Behandelingen & onderzoeken Chirurgie

Bijschildklieroperatie

Als er sprake is van een te snel werkende bijschildklier, dan is er een grote kans dat een operatie nodig is. 

Er is een aantal redenen om te beslissen of de patiënt in aanmerking komt voor een operatie. Deze redenen zijn o.a. het kalkgehalte in het bloed, botontkalking en/of de nierfunctie. Ook leeftijd kan een rol spelen in de beslissing om te opereren.

Meer over bijschildklieroperatie

Over het algemeen is de bijschildklieroperatie een ingreep met weinig complicaties en een vlot herstel. Meestal hoeft de patiënt na de operatie geen medicijnen meer te gebruiken om de bijschildklierfunctie te regelen. De internist controleert de bijschildklierfunctie.

Uiteraard is bovenstaande afhankelijk van de reden waarom geopereerd wordt. In het geval van een kwaadaardig gezwel kan het allemaal anders zijn. De nabehandeling wordt dan later bepaald.

Voorbereiding

Voorbereiding op uw opname

Een goede voorbereiding is voor u en voor ons belangrijk. Op onze webpagina Opname in het ziekenhuis (bij operatie) leest u hoe u zich op uw opname voorbereidt en krijgt u informatie over de gang van zaken in ons ziekenhuis.

Zwangerschap

Bent u (mogelijk) zwanger? Laat dit dan zo snel mogelijk aan ons weten.

Iemand meenemen

Wij adviseren u om bij uw opname en uw ontslag uit het ziekenhuis iemand mee te nemen. U krijgt veel uitleg en informatie en kunt dan alles samen nog een keer rustig doorspreken. Ook kan deze persoon u weer thuisbrengen, omdat u zelf (nog) geen auto mag rijden na de operatie.

Eten en drinken (nuchter zijn)

Het is noodzakelijk dat u voor de operatie een bepaalde periode niet eet of drinkt (‘nuchter’ blijft). Dit geldt als u narcose, een ruggenprik of een zenuwblokkade krijgt. Als u niet nuchter bent tijdens de ingreep, is de kans groter dat er tijdens de ingreep eten en drinken uit uw maag in uw longen terechtkomt. Dit kan leiden tot een ernstige longontsteking. Het is dus belangrijk dat u zich aan onderstaande voorschriften houdt. Als u niet nuchter bent, zullen wij er voor uw veiligheid voor kiezen om de operatie niet door te laten gaan.

Houd u aan de onderstaande voorschriften:

  • Tot 6 uren voordat u in het ziekenhuis moet zijn mag u 1 of 2 beschuitjes met jam eten.

Dit betekent dat als u zich bijvoorbeeld om 08.00 uur ’s morgens in het ziekenhuis moet melden, u vanaf 02.00 uur ’s nachts niets meer mag eten. Moet u zich bijvoorbeeld om 14.00 uur ’s middags melden, dan mag u vanaf 08.00 uur ’s morgens niets meer eten.

  • Tot 2 uren voordat u in het ziekenhuis moet zijn mag u heldere vloeistoffen drinken. Dit zijn: water, appelsap en thee ZONDER melk. Koffie zonder melk is ook toegestaan.

Dit betekent dat als u zich bijvoorbeeld om 08.00 uur ’s morgens in het ziekenhuis moet melden, u vanaf 06.00 uur ’s morgens niets meer mag drinken. De afgesproken medicatie mag u wel met een slokje water innemen op de dag van de operatie.

Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis en de volgende dag wordt geopereerd, dan zullen de zorgverleners op de afdeling u laten weten vanaf hoe laat u niet meer mag eten en drinken.

Roken

Roken vertraagt de wondgenezing. Om complicaties te voorkomen, raden wij u sterk aan om tenminste 2 weken voor de operatie en tenminste 3 weken na de operatie te stoppen met roken. Uiteraard is het voor uw gezondheid het beste om helemaal te stoppen met roken.

Geef het altijd aan ons door als u overgevoelig of allergisch bent voor jodium, contrastvloeistof, bepaalde medicijnen, pleisters, rubber, latex of andere stoffen. 

Zorg ervoor dat u geen make-up draagt (ook geen nagellak).

Kleding

  • Draag gemakkelijk zittende kleding, die u gemakkelijk aan- en uit kunt trekken.
  • Neem voldoende (nacht)kleding, ondergoed en een paar warme sokken mee.
  • Neem stevige schoenen of pantoffels mee (om te voorkomen dat u valt).

Mijn Antonius-account aanmaken

Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntenportaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Heeft u nog geen account? Dan is het handig als u er een aanmaakt. Op onze webpagina Mijn Antonius leest en ziet u hoe u dit eenvoudig doet. 

Afzeggen

Bent u verhinderd voor de operatie? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Neem hiervoor telefonisch contact op met de Voorbereiding Opname.

Behandeling

Verdoving (anesthesie)

Bij een operatie kunt u plaatselijk of geheel verdoofd (narcose) worden. Uw arts bespreekt met u welke vorm van verdoving in uw situatie het meest geschikt is.

Informatie over de verschillende soorten verdovingen en de gang van zaken leest u op onze webpagina Onder anesthesie.

Operatiemethoden

Er zijn 2 operatiemethoden:

  • de klassieke operatie waarbij de chirurg een grotere snede maakt;
  • de minimaal invasieve operatie waarbij de chirurg opereert via een kleine snede. 

Uw arts zal bespreken welke methode het beste is.

De klassieke operatie

Hierbij maakt de chirurg een kleine, horizontale snee laag in de hals. De arts kan dan de aangedane bijschildklier of -klieren bereiken en verwijderen. Soms wordt er een drain (slangetje) in het operatiegebied achtergelaten om wondvocht af te voeren. Meestal wordt deze drain de volgende dag verwijderd.

De minimaal invasieve operatie

De chirurg bepaalt aan de hand van de schildklierscan en/of echo waar de zieke bijschildklier zich bevindt. Vervolgens maakt de arts op die plek een snee van ongeveer 1 tot 2 centimeter en verwijdert de bijschildklier.

Mogelijke complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een operatie aan de bijschildklier de kans op complicaties aanwezig, zoals een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke complicaties mogelijk:

Beschadiging van de stembandzenuw

Beschadiging van de stembandzenuw komt gelukkig weinig voor (bij 1% van de patiënten). Bovendien maken we in dit ziekenhuis gebruik van de NIM tube. Dit is een beademingsbuis met sensoren op de plek van de stembanden. Zo kunnen we tijdens de operatie de stembandzenuw testen en goed in de gaten houden. Wanneer de stembandzenuw toch beschadigd raakt, kan spraakles nodig zijn. Maar hard praten of roepen is dan niet meer mogelijk.

Tijdelijke verandering van uw stemgeluid

Ook als de stembandzenuw niet beschadigd is, kan uw stem tijdelijk veranderen. Deze kan bijvoorbeeld iets hoger of lager klinken dan voorheen. Dit kan het gevolg zijn van tijdelijke beschadigingen van de korte halsspieren of van bepaalde zenuwtakjes.

Tekort aan bijschildklierhormoon

Een tekort aan bijschildklierhormoon kan na de operatie voorkomen omdat de te hard werkende bijschildklier is verwijderd en de andere bijschildklieren nog 'op gang' moeten komen. Dit tekort wordt behandeld met kalktabletten en vitamine D-preparaten.

Te weinig bijschildklierweefsel weggehaald

Als er te weinig bijschildklierweefsel is weggehaald, kan het nodig zijn opnieuw te opereren. Dit proberen we te voorkomen door tijdens de operatie het bijschildklierhormoon te bepalen. Deze zal na verwijdering van de te hard werkende bijschildklier binnen 15 minuten 75-90% moeten dalen.

Nazorg

Naar huis

Als het calciumgehalte in het bloed goed blijft, dan kunt u de dag na de operatie weer naar huis.

Pijn

De pijn na de operatie valt over het algemeen mee en is te vergelijken met een lichte keelontsteking.

Eten en drinken

Na de operatie mag u in principe alles weer eten.

Wondverzorging

Uw arts of de verpleegkundige vertelt u of uw wond nog speciale nazorg nodig heeft. De wond geneest snel en meestal met een litteken dat na verloop van tijd amper meer te zien is.

Klachten

Tintelingen en/of spierkrampen

Als de operatie succesvol is, zal het kalkgehalte in het bloed sterk dalen. Dit kan gepaard gaan met tintelingen rond de mond en/of in de vingertoppen en soms ook spierkrampen. Indien u hier thuis klachten van krijgt dient u zich te melden in het ziekenhuis en zullen we het calciumgehalte in het bloed moeten controleren.

Werkhervatting

U kunt meestal na een week weer gaan werken.

Controle stembandfunctie

Soms laat de arts na de operatie uw stembandfunctie door de KNO-arts controleren. Ook krijgt u afspraken mee voor poliklinische controle bij de chirurg en de internist.

Contact opnemen

Heeft u na ontslag dringende vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Tot 24 uur na ontslag

  • Tijdens kantooruren met de poli Chirurgie, T 088 320 19 00.
  • Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.

Na 24 uur na ontslag

  • Tijdens kantooruren met de poli Chirurgie, T 088 320 19 00.
  • Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.

Expertise en ervaring

Expertise en ervaring Chirurgie

Het St. Antonius Ziekenhuis is één van de beste chirurgische centra van Nederland. Onze chirurgen zijn trots op de expertise in gecompliceerde chirurgische aandoeningen en zorg, maar ook op het perfectioneren van de zorg die nodig is bij veelvoorkomende, minder complexe aandoeningen. Hierbij kunt u denken aan galstenen (meer dan 600 patiënten per jaar), liesbreuken (meer dan 500 patiënten per jaar), spataderen (meer dan 1200 patiënten per jaar), aambeien en (vet)bulten.

We werken met de nieuwste onderzoeks- en behandeltechnieken en passen graag behandelingen toe die minder belastend zijn voor de patiënt. Dankzij een minder belastende ingreep verloopt het herstelproces sneller en komen complicaties minder vaak voor.

De bijschildklier

De bijschildklieren liggen in de hals, achter de schildklier. Het zijn kleine kliertjes, zo groot als een rijstkorrel. Meestal zijn er vier bijschildklieren, gelegen achter de schildklier. Sommige mensen hebben echter meer dan vier bijschildklieren en niet bij iedereen liggen ze op dezelfde plaats.

De bijschildklieren maken een hormoon (PTH) dat betrokken is bij de kalkstofwisseling van het lichaam. Calcium (kalk) is een belangrijk mineraal voor de aanmaak van botten en tanden. Als er te weinig calcium in het bloed is, gaat de bijschildklier harder werken en wordt er meer bijschildklierhormoon geproduceerd. Het hormoon maakt calcium vrij uit het skelet en stimuleert de productie van vitamine D, dat belangrijk is voor de opname van calcium uit de darm.

De bijschildklier

Ziektes van de bijschildklier

Een te snel werkende bijschildklier

Hierbij wordt er te veel bijschildklierhormoon geproduceerd, wat leidt tot een te
hoog calciumgehalte in het bloed. U kunt dan last hebben van pijn in de botten, vermoeidheid, psychische klachten, buikklachten of nierstenen. Meestal gaat het om een bijschildklier die groter wordt en daardoor te snel werkt. Bijna altijd gaat het dan om een goedaardige aandoening (adenoom).

Een te langzaam werkende bijschildklier

Hierbij wordt er te weinig bijschildklierhormoon geproduceerd, wat leidt tot een
te laag calciumgehalte in het bloed. Deze ziekte kan niet worden behandeld door een operatie, maar wel met medicijnen.

Diagnose en onderzoeken

Aan de hand van uw klachten en aanvullend onderzoek kan de arts een diagnose stellen. Aanvullend onderzoek bestaat uit:

Veilige zorg in het ziekenhuis

In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:  

  • Welke medicijnen u gebruikt.
  • Of u allergieën heeft.
  • Of u (mogelijk) zwanger bent.
  • Als u iets niet begrijpt.
  • Wat u belangrijk vindt.
  • Als u iets ziet wat niet schoon is.

Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek

Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.

Meer informatie

Gerelateerde informatie

Code CHI 60-B

Terug naar boven