Behandelingen en onderzoeken Maag-Darm-Lever (MDL)

Scintigrafie bij maagslijmvlies in de darm

Een scintigrafie wordt gedaan bij mensen die mogelijk een stukje maagslijmvlies in de darmen hebben. Dit wordt ook wel ectopisch maagslijmvlies genoemd. Dit kan het geval zijn als iemand bijvoorbeeld last heeft van bloed bij de ontlasting of buikklachten zonder duidelijke oorzaak. 

Een scintigrafie is een onderzoek waarbij foto's worden gemaakt en de patiënt via een infuus radioactieve stof toegediend krijgt. Door te kijken waar de radioactieve stof terecht komt, kan de zorgverlener het mogelijke maagslijmvlies in de darmen opsporen.

De hoeveelheid radioactiviteit die u krijgt, is heel klein en geeft geen bijwerkingen.

Voorbereiding

Onderzoeken

In de 3 dagen voor het onderzoek mogen de volgende onderzoeken niet gedaan zijn:

  • gastroscopie (onderzoek van de maag)
  • coloscopie (onderzoek van de dikke darm)
  • een onderzoek met bariumcontrastmiddel

Weet u niet zeker of dit bij u zo is? Bespreek dit dan met uw behandelend arts.

Medicijnen

Eigen medicijnen

U moet met bepaalde medicijnen voor het onderzoek stoppen. Welke dat zijn leest u in dit schema (ingevuld door uw arts):

Medicijn:Stoppen vanaf:
  
  
  
  
  

Alle andere medicijnen kunt u gebruiken zoals u gewend bent.

Extra medicijn

Van de nucleair geneeskundige krijgt u een recept voor een extra medicijn. Dit medicijn zorgt ervoor dat het maagslijmvlies beter te zien is. U kunt dit medicijn bij uw apotheek ophalen. Hoe u het moet innemen, hangt af van uw leeftijd.

Volwassenen en kinderen vanaf 10 jaar

Bent u volwassen of is uw kind ouder dan 10 jaar? Dan krijgt u tabletten van 20 milligram Famotidine®. U of uw kind neemt deze in:

  • 2 dagen voor het onderzoek: 's avonds 1 tablet
  • 1 dag voor het onderzoek: 's ochtends 1 tablet en 's avonds 1 tablet
  • Op de dag van het onderzoek: 's ochtends 1 tablet

Kinderen tussen 1 en 10 jaar

Is uw kind tussen de 1 en 10 jaar? Dan krijgt uw kind een drankje van 2 milligram/milliliter Omeprazol:

  • Bij een gewicht tussen 10 en 20 kilo: elke dag 5 milliliter (10 milligram)
  • Bij een gewicht van meer dan 20 kilo: elke dag 10 milliliter (20 milligram)

Uw kind neemt deze in:

  • 2 dagen voor het onderzoek: 1 drankje
  • 1 dag voor het onderzoek: 1 drankje
  • In de ochtend op de dag van het onderzoek: 1 drankje

Kinderen jonger dan 1 jaar

Is uw kind jonger dan 1 jaar? Dan krijgt uw kind een drankje van 2 milligram/milliliter Omeprazol. Hierbij geldt: voor elke kilo die het kind weegt, krijgt het 0,5 milliliter (1 milligram) per dag. Bijvoorbeeld een kind van 4 kilo krijgt 4 keer 0,5 milliliter, dus dat is 2 milliliter per dag.

Uw kind neemt deze in:

  • 2 dagen voor het onderzoek: 1 drankje
  • 1 dag voor het onderzoek: 1 drankje
  • In de ochtend op de dag van het onderzoek: 1 drankje

Als u hier vragen over heeft, kunt u bellen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde via T 088 320 75 00 of met de apotheker.

Eten en drinken

Vanaf 00:00 uur 's nachts (op de avond voor het onderzoek) mag u niets meer eten of drinken. U kunt wel uw tanden poetsen en uw medicijnen innemen met een klein slokje water.

Kleding en sieraden

Bij het maken van de foto’s mogen er geen grote, metalen dingen in beeld zijn. Een riem, telefoon of portemonnee moet u daarom af doen. Verder kunt u uw kleren gewoon aanhouden.

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u zwanger? Neem dan, ruim voordat het onderzoek plaatsvindt, contact met ons op via T 088 320 75 00. Als u borstvoeding geeft, dan moet u hier na het onderzoek 24 uur mee stoppen. U kunt wel kolven; de afgekolfde melk kunt u na 24 uur weer gebruiken.

Afzeggen

Bent u verhinderd voor het onderzoek? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Neem hiervoor telefonisch contact op met de afdeling of polikliniek waar het onderzoek plaatsvindt. 

Mijn Antonius-account aanmaken

Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntenportaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Heeft u nog geen account? Dan is het handig als u er een aanmaakt. Op onze webpagina Mijn Antonius leest en ziet u hoe u dit eenvoudig doet. 

Onderzoek

Hieronder leest u meer over hoe het onderzoek eruit ziet.

  • U meldt zich op de afgesproken tijd op de afdeling Nucleaire Geneeskunde.
  • Een laborant haalt u op uit de wachtkamer en neemt u mee naar de onderzoeksruimte. Omdat het onderzoek erg lang duurt, kan het handig zijn nog even naar de wc te gaan.
  • In de onderzoeksruimte gaat u op de onderzoekstafel liggen. De laborant zet nu de camera boven de buik.
  • De laborant prikt een infuus. Dit is een dun slangetje dat in de ader komt. De prik is ongeveer hetzelfde als de prik bij bloed afnemen.
  • Via het infuus spuit de laborant een radioactieve stof in. Hier merkt u niks van.
  • Meteen na het inspuiten start de laborant met de opnames. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen. De opnames duren 1 uur.
  • Soms is het nodig om extra foto’s te maken. Het maken van deze foto’s duurt ongeveer 30 minuten.
  • De laborant overlegt met de arts of het onderzoek nu helemaal klaar is. Daarna kunt u weer naar huis.

Nazorg

Direct na het onderzoek kunt u gewoon alle bezigheden verrichten die u gewend bent. Wel is het belangrijk om met onderstaande dingen rekening te houden.

Contact met anderen

De hoeveelheid gebruikte straling is klein en verdwijnt snel. Na het onderzoek kunt u normaal met volwassenen omgaan.

Kinderen onder de 3 jaar zijn extra gevoelig voor straling. In de 24 uur nadat de radioactieve stof is toegediend, is het daarom beter om niet te lang heel dichtbij een jong kind te zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat u hem/haar niet langer dan een halfuur op schoot houdt. Verder kunt u gewoon kinderen verzorgen.

Het is ook aan te raden de eerste 24 uur wat afstand te houden van zwangere vrouwen.

Uitslag

De uitslag zal binnen enkele werkdagen na het onderzoek bekend zijn bij uw specialist.

Veilige zorg in het ziekenhuis

In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:  

  • Welke medicijnen u gebruikt.
  • Of u allergieën heeft.
  • Of u (mogelijk) zwanger bent.
  • Als u iets niet begrijpt.
  • Wat u belangrijk vindt.
  • Als u iets ziet wat niet schoon is.

Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek

Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.

Gerelateerde informatie

Code NG 34-O

Terug naar boven