Onderzoek naar longfibrose

Longtransplantatie bij ILD

Overleving na longtransplantatie (LTX) wordt ernstig beperkt door een proces van onomkeerbare chronische ontsteking en afstoting van de longen, genaamd CLAD. De helft van de patiënten overlijdt binnen 5 jaar na longtransplantatie door chronische afstoting van de long.

Help ook mee onderzoek mogelijk te maken

Dit onderzoek in het kort:

Doel

Met dit onderzoek willen we een methode vinden om CLAD in een vroeger stadium vast te stellen, zodat we mogelijk met medicijnen de afstoting kunnen remmen/voorkomen.

Opzet onderzoek

Op dit moment stellen we CLAD vast doordat we zien dat de longfunctie vermindert. Dit is te laat om het proces te remmen. In dit onderzoek zoeken we naar een methode waarmee we CLAD veel eerder al kunnen vaststellen. In deze LTX-studie hebben we patiënten 2 jaar na longtransplantatie gevolgd en hebben op meerdere momenten bloed afgenomen. Doordat we weten welke patiënten CLAD hebben ontwikkeld, kunnen we zoeken naar meetbare veranderingen in bloed die CLAD kunnen voorspellen.

ToelichtingAls afstoting na longtransplantatie (CLAD; Chronische Long Allograft Dysfunctie) is vastgesteld, kan het afstotingsproces niet meer worden teruggedraaid. Bij CLAD zijn de longen ontstoken en ontstaat er littekenweefsel in de longen (verlittekening). Hierdoor werkt de long steeds minder goed en wordt de patiënt in de loop van maanden steeds benauwder. CLAD ontstaat ondanks dat de patiënt wordt behandeld met medicijnen die het immuunsysteem sterk onderdrukken, de zogenaamde immunosuppressiva.
Onderzoeker
Inge Schreurs, MSc

Inge Schreurs, MSc

Onderzoeksperiode  2016-2020
SponsorSt. Antonius Onderzoeksfonds 

Onderzoeken en resultaten

Door eerder te kunnen behandelen, kan de verlittekening misschien nog geremd of voorkomen worden. Dit zou een positief effect kunnen hebben op overleving.

Uitgebreide toelichting

Chronische afstoting is een ontstekingsproces in de long dat leidt tot verlittekening. Een van de ontstekingscellen die hierbij een belangrijke rol speelt, is de monocyt/macrofaag. Monocyten zijn witte bloedcellen in het bloed. Vanuit het bloed  komen monocyten in weefsels terecht, waaronder de longen. Daar rijpen ze uit naar macrofagen. Macrofagen hebben veel verschillende functies in de longen: ze kunnen de reactie op infecties aansturen en ze spelen een belangrijke rol bij het opruimen van ontstekingsresten en het aansturen van weefselherstel. Een gedeelte van de functie kunnen we terugzien in de cellen in het bloed van de patiënt.

Monocyten zijn onder te verdelen in verschillende stadia. Door na longtransplantatie bij patiënten de samenstelling en kenmerken van deze stadia te onderzoeken, kunnen we mogelijk verschillen vinden waarmee we afstoting in een vroeg stadium kunnen voorspellen.

In het kort

Patiënten die een longtransplantatie hebben gehad, hadden duidelijk significant verhoogde hoeveelheid monocyten die uiteindelijk doorrijpen naar macrofaag type M2a. M2-macrofagen spelen een rol bij weefselherstel en zijn minder goed in staat om de afweer te reguleren/activeren.

Uitgebreide toelichting

Hoewel wordt aangenomen dat de ontwikkeling van monocyt naar macrofaag in het weefsel een continu proces is, is er weinig bekend over het effect van medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken (immunosuppressiva) en chronische afstoting op deze ontwikkeling.

Resultaten

Transplantatiepatiënten vertoonden een duidelijk significant verhoogde hoeveelheid monocyten die kunnen uitrijpen naar macrofaag type M2a. Deze macrofagen worden gekenmerkt door de oppervlaktemarkers CD163, CD64, HLA-DR en CD200r.

Discussie: een toename in M2-macrofagen bij transplantatiepatiënten is in lijn met de laatste bevinding in andere orgaantransplantaties. M2-macrofagen spelen een rol bij weefselherstel en zijn minder goed in staat om de afweer te reguleren/activeren.

Er is verder onderzoek nodig om te bepalen wat dit precies betekent voor het ziekteproces en de huidige klinische beoordeling.

Naast monocyten spelen ook B-cellen een belangrijke rol bij het ontwikkelen of remmen van afstoting van de getransplanteerde long. Welke invloed heeft immunosuppressiva op deze cellen en kunnen we hiermee afstoting voorspellen? In deze studie hebben we ons gericht op de stadia van B-cellen, die onderdeel zijn van de vorming van antistoffen.

Uitgebreide toelichting

B-cellen kunnen antistoffen aanmaken tegen de donorlong, maar kunnen ook stoffen produceren die ontstekingsremmend werken. Naast de effecten op de donorlong, zijn B- cellen belangrijk bij de afweer tegen ziekteverwekkers in de luchtwegen en de reactie op vaccinaties. Ze zijn verantwoordelijk voor antistofvorming tegen de ziekteverwekker en het vaccin.

In deze studie hebben we ons gericht op verschillende stadia van B-cellen in het bloed.

Het aantal en de verdeling van de verschillende stadia B-cellen in het bloed zijn anders bij longtransplantatie- en CLAD-patiënten. Of dit een oorzaak of gevolg is van deze chronische ontstekings-/afstotingsreactie moet nog verder onderzocht worden.

Uitgebreide toelichting

  • Het aantal B-cellen was verhoogd bij patiënten met CLAD.
  • De verdeling van de B-celstadia was ook duidelijk anders bij CLAD-patiënten; er werden minder transitionele B-cellen gezien en juist meer zogenaamde 'dubbel negatieve geheugen B-cellen'. Deze cellen worden gekenmerkt door de afwezigheid van de CD27- en IgD-oppervlaktemarkers.
  • Daarnaast kwamen we erachter dat er een verband is tussen de longfunctiecapaciteit en het aantal naïeve B-cellen in bloed.

Discussie

Het aantal B-cellen en verdeling van de verschillende B-cellen in bloed zijn veranderd bij longtransplantatie- en CLAD-patiënten. Het aantal toegenomen 'dubbel negatieve B-cellen' is wellicht het gevolg van de chronische ontsteking bij CLAD. Er ligt dan namelijk een hoge druk op de B-cel om zich verder te ontwikkelen. Ondertussen wordt deze ontwikkeling ook afgeremd door immunosuppressieve medicijnen. Hierdoor neemt de B-cel uiteindelijk deze 'dubbel negatieve' vorm aan.

Terug naar boven