Het aantal patiënten met een melanoom is de laatste vijftien jaar sterk toegenomen, mogelijk vanwege een toegenomen blootstelling aan ultraviolette straling. Meer vrouwen dan mannen krijgen een melanoom. Tegenwoordig wordt bij de meeste patiënten een melanoom in een vroeg stadium vastgesteld.
Symptomen
Veranderingen in de huid die kunnen wijzen op een (beginnend) melanoom, ontstaan vaak in al aanwezige moedervlekken. Er kan sprake zijn van een melanoom als:
- een moedervlek dikker en/of groter wordt;
- een moedervlek van kleur verandert;
- een moedervlek van vorm verandert doordat de rand onregelmatig wordt.
Verschijnselen die wat later kunnen optreden zijn:
- een moedervlek die bloedt;
- een zweertje of korstje op een moedervlek.
Meestal vormt zich een melanoom in een gave huid. Niet alle melanomen zijn donker gekleurd. Soms kunnen de kwaadaardig geworden pigmentcellen geen pigment meer vormen. Deze melanomen noemt men amelanotisch. Omdat zij de gebruikelijke kenmerken van een melanoom missen, zien zij er bedrieglijk goedaardig uit. Het is dus mogelijk dat de arts de huidafwijking niet direct als een melanoom herkent.
Soorten
Naast het melanoom bestaan er ook andere vormen van huidkanker, zoals
Op de pagina Huidkanker vindt u meer informatie over deze ziekten.
Onderzoeken
Heeft de specialist het vermoeden dat u huidkanker heeft, dan zal er vaak een stukje van het weefsel moeten worden verwijderd. Meestal gebeurt dit onder plaatselijke verdoving. Deze ingreep noemt men een biopsie.
Behandelingen
Mensen met een melanoom worden meestal geopereerd. Dat gebeurt doorgaans onder lokale verdoving van het gebied rondom de tumor, soms onder narcose. Uitzaaiingen in de lymfeklieren moeten operatief worden verwijderd. Als er uitzaaiingen in andere organen zijn, bekijkt men welke behandeling eventueel mogelijk is.
Preventie en advies
Voor de lange termijn kunt u het risico op een nieuwe huidtumor beperken door zo voorzichtig mogelijk te zijn met blootstelling van uw huid aan ultraviolette straling. Dit geldt uiteraard in sterkere mate als u een lichte huid heeft. Enkele adviezen:
- Draag in de volle zon kleding en een zonnehoed, pet of zonneklep. Als u, bijvoorbeeld beroepsmatig, toch veel en langdurig in de zon komt, kunt u het beste uw armen en benen bedekt houden.
- Vermijd de zon zo veel mogelijk tussen 12.00 en 15.00 uur (zomertijd). Dan is de ultraviolette straling namelijk het sterkst.
- Ga zo min mogelijk zonnen of onder de zonnebank.
- Het is raadzaam tijdens zonnige perioden een anti-zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor (SPF, skin protectie factor) te gebruiken.
Wat kunt u zelf doen?
Naast de controle van uw huid door de specialist, doet u er goed aan ook zelf uw huid in de gaten te houden. Het is beslist niet nodig uw huid elke dag te onderzoeken. Eens in de twee à drie maanden uw huid nauwkeurig op veranderingen bekijken, is voldoende.
Daarbij moet u letten op:
- Veranderingen in en rond het litteken.
- Nieuwe plekjes op een tot dan toe gave huid.
- Veranderingen in al bestaande plekjes.
- Voor patiënten die zijn behandeld vanwege een plaveiselcelcarcinoom of een melanoom, afhankelijk van de plaats van de behandelde tumor:
- Zwellingen van klieren in bijvoorbeeld de hals, de oksels of de liezen.
Als u één of meer van deze veranderingen opmerkt, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts of uw afspraak bij uw specialist vervroegen.
Begeleiding en advies
Al u de diagnose melanoom krijgt, kan dat veel emoties en ongerustheid oproepen. In ons team zitten onder anderen gespecialiseerd verpleegkundigen. Zij zijn speciaal opgeleid om mensen met kanker te begeleiden en zijn uw vaste aanspreekpunt. U kunt bij hen terecht voor advies en met al uw vragen en zorgen.
Psychosociale begeleiding
Als u de diagnose melanoom krijgt, kan dit uw leven ingrijpend kan verstoren. Door de ziekte en behandeling(en) kunt u te maken krijgen met situaties waarmee u geen raad weet, ook wanneer de behandeling al enige tijd geleden heeft plaatsgevonden.
Wij kunnen u (verschillende) ondersteunende zorg bieden bijvoorbeeld door een medisch maatschappelijk werker, geestelijk verzorgers, consultatief psychiatrisch verpleegkundige, psycholoog, psychiater, fysiotherapeut, diëtist, seksuoloog, revalidatiearts of een palliatief team.
Het is belangrijk om uw problemen en vragen met uw specialist en/of verpleegkundige te bespreken, zodat zij met u kunnen kijken welke hulpverlener u het beste kan helpen.
Lees hier meer over psychosociale begeleiding bij kanker.
Revalidatie
Een melanoom kan grote gevolgen hebben. Tijdens en na de behandeling kunt u last krijgen van allerlei klachten. Uw conditie gaat achteruit. Misschien bent u moe, angstig of onzeker. Sommige mensen hebben pijn, of kunnen zich minder goed concentreren. Herkent u deze klachten en/of wilt u klachten voorkomen of beperken? Dan kan revalidatie zinvol zijn.
Lees hier meer over onze revalidatieprogramma’s.