Aandoeningen Neurologie

Taalstoornis (afasie)

Afasie is een taalstoornis die ontstaat door schade aan de hersenen, bijvoorbeeld na een beroerte. 

Hieronder leest u hoe afasie ontstaat en wat de effecten ervan zijn op het dagelijks leven. Ook leest u wat de logopedist kan betekenen en vindt u tips om het communiceren met iemand met afasie te verbeteren.

Meer over afasie

Ieder mens gebruikt taal. Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van ons taalgebruik. Wanneer als gevolg van hersenletsel een of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren, noemt men dat afasie.

Hoe uit afasie zich?

Geen twee mensen met afasie zijn gelijk; afasie is bij iedereen anders. De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid.

Sommige mensen met afasie kunnen de taal wel goed begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het bouwen van zinnen. Anderen spreken juist wel veel, maar wat zij zeggen is voor de gesprekpartner niet of moeilijk te begrijpen; deze mensen hebben vaak grote problemen met het begrijpen van taal. Het taalvermogen van de meeste mensen met afasie bevindt zich ergens tussen deze twee uitersten. 

Hoe ontstaat afasie?

Afasie ontstaat door hersenletsel. De oorzaak van zulk hersenletsel is meestal een bloedvataandoening. Soms is een verwonding van de hersenen (hersentrauma) of een gezwel in de hersenen (hersentumor) de oorzaak.

Beroerte

Een bloedvataandoening in de hersenen betekent meestal dat een bloedvat verstopt raakt (herseninfarct). Een bloedvat kan ook kapot gaat (hersenbloeding). Verzamelnamen voor deze aandoeningen samen zijn beroerte of CVA (cerebrovasculair accident). Hier gebruiken we verder de term beroerte. 

Functiestoornis

Door een beroerte wordt de bloedsomloop in de hersenen verstoord. Op de plaats waar te weinig bloed komt, ontstaat zuurstofgebrek. Hierdoor sterven de hersencellen op die plaats af. In de hersenen liggen allerlei gebieden met verschillende functies. Zo is er een centrum voor bewegingen en een voor het gezichtsvermogen. Andere gebieden hebben betrekking op het gehoor, spraakvermogen en taalgebruik. Als er hersencellen afsterven in een gebied, wordt de functie van dat gebied verstoord. Er treedt dan een functiestoornis op. Hoe erg de gevolgen hiervan zijn, hangt onder meer af van de grootte van de getroffen plaats in de hersenen.

Anders leren communiceren

Het is duidelijk dat de gevolgen van een beroerte altijd groot zijn. Op de eerste plaats natuurlijk voor de getroffene, maar zeker ook voor de naasten. Van de ene op de andere dag is er veel veranderd in het leven van de persoon met afasie en in dat van de mensen uit zijn/haar omgeving. Die verandering zal voor iedereen moeilijk zijn.

Door de afasie wordt het lastig om samen over die problemen te praten. Zowel de persoon met afasie als de gesprekspartners zullen moeten wennen aan een andere manier van communiceren. Praten met elkaar vraagt nu veel geduld. Het is heel belangrijk om duidelijkheid te krijgen over de manieren waarop beter met de persoon met afasie gecommuniceerd kan worden. Beide gesprekspartners kunnen veel doen om een gesprek zo goed mogelijk te laten verlopen.

U kunt afasie vergelijken met communiceren in een land, waarvan u de taal maar een beetje of helemaal niet spreekt. Bedenk allereerst wat u zelf makkelijk vindt als u in het buitenland bent. Het eerste wat u aan een vlug sprekende Fransman vraagt is om langzaam te praten. Ook is het makkelijk als u van tevoren weet waarover het gesprek zal gaan. Als u de weg vraagt en iemand helpt u door snel een tekening te maken of iets aan te wijzen, wordt het voor u makkelijker om te begrijpen wat hij bedoelt.

Algemene tips

Onderstaande tips zijn bedoeld om de communicatie met mensen met afasie beter te laten verlopen. Het gebruik maken van de tips is echter geen garantie voor een communicatie op het niveau van voor de afasie. Als u er echt niet uitkomt, kunt u beter het onderwerp even laten rusten en er later op terugkomen. Misschien lukt het dan wel.

  • Zorg voor een rustige omgeving; geluiden van een radio of televisie of ander achtergrondlawaai zijn storend.
  • Maak eerst oogcontact en neem de tijd voor een gesprek.
  • Spreek zoveel mogelijk in korte eenvoudige zinnen, benadruk de belangrijkste woorden uit de zin en schrijf deze op. Maak eventueel een eenvoudige tekening. Dat helpt uw gesprekspartner om uw boodschap te begrijpen en te onthouden. Bovendien kan hij het geschrevene later gebruiken om aan een ander te vertellen wat met u is besproken.
  • Controleer altijd of de boodschap is begrepen.
  • Stimuleer iemand met afasie om ‘te praten met handen en voeten’. Het gaat er niet om hoe hij iets duidelijk maakt, als u het maar begrijpt. Het helpt vaak als u zelf gebaren maakt of aanwijst waarover u praat.
  • Stel eenvoudige vragen en breng structuur aan in het gesprek. Vraag eerst over wie het gaat, daarna wat er gebeurd is en eventueel waar of wanneer.

Hulpmiddelen

Soms kan het handig zijn om bij het praten hulpmiddelen te gebruiken. Bij een bezoek aan het buitenland nemen we vaak ook een reiswoordenboek mee.

Foto’s, afbeeldingen of woordenlijstjes kunnen veel verduidelijken. Zo kunt u, eventueel samen met uw partner, een ‘communicatieschrift’ maken. Dit is een schrift waarin de mensen uit de omgeving van de persoon met afasie kunnen opschrijven of tekenen wat ze met hem/haar hebben besproken. De persoon met afasie heeft dan altijd een geheugensteuntje bij de hand. Ook kunnen in dat schrift de al bekende dingen worden geschreven. Dan hoeft de persoon met afasie deze alleen nog maar op te zoeken en aan te wijzen.

Logopedie

Meestal is er enig spontaan herstel van het taalvermogen, maar dat herstel is bijna nooit volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te halen. Een logopedist kan hierbij helpen, bijvoorbeeld met taaltherapie. Bij deze therapie staat het verbeteren van de communicatie voorop. 

Wat doet de logopedist van het ziekenhuis?

Via de neuroloog of revalidatiearts wordt de persoon met afasie naar de logopedist verwezen. In de acute ziekenhuisfase is logopedie vooral gericht op het vaststellen van afasie en het onderzoeken welke problemen er precies zijn. Vervolgens zal de logopedist zich richten op het informeren van de naasten om samen te zoeken naar een manier waarop de communicatie zoveel mogelijk kan worden hersteld. De logopedist zal op basis van de bevindingen een advies geven over een logopedische behandeling in het vervolgtraject. In overleg met de persoon met afasie en zijn/haar naasten worden de opties hiervoor besproken.

Logopedie in het vervolgtraject

Als bij ontslag uit het ziekenhuis nog sprake is van afasie, zal een logopedische behandeling worden begonnen bij een logopedist in een instelling of bij een logopedist in de eigen woonplaats. De logopedist uit het ziekenhuis zal de relevante informatie en onderzoeksgegevens overdragen aan de behandelend logopedist. In deze fase zal er intensief worden geoefend met het begrijpen, spreken, lezen en schrijven van de taal. Ook is er aandacht voor de directe omgeving van de persoon met afasie en kan er een uitgebreid communicatieadvies worden gegeven.  

Meer informatie

Heeft u specifieke vragen over iemand met afasie, dan kunt u contact opnemen met uw behandelend logopedist. U kunt ook altijd de afdeling Logopedie bellen.

Iedereen die met afasie te maken heeft, kan met algemene vragen over dit onderwerp terecht bij de Afasie Vereniging Nederland (AVN). Daarnaast organiseert de vereniging diverse activiteiten voor leden, zoals gespreksgroepen en geeft ze een blad uit met nieuws en achtergronden over afasie. Bezoek hier de website van Afasie Vereniging Nederland.

Andere informatieve websites: www.hersenletsel-uitleg.nl en www.afasie.net

Gerelateerde informatie

Code LOG 01-A

Terug naar boven