Behandelingen & onderzoeken

Niet-ingedaalde balletjes (operatie)

Niet-ingedaalde balletjes (retentio testis) worden behandeld met een operatie. Tijdens deze operatie brengt de uroloog het niet-ingedaalde balletje vanuit het lieskanaal naar de balzaak en zet het daar vast.

Meer over niet-ingedaalde balletjes

Wat zijn niet-ingedaalde balletjes (retentio testis)?

Bij ongeboren jongetjes ontwikkelen de teelballetjes zich in de buik. Voor de geboorte verhuizen ze via het lieskanaal naar de balzak (het scrotum). Dat noemen we ‘indalen’. Het kan gebeuren dat één of beide balletjes bij de geboorte nog niet ingedaald is/zijn, of dat één of twee balletjes zich terugtrekken.

Wanneer is behandeling nodig?

Bij sommige kinderen dalen de balletjes in de eerste 6 maanden na de geboorte alsnog spontaan in. Na de zesde maand gebeurt dat niet meer en moet uw kind geopereerd worden. Dat kan het beste gebeuren als hij ongeveer 1 jaar is, maar zeker voor zijn tweede verjaardag.

Bij oudere kinderen is er soms sprake van dat één of twee balletjes zich (steeds verder) terugtrekken. Ook dan is een operatie noodzakelijk. Hieronder leest u meer over deze behandeling.

Voorbereiding

Dagopname kind (0-18 jaar)

Een goede voorbereiding is voor u, uw kind en voor ons belangrijk. Op onze webpagina's "Dagopname kind" leest u hoe u uw kind het beste op de opname en de ingreep kunt voorbereiden.

Eten en drinken (nuchterbeleid)

Eten en drinken

Om misselijkheid en braken tijdens en na de ingreep zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat uw kind voor de narcose een bepaalde periode niet eet of drinkt (‘nuchter’ blijft). Houd u goed aan de volgende regels:

Uw kind is 1 jaar of ouder

  • Geef uw kind 6 uren voor de opname een licht ontbijt (beschuitje met jam en een kop heldere drank, zoals water, thee of heldere appelsap). Daarna mag uw kind niets meer eten.
  • Tot het tijdstip van naar de operatiekamer gaan mag uw kind nog enkele slokjes heldere drank drinken (ongeveer 3 ml per kilogram lichaamsgewicht per uur). Onder heldere drank verstaan we, water, thee (mag met suiker), heldere appelsap of aanlenglimonade. Dus geen melk en geen vruchtensappen.

Uw kind is jonger dan 1 jaar

  • Geef uw kind 4 uren voor de opname een melkvoeding (fles of borst, geen pap).
  • Tot het tijdstip van naar de operatiekamer gaan mag uw kind nog enkele slokjes drinken (heldere drank). Onder heldere drank verstaan we, water, thee (mag met suiker), heldere appelsap of aanlenglimonade. Geen borstvoeding.

Het is belangrijk dat u zich goed aan deze regels houdt, anders kan de ingreep of het onderzoek niet doorgaan.

Let op: indien de operatie plaatsvindt in de vroege ochtend mag uw kind vanaf 0.00 uur niet meer eten of drinken.

Medicijnen

Gebruikt uw kind medicijnen? Vraag dan aan de dokter of uw kind die wel gewoon mag innemen op de dag van de opname.

Allergieën

Is uw kind allergisch voor bepaalde medicijnen, pleisters of contrastvloeistof? Vertel dit dan voor de behandeling aan de verpleegkundige.

Kleding

  • Zorg ervoor dat uw kind gemakkelijk zittende kleding aan heeft, die u gemakkelijk aan- en uit kunt trekken.
  • Neem een schone set kleding mee voor uw kind voor het geval het een nachtje moet blijven en een paar warme sokken.
  • Neem stevige schoenen mee voor uw kind (om te voorkomen dat het valt).

Wij adviseren ook een strakke onderbroek of strakke 'speedo' zwembroek mee naar de operatiekamer te nemen of een schone luier.

Mijn Antonius-account aanmaken

Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntenportaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Heeft u nog geen account? Dan is het handig als u er een aanmaakt. Op onze webpagina Mijn Antonius leest en ziet u hoe u dit eenvoudig doet. 

Afzeggen behandeling

Is uw kind verhinderd voor de behandeling? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Neem hiervoor telefonisch contact op met de afdeling waar de behandeling plaatsvindt.

Behandeling

De ingreep

  • Uw kind wordt onder narcose gebracht op de operatiekamer.
  • Zodra uw kind onder narcose is, kan de anesthesist een extra verdovende prik geven in de onderrug van uw kind. Uw kind voelt daar niets van. De prik zorgt ervoor dat uw kind de eerste tijd na de operatie geen pijn heeft. Of uw kind hiervoor in aanmerking komt kunt u het beste bespreken met de behandelend arts van uw kind. Als de verdovingsarts de prik in de onderrug geeft, dan heeft uw kind na de operatie een poosje geen gevoel in zijn benen. Dit komt vanzelf terug.
  • Als uw kind slaapt brengt de uroloog het niet-ingedaalde balletje vanuit het lieskanaal naar de balzak en zet het daar vast.
  • De wondjes worden met zelfoplosbare hechtingen gehecht.

Duur operatie

De operatie duurt ongeveer 1 uur.

Nazorg

Na de ingreep

  • Na de ingreep heeft uw kind behoefte aan uw steun. U kunt hem helpen door hem gerust te stellen en wat uitleg te geven.
  • Op de operatiekamer heeft uw kind een infuus gekregen. Het infuus wordt verwijderd, zodra hij iets heeft gedronken en heeft geplast.
  • Als uw kind een ruggenprik heeft gehad, heeft hij tijdelijk geen gevoel in zijn benen. Na enkele uren keert het gevoel weer terug en kan uw kind weer lopen.
  • Voor de verdoving is uitgewerkt krijgt uw kind een zetpil paracetamol tegen de pijn.
  • Als uw kind niet misselijk is, mag hij direct na de operatie weer (een heldere drank) drinken. Als dat goed gaat, mag hij ook wat licht verteerbaar voedsel.

Naar huis

Uw kind mag naar huis, zodra hij zich fit voelt en weer normaal kan lopen. Meestal is dat al enkele uren na de operatie. Als de arts het nodig vindt, krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek op de poli.

Adviezen voor thuis

Hieronder leest u waar u thuis op moet letten en wat uw kind wel en niet mag doen. Heeft uw arts u andere adviezen gegeven? Houd dan het advies van de arts aan.

  • Als uw kind zin heeft, mag hij weer langzaamaan beginnen met eten.
  • Let erop dat uw kind plast; sommige kinderen zijn daar wat angstig voor.
  • Over de wondjes zitten hechtpleisters. Deze mag u laten zitten tot ze vanzelf loslaten (maximaal 2 weken).
  • Na 1 dag mag uw kind weer douchen. Hij mag pas weer in bad of zwemmen als de wondjes helemaal dicht zijn, na ongeveer 2 weken.
  • De balzak (het scrotum) kan na de ingreep wat dik en/of blauw worden. Maakt u zich daarover niet ongerust, dit verdwijnt na een aantal dagen. Bij forse zwelling of roodheid moet u even contact opnemen.
  • U kunt uw kind het beste een strakke luier of onderbroek aantrekken om zwelling van de balzak te voorkomen. Over de onderbroek heen kan uw kind het beste een niet te strakke broek dragen.
  • Door pijn aan de wondjes en een stijve lies loopt uw zoontje misschien wat moeilijk. Geef hem pijnstilling volgens het schema dat de verpleegkundige met u doorgenomen heeft. U vindt het schema op onze webpagina ‘Dagopname kind (0-12 jaar)’.
  • Uw kind mag 2 tot 3 dagen niet naar school of naar het kinderdagverblijf. Hij mag wel onder begeleiding naar buiten.
  • Uw kind mag 2 weken niet sporten (zeker niet zwemmen en fietsen).
  • En ten slotte geldt: ‘Wat kan, mag’. Uw kind mag alle bewegingen maken die geen pijn doen.

Zijn de wondjes erg pijnlijk, rood en gezwollen? Neem dan contact op met de poli Urologie. U vindt de telefoonnummers hieronder.

Contact opnemen

De eerste 10 dagen na uw ontslag kunt u ons bellen voor vragen die te maken hebben met uw behandeling/opname/operatie. U kunt dan de volgende nummers bellen:

  • Tijdens kantooruren (8.00 - 16.15 uur) met de poli Urologie,  T 088 320 25 00
  • In de avond en nacht met de Afdeling F2 Urologie, T 088 320 62 92

Een verpleegkundige zal u dan te woord staan. Indien nodig, zal hij/zij overleggen met de arts. Na deze 10 dagen kunt u contact opnemen met uw eigen huisarts.

Expertise en ervaring

De urologen van het St. Antonius Ziekenhuis hebben veel ervaring met de behandeling van niet-ingedaalde zaadballetjes bij kinderen.

Kinderwebsite

Het St. Antonius Ziekenhuis heeft speciale webpagina's voor kinderen en jeugd tot 18 jaar om zich voor te bereiden op hun bezoek aan het ziekenhuis. Aan de hand van onder meer filmpjes, beeldverhalen en veelgestelde vragen kunnen zij zien hoe alles gaat op de Kinderafdeling en kennis maken met de mensen die er werken. 

Hoofdbehandelaar

Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk gezien. Er is echter altijd één medisch specialist eindverantwoordelijk voor de medische behandeling: de ‘hoofdbehandelaar’. Het is voor u dus belangrijk om te weten wie dit is. Wilt u weten wie uw hoofdbehandelaar is? Vraag dit dan aan de zaalarts of verpleegkundig specialist.

Het filmpje Wie is uw hoofdbehandelaar? geeft u meer informatie hierover.

Veilige zorg in het ziekenhuis

In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:  

  • Welke medicijnen u gebruikt.
  • Of u allergieën heeft.
  • Of u (mogelijk) zwanger bent.
  • Als u iets niet begrijpt.
  • Wat u belangrijk vindt.
  • Als u iets ziet wat niet schoon is.

Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek

Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.

Gerelateerde informatie

Code URO 89-B

Terug naar boven