Aandoeningen Orthopedie

Scoliose

Als we de ruggengraat recht van voren of achteren bekijken, horen de wervels een rechte lijn te vormen. Als dat niet zo is en er sprake is van een duidelijke zijwaartse kromming, spreken we van een scoliose.

We spreken pas van een scoliose als de kromming meer dan 10 graden is. Als de wervelkolom naar één kant kromgroeit, met dus één bocht, spreken we van een C-vormige verkromming. Als de wervelkolom naar twee kanten kromgroeit en dus twee bochten heeft, spreken we over een S-vormige verkromming. In Nederland heeft 4 op de 1000 mensen scoliose. Elk jaar komen er zo'n 1000 nieuwe patiënten bij. Dit zijn meestal meisjes tussen de 10 en 18 jaar.

Meer over scoliose

Hieronder leest u meer over hoe een rug er met en zonder scoliose uitziet en welke soorten scoliose er bestaan.

    Rug zonder en met scoliose

    Normale ruggengraat van opzij gezien.

    Normale ruggengraat van opzij gezien.

    Normale ruggengraat van voren gezien.

    Normale ruggengraat van voren gezien.

    Rug met scoliose van achteren gezien.

    Rug met scoliose van achteren gezien

      Soorten

      Een scoliose kan verschillende oorzaken hebben. Op basis daarvan onderscheiden we twee soorten scoliose: 

      • de niet-structurele scoliose
      • de structurele (echte) scoliose

      Niet-structurele scoliose

      Bij de niet-structurele scoliose is de ruggengraat zelf niet vervormd, maar wordt het in een abnormale stand gehouden, bijvoorbeeld omdat: 

      • de benen van het kind niet even lang zijn, of omdat
      • het kind een afwijkende houding aanneemt. 

      De benen zijn niet even lang

      Als de benen niet even lang zijn, komen het bekken en de onderrug scheef te staan. Het lichaam probeert dit te corrigeren met een tegenbocht in de rest van de rug, zodat het hoofd toch recht boven de voeten komt. Zodra het kind gaat zitten, is er geen sprake meer van een scheefstand en verdwijnt de bocht in de rug. 

      Een klein verschil in beenlengte komt veel voor en heeft geen nadelige gevolgen voor de rug, ook niet op de lange termijn. Is het verschil duidelijk meer dan 1,5 cm, dan is het belangrijk te onderzoeken wat de oorzaak is en het kind (zo nodig) te behandelen. 

      Afwijkende houding

      Als een kind een afwijkende (‘slechte’) houding heeft, verdwijnt de verkromming als het kind vooroverbuigt. In dat geval kan houdingstherapie helpen. Er zijn dan geen bijzondere consequenties voor later.

      Structurele scoliose

      Een structurele scoliose kan bij heel jonge kinderen ontstaan door:

      • Aangeboren afwijkingen in de wervels, bijvoorbeeld misvormde of vergroeide wervels.
      • Onbalans in de spierspanning, zoals bij spasticiteit, spierziektes of spina bifida (open rug). 

      Bij schoolkinderen is de meest voorkomende vorm van structurele scoliose de idiopathische scoliose. Idiopathisch betekent: zonder bekende oorzaak. We weten dus niet hoe deze scoliose ontstaat. 

      Tijdens de groeispurt is het belangrijk de scoliose regelmatig te laten controleren. De kans op verergering is in deze fase het grootst. Scoliose komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.

      Symptomen

      Scoliose veroorzaakt over het algemeen geen pijn. Scoliose die door veroudering ontstaat, kan pijnklachten en bewegingsbeperkingen veroorzaken.

      Onderzoeken

      Lichamelijk onderzoek

      Bij lichamelijk onderzoek kijken we of het om een structurele of 
      niet-structurele scoliose gaat, door te kijken of de scoliose verdwijnt bij: 

      • correctie van het beenlengteverschil
      • vooroverbuigen
      • correctie van de houding

      Röntgenfoto

      De grootte van de bocht in de wervelkolom wordt gemeten met behulp van een röntgenfoto. De hoek van de verkromming wordt in graden uitgedrukt. Hoe groter deze hoek, hoe sterker de scoliose. Nadat de diagnose is gesteld, controleert de orthopedisch chirurg regelmatig de rug met behulp van röntgenfoto’s. Aan de hand van deze foto’s kan hij nagaan of de scoliose verandert. 

      MRI

      Verder beeldvormend onderzoek, zoals een MRI, is alleen nodig als: 

      • er ingewikkelde vergroeiingen blijken te zijn;
      • we denken dat er sprake kan zijn van afwijkingen aan het zenuwstelsel.

      Behandelingen

      Een scoliose kan behandeld worden met een korset/brace, oefentherapie of door middel van een operatie.

      Meer informatie

      Overige websites

      Kijk voor meer informatie op de website van de Vereniging voor Scoliopatiënten.

      Gerelateerde informatie

      Specialismen

      Code ORT 58-A

      Terug naar boven