Meer over SSRI-medicatie en zwangerschap
Als je zwanger wilt worden
Gebruik je een SSRI en wil je zwanger worden? Dan is het verstandig om eerst aan je huisarts of psychiater advies te vragen: een preconceptioneel advies (oftewel vòòr de conceptie, vòòr de bevruchting). De arts bespreekt daarin de voor- en nadelen van SSRI-gebruik tijdens de zwangerschap (voor moeder en kind). Ook hoor je dan of er andere behandelingen mogelijk zijn, die wellicht beter aansluiten bij jouw klachten. Het is wel belangrijk dat de adviserende arts kennis heeft van jouw psychiatrische ziektebeeld en van de noodzaak en risico’s van SSRI’s tijdens de zwangerschap. Verder krijg je tijdens dit gesprek algemene informatie over een goede voorbereiding op je zwangerschap.
Er kunnen goede redenen zijn om SSRI-medicatie voor en tijdens de zwangerschap te blijven gebruiken. Meestal kun je dan gewoon doorgaan met de soort SSRI die je al gebruikt. Wel is het verstandig om de dosering van de medicatie zo laag mogelijk te houden (maar ook weer niet té laag). Je arts geeft je hier meer informatie over.
Als je zwanger bent
Als je zwanger bent, verwijst je huisarts je naar een verloskundige (of een huisarts met verloskunde als aandachtsgebied) of een gynaecoloog. Voor je SSRI-gebruik maakt het niet uit wie je zwangerschap begeleidt; de aard van je psychiatrische ziektebeeld en/of andere medische problemen is daarin bepalend.
Alle vrouwen die een SSRI gebruiken, krijgen een behandelplan waarin staat hoe de begeleiding tijdens de zwangerschap, de bevalling en het kraambed wordt geregeld. Dit plan is bedoeld voor jou en alle behandelaars. Het wordt gemaakt in overleg met je verloskundige/huisarts of gynaecoloog en met kinderartsen en psychiaters.
De verloskundige/huisarts of gynaecoloog doet de zwangerschapscontroles. Daarnaast krijg je begeleiding van de huisarts of psychiater die de SSRI-medicatie heeft voorgeschreven.
Gevolgen van SSRI-gebruik
Er zijn aanwijzingen dat ongeboren kinderen iets minder goed groeien als hun moeder SSRI-medicatie gebruikt. Er lijkt geen grotere kans te zijn op andere complicaties (zoals vroeggeboorte). Als je tijdens de zwangerschap een SSRI gebruikt, komt er via de moederkoek door de navelstreng ook wat van het medicijn bij de baby terecht. Dit kan drie belangrijke gevolgen hebben, die we hieronder verder toelichten.
Aangeboren afwijkingen
Ten eerste kunnen er door SSRI-gebruik aangeboren afwijkingen ontstaan, met name een opening in het schot tussen de harthelften. Dit gebeurt bij 1 tot 1,5% van alle kinderen van wie de moeder SSRI-medicatie gebruikt tijdens de zwangerschap. Dit is 3 tot 5 keer vaker dan als de moeder geen SSRI gebruikt. Bij deze afwijking is meestal geen behandeling nodig. Moet het kindje wel behandeld worden dan slaagt de behandeling doorgaans goed.
Wat meer recente onderzoeken laten echter geen verhoogd risico op een opening in het schot tussen de harthelften zien. Overigens wordt 3 tot 5% van alle kinderen in Nederland geboren met een aangeboren afwijking. In hoeverre ook andere aangeboren afwijkingen vaker voorkomen bij gebruik van SSRI’s, is uit wetenschappelijk onderzoek nog niet helemaal duidelijk. Op een 20 wekenecho zijn de meeste ernstige aangeboren afwijkingen goed vast te stellen.
Gewenning aan de medicijnen
Ook raakt de baby gewend aan de medicijnen. Na de geboorte krijgt de pasgeborene plotseling geen medicijnen meer binnen. Dit kan allerlei verschijnselen veroorzaken, die we neonatale onttrekkingsverschijnselen of ontwenningsverschijnselen noemen. De verschijnselen die op kunnen treden zijn:
- voedingsproblemen, minder goed drinken
- prikkelbaarheid en meer huilen
- trillerig zijn
- verhoogde spierspanning
- slaapproblemen
- zeer weinig bewegen en weinig reactief zijn
- ondertemperatuur
- kreunende ademhaling
- minder urineproductie
Eén op de drie kinderen krijgt hier last van, met name als de moeder in de tweede helft van de zwangerschap SSRI-medicatie heeft gebruikt. De verschijnselen duren over het algemeen enkele dagen en verdwijnen meestal zonder behandeling. De pasgeborene houdt er, voor zover bekend, niets aan over.
Ademhalingsproblemen
Tot slot kan de pasgeborene last hebben van ademhalingsproblemen. Deze problemen kunnen direct na de geboorte ontstaan en moeten dan ook behandeld worden. Daarom adviseren wij om in het ziekenhuis te bevallen. De ademhalingsproblemen ontstaan door een verhoging van de bloeddruk in de longen van de pasgeborene. De kans hierop is erg klein; minder dan 1%. Het is nog niet duidelijk of SSRI-gebruik tijdens de zwangerschap effecten heeft op het kind op latere leeftijd, maar daar lijkt het niet op.