Embolisatie van een varicocèle

Voor deze behandeling wordt u opgenomen in het ziekenhuis op de dagbehandeling of op de verpleegafdeling. U krijgt bericht hoe laat u in het ziekenhuis wordt verwacht en waar u zich mag melden.

Bent u al opgenomen in het ziekenhuis? Dan verzorgt de verpleegafdeling uw vervoer naar de afdeling Radiologie.

U krijgt op de afdeling een naald met een slangetje (infuusnaald) eraan in uw arm en een OK-jasje. Ook krijgt u, als dat nodig is, medicijnen.

U wordt met uw bed naar de afdeling Radiologie gereden als het tijd is. Het afgesproken tijdstip voor de behandeling is een richttijd. Er bestaat een mogelijkheid dat u op een later tijdstip op de dag wordt geholpen.

Als u op de onderzoekstafel ligt, sluiten wij u aan op een bewakingsmonitor, zodat we tijdens de behandeling uw bloeddruk, hartslag en saturatie (zuurstofgehalte in het bloed) kunnen meten.

Een interventieradioloog voert de embolisatie uit. Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op de behandeltafel. U ligt onder steriele lakens. Tijdens de behandeling is het erg belangrijk dat u zo stil mogelijk ligt.

Vena spermatica in beeld brengen

Om de vena spermatica in beeld te brengen, plaatst de interventieradioloog een lokale verdoving in de lies en maakt daar een klein sneetje (minder dan een halve centimeter). Hierna prikt de interventieradioloog de ader in de lies aan en brengt hier een heel dun slangetje (katheter) in. Deze katheter wordt onder röntgendoorlichting en met behulp van het inspuiten van contrastvloeistof, door de grote holle ader naar de ader gestuurd die het bloed afvoert van de balzak. Van de contrastvloeistof kunt u even een warm gevoel in uw buik krijgen. Dat gaat meestal snel over. Vervolgens vindt de embolisatie plaats. Als de ader inderdaad verwijd is, sluiten we deze af.

De embolisatie

Aangekomen bij het bloedvat die het bloed afvoert vanuit de balzak, worden kleine spiraalvormige plugjes via de katheter ingebracht. Door deze plugjes wordt het bloedvat afgesloten. Meestal wordt ook nog een andere vloeistof ingespoten om het afsluiten nog efficiënter te maken. Dit kan tijdelijk voor een pijnlijk gevoel zorgen in de onderbuik.

Terug naar de dagbehandeling of verpleegafdeling

Omdat u bent opgenomen in het ziekenhuis, gaat u na de behandeling in uw bed terug naar de verpleegafdeling of dagbehandeling.

De totale behandeling duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur.

Om nabloedingen te voorkomen, moet u na het onderzoek een tijdje stil in bed blijven liggen. Dit duurt meestal 2 uur. Op de afdeling controleert de verpleegkundige regelmatig uw lies, polsslag en uw bloeddruk. Later wordt de infuusnaald verwijderd.

Bent u alleen voor het onderzoek gekomen en zijn er geen redenen om langer in het ziekenhuis te blijven? Dan mag u na deze bedrust naar huis.

Tijdens de eerste 3 tot 4 dagen (of tot de huid is genezen) mag u wel douchen, maar niet in bad of zwemmen.

Tot 3 dagen na de procedure mag u de lies niet te veel belasten. Dit houdt in dat u niet mag sporten of bukken en niet zwaar mag tillen (zwaarder dan 5 kilo).

U krijgt pijnmedicatie (naproxen). U krijgt 500 mg voor 2 keer per dag, voor 2 weken. Het recept hiervoor krijgt u mee vanaf de verpleegafdeling.

3 maanden na de behandeling krijgt u een afspraak voor een controle bij de uroloog of verpleegkundig specialist. Ook kan het zijn dat u voor deze afspraak sperma inlevert als controle van de vruchtbaarheid. Als dit voor u geldt, heeft u hiervoor een formulier gekregen.

Bij elke ingreep bestaan er risico's, bijwerkingen of complicaties. Het is een veilige ingreep die meestal zonder problemen verloopt. Heel af en toe treden er complicaties op, zoals een blauwe plek (bloeduitstorting) rond de prikplaats in de lies. De klachten verdwijnen vanzelf na een paar dagen.

Sommige patiënten krijgen rugpijn tijdens de behandeling. Deze rugpijn kan ongeveer 2 dagen aanhouden. U kunt hier pijnstillers tegen gebruiken.

In de weken na de behandeling kunt u nog wel een zwaar gevoel houden in de balzak, maar ook dat gebeurt niet bij iedereen. Dit komt doordat de aderen die zijn geëmboliseerd, zijn gestold. Dit is normaal en verdwijnt uiteindelijk. U kunt er wel enkele weken last van houden.

Contrastvloeistof

Contrastvloeistof heeft een belastende werking op uw nieren. Als u een slechte nierfunctie heeft, is het belangrijk om dat te vertellen aan uw arts. Bij een (te) slechte nierfunctie moeten extra voorbereidende maatregelen genomen worden. We raden u aan om veel te drinken na het onderzoek (1 tot 1,5 liter). Dit geldt ook als u een goede nierfunctie heeft.

Voordat de behandeling plaatsvindt bespreekt de arts verdere risico's en mogelijke complicaties met u tijdens het polibezoek.