen of flauwvallen. Een diëtist kan helpen met adviezen over voeding om deze klachten te verminderen.

Problemen met het verteren van voeding

Na de operatie maakt de alvleesklier minder enzymen aan. Hierdoor kan voedsel minder goed verteerd worden. Dit kan zorgen voor winderigheid, een opgeblazen gevoel, darmkrampen of buikpijn. Ook kan vet-diarree ontstaan. Dit is dunne, plakkerige, sterk ruikende ontlasting met een grijs/beige kleur. Als voeding niet goed verteerd wordt, kan gewichtsverlies optreden, zelfs als er genoeg wordt gegeten.

Alvleesklierenzymen
Om problemen met het verteren van voedsel op te lossen, krijgt u medicijnen. Dit zijn capsules met alvleesklierenzymen. Als deze slikt, komen de alvleesklierenzymen in uw dunne darm en helpen ze bij de vertering. Vooral vetten en eiwitten worden hierdoor beter opgenomen. 

Hoeveel capsules nodig zijn per maaltijd, hangt af van de hoeveelheid vet en eiwit in de maaltijd en hoeveel enzymen het lichaam zelf nog maakt. Uw arts of diëtist bepaalt de juiste hoeveelheid voor u.

Vitamines en mineralen 
Soms is de vertering van voedsel erg moeilijk of duurt het lang. Hierdoor kunnen bepaalde vitamines en mineralen minder goed worden opgenomen, vooral de vetoplosbare vitamines (A, D, E en K) en mineralen zoals calcium, ijzer en zink. Uw arts of diëtist bespreekt of extra vitamines of mineralen nodig zijn.

Chyluslekkage (Lekkend lymfevocht)

In het lichaam zitten lymfevaten die vocht vervoeren. Soms raakt zo’n vat beschadigd tijdens de operatie, waardoor er vocht (chylus) kan lekken. Dit ziet eruit als melkachtig vocht in het slangetje bij de wond.

Een speciaal dieet helpt om minder vocht in de lymfevaten te krijgen, zodat het vat sneller kan genezen en het lekken stopt. Als dit nodig is, bespreekt uw arts of diëtist het dieet met u.

Algemene informatie en adviezen

Voorkomen van ondervoeding

Ondervoeding ontstaat als het lichaam te weinig energie, eiwitten of andere voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit kan gebeuren als eten moeilijk gaat na de operatie. Terwijl het lichaam na de operatie juist extra energie en eiwit nodig heeft om te herstellen. Door voeding met veel energie en eiwit te eten of drinken, kan ondervoeding worden voorkomen en behandeld. Uw diëtist geeft hier advies over.

Gewicht 
De eerste maanden na de operatie is het belangrijk om zo min mogelijk af te vallen. Gewichtsverlies betekent vaak verlies van spieren, wat het herstel vertraagt en de wondgenezing moeilijker maakt. Ook wordt het risico op infecties groter. Weeg uzelf de eerste maand na ontslag uit het ziekenhuis 2 keer per week. Daarna 1 keer per week. Noteer uw gewicht. Als u gewicht verliest, neem dan contact op met uw diëtist.

Bewegen

Elke dag bewegen helpt bij het herstel en voorkomt spierverlies. Bewegen zorgt ervoor dat eiwitten uit voeding beter worden opgenomen in de spieren. Eet of drink na het bewegen iets met veel eiwit. Neem ook voor het slapen iets met eiwit, omdat spieren ‘s nachts worden opgebouwd.

Overleg met uw (huis)arts of fysiotherapeut welke beweging of oefeningen bij u passen.

Drinken

Het is belangrijk voldoende te drinken. Drink over de dag verdeeld  1,5 tot 2 liter (12-16 kopjes). Ook vocht uit bijvoorbeeld yoghurt of melk rekent u mee.

Medische voeding

Soms lukt het niet om voldoende te eten of drinken. Dan kan medische voeding nodig zijn. Dit kan in de vorm van drinkvoeding of sondevoeding.

Drinkvoeding
Drinkvoeding zit in een flesje en bevat extra energie en eiwit. Uw diëtist helpt bij het kiezen van de juiste hoeveelheid en soort.

Sondevoeding
Sondevoeding is vloeibaar en gaat via een slangetje in de maag of darm. Het bevat alle voedingsstoffen die nodig zijn. Hoeveel en hoe lang sondevoeding nodig is, verschilt per persoon.

Meer informatie

(Onder)voeding bij kanker: 

Hebt u vragen?

Hebt u na het lezen van deze informatie vragen? Neem dan contact op met uw diëtist.  

Gerelateerde informatie

Code DIE 48-AD

Terug naar boven