Behandelingen & onderzoeken Kindergeneeskunde

Glucosetolerantietest bij kinderen

Bij een glucosetolerantietest onderzoekt de kinderarts de werking van de alvleesklier. Door de hoeveelheid suiker en insuline in het bloed te meten, kan de arts nagaan of de alvleesklier een normale hoeveelheid insuline aanmaakt.

Bij het onderzoek krijgt uw kind een beker glucose(suiker)drank te drinken. Tijdens de test nemen we 2x bloed af. De kinderarts meet hoeveel suiker en insuline in het bloed zit. Hiermee kan de arts de werking van de alvleesklier nagaan. Als de alvleesklier te weinig insuline aanmaakt, kan het zijn dat uw kind diabetes mellitus ('suikerziekte') heeft of aan het ontwikkelen is.

Meer over glucosetolerantietest

Het onderzoek vindt plaats op de Dagbehandeling Kinderen van het St. Antonius Ziekenhuis. Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 3 uur. Daarna kunt u met uw kind weer naar huis.

Voorbereiding

Eten en drinken

Eten en drinken kunnen de test beïnvloeden. Daarom mag uw kind vanaf 22.00 uur, de avond vóór het onderzoek niets meer eten of drinken tot het onderzoek afgelopen is.  

Meenemen

Het onderzoek duurt ongeveer 3 uur. Uw kind kan tijdens het onderzoek rustig spelen. Een pyjama meenemen is dus niet nodig. Op de afdeling is allerlei speelgoed aanwezig, maar u mag ook iets meebrengen van thuis.

Voorlichting

Om uw kind goed voor te bereiden op het onderzoek, kunt u hem/haar vertellen dat:

  • hij voor ongeveer 3 uur naar het ziekenhuis gaat, maar dat u er de hele tijd bij blijft;
  • hij voor het onderzoek niets mag eten en drinken (behalve af en toe een slokje water);
  • hij 2x een prik krijgt om wat bloed af te nemen;
  • hij een zoet drankje te drinken krijgt;
  • de verpleegkundige 2x de bloeddruk meet door het oppompen en weer leeg laten lopen van een band om de arm (net als een zwembandje);
  • hij tijdens de test rustig mag spelen, zonder inspanning. Zoals een spelletje doen, televisie kijken of lezen;
  • hij na de test weer gewoon mag eten en drinken;
  • hij met u mee naar huis mag als het onderzoek is afgelopen en hij/zij zich goed voelt.

Mijn Antonius-account aanmaken

Kind jonger dan 12 jaar

Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntportaal van het St. Antonius. Als uw kind jonger is dan 12 jaar kan hij/zij zelf geen toegang krijgen tot Mijn Antonius. Bent u ouder met ouderlijk gezag, dan kunt u na ondertekening van een machtiging en identificatie in het ziekenhuis, via Mijn Antonius toegang krijgen tot het medisch dossier van uw kind.

Lees hier hoe.

Kind ouder dan 12 jaar

Vanaf 12 jaar heeft uw kind zelf de mogelijkheid om toegang tot Mijn Antonius aan te vragen.

Lees hier hoe

Afzeggen onderzoek

Is uw kind verhinderd voor het onderzoek? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Neem hiervoor telefonisch contact op met de afdeling of polikliniek waar het onderzoek plaatsvindt. 

Onderzoek

Melden

Op de dag van het onderzoek komt u op het afgesproken tijdstip naar het ziekenhuis. U kunt zich bij de Receptie melden en vragen naar de Dagbehandeling Kinderen.

Eerste bloedafname

Op de verpleegafdeling wordt u verwelkomd door een verpleegkundige. De verpleegkundige meet lengte, gewicht en bloeddruk van uw kind. Hierna mag u zich samen met uw kind melden bij de afdeling Bloedafname in het ziekenhuis. Hier wordt de eerste bloedafname gedaan als uw kind niet heeft gegeten of gedronken voor het onderzoek. Na de bloedafname mag u zich weer melden bij de verpleegkundige van de Kinderdagbehandeling.

Tweede bloedafname

Na de eerste bloedafname krijgt uw kind een beker glucosedrank (suikerwater) te drinken. Dit drankje moet binnen 10 minuten ingenomen worden. Daarna moet uw kind 2 uur op de Kinderdagbehandeling verblijven. Tussendoor meet de verpleegkundige nog 2x de bloeddruk. Wanneer de 2 uur voorbij zijn, nemen we voor de tweede keer wat bloed af op de afdeling Bloedafname.

Naar huis

Uw kind mag weer eten en drinken. Voelt uw kind zich goed, dan kunt u samen weer naar huis.

Nazorg

Weer thuis

Uw kind heeft thuis geen speciale nazorg nodig en mag alles weer doen zoals anders.

Contact opnemen

Heeft u na ontslag dringende vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Tot 24 uur na ontslag

• Tijdens kantooruren met de poli Kindergeneeskunde,  T 088 320 63 00
• Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.

Na 24 uur na ontslag

• Tijdens kantooruren met de poli Kindergeneeskunde, T 088 320 63 00.
• Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.

Expertise en ervaring

De kinderartsen van het St. Antonius Ziekenhuis hebben bijzondere expertise op het gebied van diabetes, eczeem, hoofdpijn, keel-, neus- en oorproblemen, langdurige buikpijn, long- en bovenste luchtweginfecties, overgewicht, urineweg- en plasproblemen neurofibromatose type 1, ontwikkelingsachterstand, syndroom van Down, vroeggeboorten en huilbaby’s.

Kinderwebsite

Het St. Antonius Ziekenhuis heeft speciale webpagina's voor kinderen en jeugd tot 18 jaar om zich voor te bereiden op hun bezoek aan het ziekenhuis. Aan de hand van onder meer filmpjes, beeldverhalen en veelgestelde vragen kunnen zij zien hoe alles gaat op de Kinderafdeling en kennis maken met de mensen die er werken. 

Veilige zorg in het ziekenhuis

In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:  

  • Welke medicijnen u gebruikt.
  • Of u allergieën heeft.
  • Of u (mogelijk) zwanger bent.
  • Als u iets niet begrijpt.
  • Wat u belangrijk vindt.
  • Als u iets ziet wat niet schoon is.

Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek

Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.

De alvleesklier (pancreas) heeft verschillende functies. Eén daarvan is het aanmaken van insuline. Insuline is een hormoon dat de hoeveelheid suiker in het bloed regelt. Als iemand iets eet of drinkt waar suiker of zetmeel in zit, reageert de alvleesklier normaal gesproken met het maken en afgeven van insuline. Daardoor blijft de hoeveelheid suiker in het bloed constant.

Gerelateerde informatie

Code KIND 25-O

Terug naar boven