Behandelingen & onderzoeken

Te vroeg geboren kindje - onderzoeken

Omdat jullie kindje geboren is onder de 32 weken zwangerschapsduur of bij de geboorte lichter was dan 1500 gram krijgen jullie een vaste kinderarts-neonatoloog toegewezen. Deze arts bespreekt wekelijks de toestand van jullie kind met jullie. 

Omdat wij ons realiseren dat wij jullie in een eerste gesprek veel informatie geven, leggen wij deze informatie hieronder nog een keer helder uit.

Organisatie van de afdeling

We verwachten dat jullie kindje langdurig op de afdeling moet blijven. Daarom hebben jullie een vaste kinderarts die wekelijks de toestand van jullie kind met jullie bespreekt. Hoe gaat dit in zijn werk? Dagelijks lopen artsen (zaalarts/verpleegkundig specialist en verantwoordelijk kinderarts) en verpleegkundigen visite over de afdeling. Hierbij bespreken ze de toestand van jullie kind. Ook passen ze dagelijks de behandeling aan. Wekelijks bespreekt jullie kinderarts hoe het is met jullie kind en wat de behandeling inhoudt.

Als jullie vragen hebben die niet kunnen wachten op het wekelijkse gesprek met jullie kinderarts, dan kunnen jullie deze vragen stellen in een gesprek met de zaalarts/verpleegkundig specialist. Deze zaalarts/verpleegkundig specialist is dus niet jullie vaste aanspreekpunt.

Vroeggeboorte

Omdat jullie kindje veel te vroeg geboren is, zijn een aantal orgaansystemen nog onrijp. Met andere woorden zijn de organen nog niet volgroeid. Daarom doen we een aantal extra onderzoeken bij jullie kind en moeten we jullie kind bij een aantal zaken helpen.

De ademhaling

De longen van jullie kindje zijn onrijp. Jullie kind kan daarom ondersteuning gehad hebben in de beademing (bijvoorbeeld een neusbrilletje). We zullen de ondersteuning van de ademhaling op de juiste wijze verminderen en stoppen, zodat jullie kindje helemaal zelfstandig leert en kan ademhalen.

Dipjes

De hersenstam, waar de automatische hersenfuncties worden geregeld (zoals ademhaling, hartactie en bloeddruk) is ook nog niet voldoende gerijpt bij de geboorte. Dit betekent dat er regelmatig “dipjes” (dalingen van ademhaling, hartactie of zuurstofgehalte) te zien zijn. Om deze dipjes goed in de gaten te houden, sluiten we jullie kindje aan op de monitor en saturatiemeter.

De monitor registreert de hartslag en de saturatiemeter de hoeveelheid zuurstof in het bloed. Om de ademhaling te stimuleren krijgt jullie kindje coffeïne toegediend of een neusbrilletje.

Vanaf ongeveer 34 weken neemt de rijping van de hersenstam toe proberen we onder andere de toediening van coffeïne te stoppen. Als er 48 uur geen dipjes meer zijn geweest, jullie kind heeft geen neusbril of coffeïne meer en is minimaal 35 weken oud dan koppelen we jullie kindje los van de monitor en saturatiemeter.

Hersenecho's

Bij alle kinderen wordt regelmatig (1 keer in de 1 tot 2 weken) een echo van de schedel gemaakt, om:

  • te kijken of er kleine bloedingen in de hersenen te zien zijn en
  • te kijken of er sprake is van flaring.

Flaring betekent dat er stuwing in de bloedvaten voorkomt. Het is een normaal fenomeen bij te vroeg geboren kinderen, maar moet wel over gaan. Als er te lang sprake is van flaring, dan kan dit er op latere termijn voor zorgen dat jullie kind motorische problemen krijgt. Daarom houden we de flaring goed in de gaten. Als de flaring restloos is weggetrokken worden de controles gestopt, rondom de uitgerekende datum zal dan in het St. Antonius Ziekenhuis of in het WKZ in Utrecht een laatste echo worden gedaan.

Spugen en drinken

Bij veel kinderen is de overgang van de slokdarm naar de maag nog niet goed. Als jullie kind in dit geval veel perst, kan er gemakkelijk voeding omhoog komen. Jullie kindje moet dan spugen of krijgt dipjes (zie de alinea over dipjes). We kunnen dan de voeding dikker maken (Nutriton), waardoor de voeding minder gemakkelijk omhoog komt.

Te vroeg geboren kinderen drinken vaak moeilijk. In het begin geven we daarom alle voeding per sonde (een slangetje in de neus). Als het kind er aan toe is, bieden we de voeding per fles maakt de verpleegkundige samen met jullie een plan wanneer dit mogelijk is.

Vroeggeborenen hebben speciale voedingbehoeftes om te groeien, die je niet zelf kunt bevredigen. Totdat je kindje 3 kilogram weegt voegen we daarom een speciaal poeder toe aan de borstvoeding. Als je kind flesvoeding krijgt, krijgt het een speciale flesvoeding. Als je kindje ondanks de aangepaste voeding niet goed groeit, kunnen we nog extra calorieën aan de fles- of borstvoeding toevoegen in de vorm van extra eiwitpoeder. Zowel bij borst- als bij flesvoeding starten we vanaf de leeftijd van een week met het geven van vitamine D en K.

Wil je extra begeleiding bij het geven van borstvoeding, dan kunnen wij een lactatiekundige bij je langs laten komen.

Oogarts

Bij te vroeg geboren kinderen zijn de bloedvaatjes van het netvlies nog niet volgroeid. Daarom komt een oogarts rond de 5e tot 6e week kijken of de bloedvaatjes inmiddels wel gerijpt zijn, of dat er verstoringen zijn. Totdat de rijping van de bloedvaatjes klaar is, volgt de oogarts jullie kind. Dit kan een aantal weken duren.

Uitleg over de praktische gang van zaken rond het oogonderzoek van jullie kind (druppelen etcetera) krijgen jullie van de verpleegkundige.

Bloedcontroles

Het bloed van jullie kind wordt regelmatig gecontroleerd. Afhankelijk van de toestand van jullie kind controleren we dit, vooral in het begin, enkele malen per dag of enkele malen per week. In de loop van de opname controleren we dit veel minder (na enkele weken nog 1x per week).

IJzerdrank, bloedtransfusie

Bij te vroeg geboren kinderen is de ijzervoorraad minder. IJzer is nodig om rode bloedcellen te kunnen aanmaken voor zuurstoftransport. Bij alle kinderen daalt in de loop van de opname het hemoglobinegehalte. Dit is het aantal rode bloedcellen. Wij geven de kinderen dan een ijzerdrank (ferrofumaraat). Deze drank zorgt ervoor dat jullie kind zelf rode bloedcellen kan aanmaken. In een aantal gevallen is dit niet voldoende en is een bloedtransfusie nodig. Meestal starten we na de transfusie dan ook nog met de ijzerdrank.

Ontlasting

Bij de vroeggeboorte zijn de darmen nog niet volledig uitgerijpt. Veel te vroeg geboren kinderen hebben dan ook last van moeizame ontlasting. Als dit bij jullie kind een rol speelt, starten we met medicijnen die de ontlasting zachter maken. De ontlasting kan dan gemakkelijker het lichaam verlaten.

Fysiotherapie, logopedie, maatschappelijk werk

De fysiotherapeut ziet jullie kind ook, omdat vroeggeborenen de neiging hebben het lichaam te overstrekken en het hoofd één specifieke richting op te leggen. De fysiotherapeut geeft jullie tips over vasthouden, optillen en verzorgen. De eerste 1,5 jaar volgt de fysiotherapeut jullie kind. We kunnen ook fysiotherapie aan huis leveren.

De logopediste houdt zich bezig met het drinkgedrag van jullie kindje. Zij beoordeelt het drinken en geeft adviezen om het drinken te verbeteren en/of het voorkomen van problemen rondom de voeding. Bij de leeftijd van ongeveer 9 maanden beoordeelt de logopediste (in principe eenmalig) of de mondmotoriek van jullie kind voldoende is ontwikkeld. 

Er zijn aan de afdeling twee maatschappelijk werkers verbonden, die jullie graag bijstaan. Naast aandacht voor jullie emoties kunnen zij adviseren over werkhervatting, ouderschapsverlof en andere zaken.

Vaccinaties en consultatiebureau

Omdat wij jullie kind ook na ontslag intensief blijven vervolgen, hoeven jullie niet naar het consultatiebureau. Wij geven alle vaccinaties in het St. Antonius Ziekenhuis. Te vroeg geboren kinderen kunnen dipjes krijgen (zie alinea over dipjes). Daarom geven we jullie kind de eerste vaccinatie tijdens de 24 uur dat jullie kindje aan de monitor en de saturatiemeter ligt op de afdeling. Als de eerste vaccinatie goed gaat, geven we de volgende vaccinaties poliklinisch. De eerste 3 vaccinaties geven we op de leeftijd van 2, 3 en 4 maanden. Hierbij wordt dus geen rekening gehouden met het feit dat jullie kind te vroeg geboren is.

RS virus

Het RS virus is een virus dat vooral in de wintermaanden (oktober-april) veel voorkomt. Bij oudere kinderen en volwassenen zijn de verschijnselen over het algemeen gering (snotneus, keelpijn, verhoging en eventueel voedingsproblemen bij zuigelingen). Te vroeg geboren kinderen hebben een minder goede weerstand en kunnen door het virus dan ook grotere problemen krijgen, zoals:

  • een longontsteking;
  • benauwdheid en zelfs het
  • stoppen van de ademhaling.

Om jullie kind te beschermen, adviseren we jullie je te vroeg geboren kind Synagis® te geven. Synagis® is een antistof die uit het bloed van donoren wordt gewonnen en na ontslag maandelijks thuis toegediend wordt via een injectie. Synagis wordt gedurende het winterseizoen gegeven als je kind op 1 oktober jonger dan 6 maanden is.

Ontslag

Het is moeilijk te zeggen hoe lang jullie kind op de afdeling moet blijven. Dit verschilt per kind. Voordat jullie kindje mee naar huis mag, moet hij/zij in ieder geval:

  • alle voedingen zelf kunnen drinken;
  • geen monitorbewaking meer nodig hebben;
  • minimaal 2000 gram wegen en
  • minimaal 36 weken oud zijn.

Meerlingen proberen we in principe samen naar huis laten gaan, maar soms is dit niet haalbaar. Bijvoorbeeld als er tussen de kinderen een groot verschil is in gezondheid, groei of drinken.

Expertise en ervaring

St. Antonius Geboortezorg biedt ook alle zorg rondom baby’s die te vroeg geboren zijn (prematuren), extra zorg nodig hebben of ziek zijn (Neonatologie).

Gerelateerde informatie

Code GEB 41-O

Terug naar boven