Verzakkingsoperatie met implantaat (Calistar-S) via de vagina
Contact
Een verzakking van de baarmoeder kan doorgaans worden verholpen door het plaatsen van een pessarium of een operatie waarbij het verzwakte steunweefsel met hechtingen weer op z'n plek wordt gezet. Echter, als het eigen bindweefsel niet sterk genoeg is kan er opnieuw een verzakking ontstaan. Bij een klein deel van de vrouwen is dan een behandeling met een vaginaal implantaat een mogelijkheid.
Bij deze operatie word het implantaat ingebracht via de vagina (vaginaal implantaat) of via een kijkoperatie in de buik (laparoscopische sacrocolpopexie). Afhankelijk van het soort verzakking, of u wel of niet uw baarmoeder nog heeft, of dat u eerder bent geopereerd, zal besloten worden met welke operatie u het best geholpen bent. U bespreekt met uw arts wat de voor- en nadelen zijn van de operatie en of de operatie uw klachten daadwerkelijk kan verhelpen.
Op deze webpagina leest u meer over een vaginaal implantaat, in de volksmond ook wel 'vaginaal matje' genoemd. Met deze operatie wordt uw eigen steunweefsel verstevigd met het implantaat en met hechtingen. Deze vorm van operatie passen we alleen toe als een verzakking opnieuw optreedt na een eerdere operatie (Vraag Wenche: moet ik de volgende zin laten staan.....of als er sprake is van erfelijke aanleg van bindweefselproblemen of een bijzondere grote verzakking op jonge leeftijd...).
Het plaatsen van een implantaat heeft voordelen, maar ook nadelen. Hieronder kunt u daar meer over lezen.
Op deze pagina snel naar
Meer over implantaat
Verschillende soorten implantaten
Er zijn verschillende soorten implantaten die gebruikt kunnen worden (synthetische of vaginale kunststof implantaten). Op dit moment wordt bij het plaatsen van een implantaat gebruik gemaakt van het synthetische (kunststof) implantaat (Calistar-S vaginale implantaat).
Vroeger zijn er problemen geweest met een aantal vaginale kunststof implantaten, sommige vrouwen hadden pijn na de operatie. Soms werd het implantaat zichtbaar, omdat het bloot kwam te liggen in de vagina, wat klachten gaf. Deze implantaten worden dan ook niet meer gebruikt. We gebruiken nu alleen nog synthetische kunststof implantaten (check Wenche, klopt dit?).
Sinds deze ervaringen zijn er veel aanpassingen gedaan en gelden de volgende richtlijnen:
- Een vaginaal implantaat wordt alleen nog maar overwogen als er opnieuw een verzakking is ontstaan, bij iemand die al eens eerder hieraan is geopereerd
- Een vaginaal implantaat wordt maar in 6 ziekenhuizen in Nederland geplaatst, door speciaal getrainde gynaecologen.
- Ook worden alle implantaten extra goed vastgelegd, in zowel het patiëntendossier, als in 2 landelijke registratiesystemen voor implantaten (LIR; Landelijk Implantaten Register en NGR; Nederlandse Gynaecologische Registratie voor kwaliteitsbewaking)
- En er vinden regelmatig controles plaats om problemen op tijd te herkennen, deze zorgen ervoor dat de zorg voor patiënten die in aanmerking komen voor een vaginaal implantaat is verbeterd.
Lees meer
De voor- en nadelen van een operatie met het Calistar-S implantaat
Voordelen
Het grootste voordeel van een operatie met het Calistar-S implantaat is dat uw organen met het implantaat worden teruggebracht naar hun natuurlijke plek. Ook uw bekkenbodem krijgt steun. De klachten die u heeft van uw verzakking kunnen daardoor minder worden (vraag Wenche, kunnen we dit niet wat stelliger zeggen of deze zin weglaten?) Ongeveer 9 van de 10 vrouwen, die een operatie met een Calistar-S implantaat laat uitvoeren merkt een (sterke) verbetering van hun klachten. (Vraag Wenche, kunnen we dit voordeel laten staan.....Ook heeft het plaatsen van een implantaat als voordeel dat het implantaat ook op de lange termijn zijn stevigheid behoudt....)
Nadelen
- mogelijke problemen (complicaties) tijdens en na de ingreep
- bij complicaties is soms een operatie nodig om dit te herstellen
- u moet iets vaker langs de dokter voor een controle (3 jaar)
De meeste vrouwen zijn tevreden over hun behandeling met het synthetische matje. Er is echter een kleine kans op ernstige complicaties.
Mogelijke complicaties
Een operatie met het Calistar-S implantaat kan problemen (complicaties) geven, sommige problemen kunnen we nog niet voorspellen. Bijvoorbeeld problemen die zouden kunnen optreden na langere tijd (zoals blootligging van het implantaat of slijtage). Dit komt omdat er nog geen lange termijn resultaten over dit onderwerp zijn .
Het lopende Calistar-S onderzoek in Nederland is nog niet helemaal klaar. Dit onderzoek, waarbij 179 vrouwen een Calistar-S implantaat hebben gekregen, laat tot nu toe zien dat 9 op 10 vrouwen tevreden is na de operatie. In de onderzoeken die wereldwijd verricht zijn naar de werkzaamheid van het Calistar-S implantaat zijn de volgende problemen (complicaties) opgetreden bij of na plaatsing van het implantaat:
- Plasklachten (tijdelijk): 1.19% - 4.35%
- Urineverlies: 2.60% - 7.61%
- Opnieuw verzakking na Calistar-S implantaat: 7.24%
- Blootliggen stukje implantaat in de vagina (exposure): 2.38%
- Samentrekken implantaat (contractie): 1.48%
- Schade omliggende organen (blaas, darmzenuwen, bloedvaten): 0.60% - 2%
- Blaasontsteking: 1.48%
- Pijnklachten: 3.56%
- Pijn bij het vrijen (dyspareunie): 0.54% - 8.49%
- (Na)bloeding: 1% - 3%
Als u een operatie krijgt loopt u altijd een klein risico op problemen (complicaties). De meest voorkomende problemen na de operatie met het Calistar-S implantaat, net als bij andere operaties voor verzakkingen, zijn vaginale pijn, ongemak, irritatie, bloeden en infectie. (Vraag Wenche, kunnen we hier niet bij zetten; Deze problemen zijn meestal van tijdelijke aard). Soms is een operatie nodig om een probleem te herstellen.
Het implantaat dat u voor deze operatie krijgt blijft altijd in uw lichaam. Als u het implantaat wil verwijderen, is het mogelijk al met het weefsel vergroeid, in dat geval kan soms alleen een stukje weggehaald worden tijdens een vervolgoperatie. Tijdens zo'n vervolgoperatie is er kans op beschadiging van omliggende organen. Als er een deel van het implantaat achterblijft kan het zijn dat uw klachten aanwezig blijven. (vraag Wenche: kunnen we hier niet zeggen ipv bovenstaande zin: ....als we een deel van het implantaat moeten laten zitten, omdat het al is vergroeid met uw weefsel, kan het zijn dat uw klachten (helaas) blijven.....
Toestemming
U beslist zelf of u een vaginaal implantaat wil krijgen. Als u dit niet wilt, wordt u op een andere manier behandeld voor uw vaginale klachten. U kunt ook besluiten om de verzakking niet te laten behandelen. De gynaecoloog informeert u over de mogelijkheden.
Vindt u het moeilijk om te beslissen? De gynaecoloog bespreekt alles uitgebreid met u. U krijgt informatie mee naar huis om rustig door te lezen en na te denken over mogelijke keuzes en de voor- en nadelen. Vervolgens komt u terug op de poli om samen een plan van aanpak te maken. Er zijn veel vrouwen die baat hebben bij een implantaat. Als er al eerder is geopereerd in het gebied waar opnieuw een verzakking is ontstaan, zijn er soms weinig alternatieven.
Het kiezen voor een implantaat is vooral een persoonlijke afweging. Een verzakking is niet gevaarlijk. De verzakking kán steeds erger worden, maar de klachten kunnen ook hetzelfde blijven. Wij raden u daarom aan de tijd te nemen voor uw beslissing. Samen met uw gynaecoloog kunt u inschatten wat uw kansen zijn op een succesvolle behandeling met of zonder implantaat.
Als u heeft besloten geopereerd te willen worden met het Calistar-S implantaat zal uw gynaecoloog u een toestemmingsformulier meegeven. U kunt dit ook zelf uitprinten en meenemen. Klik hier voor het formulier (invoegen formulier nadat Ietje het heeft opgemaakt)
Voorbereiding
Zwangerschap
Bent u (mogelijk) zwanger? Laat dit dan zo snel mogelijk aan ons weten.
Bekkenfysiotherapie
Bekkenfysiotherapie vóór de operatie kan zinvol zijn, ook als u een grote verzakking heeft. In deze periode wordt uw bekkenbodemfunctie beoordeeld en u kunt alvast leren wat buikdruk is. Na de operatie willen we die namelijk zo laag mogelijk houden. Dat lukt veel beter als u al geoefend heeft in het voelen en beheersen van de buikdruk. Zo maakt u de kans op een nieuwe verzakking aanzienlijk kleiner.
Bekkenfysiotherapeut vinden
- U kunt naar de bekkenfysiotherapeut in het St. Antonius Ziekenhuis (T 088 320 77 50). U heeft dan wel een verwijzing van uw gynaecoloog nodig.
- Als u naar een geregistreerd bekkenfysiotherapeut bij u in de buurt gaat, kijk dan op www.defysiotherapeut.com en:
- klik op ‘vind uw fysiotherapeut';
- kies type fysiotherapeut ‘bekkenfysiotherapeut’;
- voer uw postcode in;
- kies 5 km of (eventueel) 10 km.
Vaginale voorbereiding
U begint thuis al met de voorbereidingen op de operatie. Bij een operatie met een vaginaal implantaat krijgt u tenminste 4 weken voor de operatie vaginale hormooncreme of vaginale zetpillen Synapause om de vaginawanden goed voor te bereiden op de operatie.
Niet scheren/ontharen
Om wondinfecties te voorkomen, adviseren wij u om het operatiegebied vanaf 10 dagen voor de ingreep niet meer te scheren/ontharen. Scheren veroorzaakt namelijk kleine wondjes, waarin bacteriën zich kunnen nestelen en vermenigvuldigen.
Allergieën
Bent u allergisch voor bepaalde medicijnen, pleisters, rubber, latex of contrastvloeistof? Vertel dit dan voordat de behandeling plaatsvindt aan de verpleegkundige.
Kleding
- Draag makkelijk zittende kleding, die u makkelijk kunt aan- en uittrekken.
- Neem voldoende (nacht)kleding, ondergoed en een paar warme sokken mee.
- Neem stevige schoenen of pantoffels mee (om te voorkomen dat u valt).
Zorg ervoor dat u geen make-up draagt (ook geen nagellak).
Pijnstilling
Koop paracetamol voordat u naar het ziekenhuis gaat. Dan heeft u dit alvast in huis.
Vervoer regelen
Na deze behandeling kunt u niet zelf naar huis rijden. Bijvoorbeeld omdat u narcose, een ruggenprik of sedatie heeft gehad, medicijnen heeft gekregen, of omdat u daar lichamelijk nog niet toe in staat bent. Het is daarom handig dat u vooraf regelt dat iemand u naar huis brengt na de behandeling.
Voorbereiding op uw opname
Een goede voorbereiding is voor u en voor ons belangrijk. Op onze webpagina Opname in het ziekenhuis (bij operatie) leest u hoe u zich op uw opname voorbereidt en krijgt u informatie over de gang van zaken in ons ziekenhuis.
Eten en drinken (nuchter zijn)
Het is noodzakelijk dat u voor de operatie een bepaalde periode niet eet of drinkt (‘nuchter’ blijft). Dit geldt als u narcose, een ruggenprik of een zenuwblokkade krijgt. Als u niet nuchter bent tijdens de ingreep, is de kans groter dat er tijdens de ingreep eten en drinken uit uw maag in uw longen terechtkomt. Dit kan leiden tot een ernstige longontsteking. Het is dus belangrijk dat u zich aan onderstaande voorschriften houdt. Als u niet nuchter bent, zullen wij er voor uw veiligheid voor kiezen om de operatie niet door te laten gaan.
Houd u aan de onderstaande voorschriften:
- Tot 6 uren voordat u in het ziekenhuis moet zijn mag u 1 of 2 beschuitjes met jam eten.
Dit betekent dat als u zich bijvoorbeeld om 08.00 uur ’s morgens in het ziekenhuis moet melden, u vanaf 02.00 uur ’s nachts niets meer mag eten. Moet u zich bijvoorbeeld om 14.00 uur ’s middags melden, dan mag u vanaf 08.00 uur ’s morgens niets meer eten.
- Tot 2 uren voordat u in het ziekenhuis moet zijn mag u heldere vloeistoffen drinken. Dit zijn: water, appelsap en thee ZONDER melk. Koffie zonder melk is ook toegestaan.
Dit betekent dat als u zich bijvoorbeeld om 08.00 uur ’s morgens in het ziekenhuis moet melden, u vanaf 06.00 uur ’s morgens niets meer mag drinken. De afgesproken medicatie mag u wel met een slokje water innemen op de dag van de operatie.
Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis en de volgende dag wordt geopereerd, dan zullen de zorgverleners op de afdeling u laten weten vanaf hoe laat u niet meer mag eten en drinken.
Mijn Antonius-account aanmaken
Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntenportaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Heeft u nog geen account? Dan is het handig als u er een aanmaakt. Op onze webpagina Mijn Antonius leest en ziet u hoe u dit eenvoudig doet.
Afzeggen
Bent u verhinderd voor de operatie? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Neem hiervoor telefonisch contact op met de Voorbereiding Opname.
Behandeling
Verdoving (anesthesie)
De operatie wordt onder narcose of met een ruggenprik eventueel in combinatie met een roesje gedaan. Uw arts bespreekt met u welke vorm van verdoving in uw situatie het meest geschikt is. Informatie over de verschillende soorten verdovingen en de gang van zaken leest u op onze webpagina Onder anesthesie.
De operatie
De operatie gebeurt via de vagina. Tijdens de operatie wordt het Calistar-S implantaat in het lichaam gebracht, tussen uw blaas en de voorwand van de vagina of tussen de darm en de achterwand van de vagina. Zo worden uw blaas en baarmoeder (of vaginatop, als u geen baarmoeder meer heeft) teruggebracht naar de natuurlijke plek. En krijgt uw bekkenbodem extra steun op de plek waar het steunweefsel van de vagina en blaas zwak is geworden. Het implantaat wordt vastgemaakt met onoplosbare hechtingen. De vaginawand wordt weer met oplosbaar hechtmateriaal gesloten.
Uw eigen steunweefsel groeit vast aan het implantaat en wordt zodoende verstevigd. Het implantaat ondersteunt de baarmoeder of vaginatop, de voor- en/of achterwand van de vagina, daar waar versteviging noodzakelijk is.
Katheter en vagnale tampon
Katheter
Voor de genezing is het belangrijk om de blaas en de vagina de eerste dag na de operatie zoveel mogelijk te ontzien. Dat betekent dat de blaas niet sterk gevuld mag raken met urine. Daarom krijgt u tijdens de operatie een slangetje (katheter) in de blaas, waardoor de urine kan weglopen in een zakje.
Tampon
Tijdens de operatie wordt ook een vaginale tampon ingebracht om bloeduitstortingen tegen te gaan.
Duur operatie
Hoelang de ingreep duurt is afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie. Over het algemeen duurt de operatie ongeveer 60 tot 90 minuten, soms iets langer.
Risico's tijdens de operatie
- Er kan een beschadiging optreden aan de blaas, urineleiders of de endeldarm. Dit komt zelden voor (1-3%) en is meestal goed te behandelen. De beschadiging wordt tijdens de ingreep weer hersteld.
- Ook kan er onverwacht een bloeding optreden tijdens de ingreep. De kans hierop is ongeveer 1%. Zeer zelden is een tweede operatie nodig om dit te verhelpen. Meestal is het bloedverlies minimaal.
Na de operatie
- Na de ingreep wordt u naar de recovery (uitslaapkamer) gebracht. Hier controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols, bloedverlies en eventueel de wond.
- Als alles in orde is, gaat u weer terug naar de afdeling. De verpleegkundige belt uw contactpersoon om hem of haar op de hoogte te brengen.
- U krijgt dagelijks een prikje om trombose te voorkomen (de vorming van een bloedstolsel in de bloedbaan).
- Het infuus blijft meestal een dag zitten.
- De katheter wordt bij voorkeur om 23:00 uur verwijderd op de dag van de operatie, samen met de vaginale tampon. Tijdens de nacht kunt u dan al een poging doen om goed uit te plassen; waardoor u de volgende dag eventueel op tijd naar huis kunt. Soms wordt besloten de katheter en tampon de dag na de operatie te verwijderen, afhankelijk van het bloedverlies tijdens de operatie en het tijdstip van operatie.
- Soms lukt het niet meteen om de blaas goed leeg te plassen. Daarom controleren we met een echoapparaat of uw blaas helemaal leeg is. Mocht dat niet zo zijn, dan wordt de blaas een paar keer via een eenmalige katheter geleegd. Vaak is dit probleem binnen 1 tot 3 dagen verholpen. Heel soms houdt het langer aan. In dat geval leert u uzelf te katheteriseren (het leegmaken van de blaas via een slangetje), totdat u zelf weer goed kunt plassen. Soms lukt het zelfkatheteriseren niet, dan krijgt u een verblijfskatheter. Het zelfkatheteriseren heeft wel de voorkeur omdat het plassen sneller normaliseert dan bij een verblijfskatheter.
Naar huis
Als u goed herstelt, mag u meestal na 1 tot 2 dagen weer naar huis.
Nazorg
Klachten na de operatie
Check Wenche of onderstaande klachten kunnen/moeten blijven staan?
Pijn en misselijkheid
Na de narcose kunt u last hebben van misselijkheid, braken, keelpijn en heesheid. U hoeft zich hier niet ongerust over te maken. Deze klachten verdwijnen vanzelf na één of twee dagen. Mocht u misselijk worden dan kunt u een medicijn krijgen. Na de operatie start u direct met pijnstilling volgens een schema. Wij raden u aan de pijnstillende medicijnen volgens het schema te nemen, dus ook als u weinig pijn hebt. Goede pijnstilling helpt het herstel en zorgt ervoor dat u wat gemakkelijker kunt bewegen en ontspannen.
Nabloeding/beschadiging
Er kan (zeer zelden) een nabloeding optreden, waarvoor u soms opnieuw moet worden geopereerd. Dit gebeurt bijna altijd binnen een dag na de operatie. Soms wordt ongemerkt een darm, blaas of urineleider beschadigd tijdens een operatie. Belangrijk is dat op tijd te ontdekken. Er is dan meestal een nieuwe operatie nodig. De kans hierop is kleiner dan 1%.
Darmproblemen
De eerste dagen na de operatie gebeurt het soms dat de darmen niet goed werken. Dit kan komen door bloeduitstorting en hechtingen in het operatiegebied. Vaak kan dit goed worden behandeld met extra vocht via het infuus en/of laxerende medicijnen. Het herstel kan hierdoor wat langer duren. Het is belangrijk dat de ontlasting niet te hard is en u niet hoeft te persen. U krijgt hiervoor dan medicijnen die de ontlasting zacht maken.
Klachten met plassen
- Incontinentie bij inspanning
Er kan na de operatie urineverlies ontstaan bij drukverhoging, zoals hoesten en persen (stressincontinentie). Dit komt regelmatig voor. Door een voorwandverzakking kan er een knik ontstaan bij de plasbuis (dit is een bescherming tegen stressincontinentie). Door de operatie wordt de knik opgeheven. De bescherming valt weg en dan kan stressincontinentie ontstaan. Stressincontinentie kan overgaan of verbeteren met bekken- fysiotherapie, maar bij blijvende klachten is er verdere hulp nodig. Dit bespreekt u met uw behandelend arts na de operatie.
- Niet goed uitplassen
Als u niet kunt uitplassen na de operatie, krijgt u opnieuw een katheter of kunt u zelf leren de urine met een katheter (slangetje) te laten weglopen. Als het weefsel weer is hersteld, lukt het vrijwel altijd om gewoon weer zelf te plassen. Meestal is dit probleem na enkele dagen over.
- Aandrangsklachten
Sommige vrouwen hebben toegenomen aandrang om te plassen en moeten soms heel vaak naar de wc. meestal is dit tijdelijk, soms komt het door een blaasontsteking. U kunt hierover overleggen met uw arts.
- Blaasontstekingen
Blaasontstekingen komen regelmatig voor. Hier kunt u via ons of via de huisarts antibiotica voor krijgen.
Pijn
Na een operatie aan een voor- of achterwand hebben vrouwen soms nog een langere periode pijn. Een bloeding in het operatiegebied kan klachten geven en soms ontstaat er een ontsteking. U heeft dan goede pijnstillers nodig. 10 tot 15 % van de vrouwen heeft gedurende de eerste 6 weken na de operatie pijn in het operatiegebied die geleidelijk afneemt. Meestal komt het vanzelf weer goed.
Pijn tijdens seks
Vrijen kan anders aanvoelen na de operatie. Pijn tijdens seks kan na de operatie optreden bij 5% van de patiënten. Mocht u pijn ervaren tijdens de seks, bespreek dan met uw arts wat hier de mogelijke oorzaak van is en hoe dit mogelijk op te lossen is.
Opnieuw een verzakking
Na elke operatie voor een verzakking is er een kans dat er opnieuw een verzakking ontstaat. Dit kan op dezelfde plaats zijn, maar er kan ook een verzakking optreden op een andere plek. De kansen zijn wel kleiner bij een operatie mét een implantaat dan bij een operatie zonder implantaat, namelijk 10 tot 15 % (Wenche, op welke soort operatie slaan deze percentages?).
Complicaties implantaat op de langere termijn
(Wenche, moeten/kunnen onderstaande lange termijn complicaties blijven staan?)
Complicaties die samenhangen met het implantaat kunnen vrij snel na de operatie ontstaan, maar ook pas een jaar of nog langer na de operatie. Onder 'Meer informatie' vindt u achtergrondinformatie over het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over het gebruik van implantaten.
Blootliggen van het implantaat
Een kleiner of groter deel van het implantaat kan zichtbaar zijn in de vagina. Dit hoeft geen klachten te geven. Klachten die kunnen voorkomen, zijn afscheiding, bloedverlies en pijn. Ook kan dit pijnlijk zijn tijdens seks, voor u of uw partner. Dit is een complicatie die soms (2-10 % van de vrouwen) voorkomt, maar meestal goed op te lossen is. Als een klein stukje blootligt, wordt dit behandeld met een vaginale hormooncrème. Zo nodig verwijdert de gynaecoloog een deel van het implantaat. Dit is meestal geen grote operatie en kan vaak poliklinisch of in een dagbehandeling plaatsvinden.
Infectie van het implantaat
Infectie van het implantaat komt met de nieuwe materialen zeer zelden voor (minder dan 1%). Zo nodig moet het implantaat of een deel ervan worden verwijderd.
Ingroei van het implantaat in darm of blaas
Het implantaat kan ingroeien in de darm of de blaas. Dit is een zeldzame complicatie. Mocht dit voorkomen, dan is er een operatie nodig om het materiaal te verwijderen.
Chronische pijn
Er kan chronische pijn ontstaan na deze ingreep. Dit komt niet vaak voor. Het is moeilijk om het hele implantaat weer te verwijderen, omdat eigen weefsel ingroeit. Er zijn wel diverse pijnbehandelingen mogelijk maar het is ook mogelijk dat de pijn nooit (geheel) verdwijnt. Soms is het mogelijk de spanning van het matje te halen door de hechtingen waaraan het matje vastzit door te knippen. Dit geeft ruimte en soms vermindering van de pijn, zonder dat de verzakking direct weer terugkomt.
Herstelperiode thuis
In het ziekenhuis heeft u misschien het gevoel dat u al weer veel kunt, maar eenmaal thuis valt dat vaak tegen. U bent sneller moe en kunt minder aan dan u had verwacht. Het beste kunt u toegeven aan de moeheid en extra rusten. Te hard van stapel lopen heeft meestal een averechts effect. Uw lichaam geeft aan wat u kunt en wat niet.
Hoe lang uw herstel duurt verschilt van vrouw tot vrouw. Sommige vrouwen zijn na 6 weken hersteld, bij anderen vergt het een half jaar of nog langer voordat zij zich weer de oude voelen. Hieronder vindt u een aantal zaken waar u de eerste periode na uw operatie rekening mee moet houden.
Bloederige afscheiding
De eerste weken kunt u nog wat bloed of bloederige afscheiding verliezen. Als u dat wilt, kunt u 2 keer per dag met de douche de buitenkant van de vagina schoonspoelen. Verliest u meer bloed dan bij een normale menstruatie, neem dan contact op met uw arts.
Pijn
Bij pijn kunt u zo nodig paracetamol gebruiken (maximaal 4 x 1000 mg per dag). Ons advies is om dit de eerste weken sowieso te gebruiken, ook al heeft u weinig pijn.
Zwemmen/baden/douchen
U mag direct na de operatie douchen. Wacht met het nemen van een bad of met zwemmen tot de bloederige afscheiding uit de vagina is gestopt en gebruik in deze periode geen tampons.
Seks
Om goed te herstellen na de operatie is het belangrijk dat er de eerste 6 weken niets in de vagina komt. Gebruik daarom geen tampons en wacht ook met het hebben van seks tot na die 6 weken.
Ontlasting
Het is belangrijk dat u na de operatie een vlotte stoelgang heeft en niet hoeft te persen tijdens de ontlasting. Daarom krijgt u bij ontslag uit het ziekenhuis een recept mee voor een medicijn die uw darmwerking bevordert en uw ontlasting zacht houdt. U kunt de dosering zelf naar behoefte aanpassen. Drink daarnaast voldoende water; gemiddeld 2 liter per 24 uur. Lees ook deze toiletadviezen.
Medicatie
Bij een vaginaal implantaat krijgt u tijdens de eerste 2 weken na de operatie elke dag een tablet Synapause (via de mond) die het herstel van de wond bevordert. Vervolgens gaat u weer verder met de vaginale crème of vaginale zetpillen die u voor de operatie ook gebruikte. Dit doet u 2x per week tot 3 maanden na de operatie.
Autorijden
Uw reactievermogen kan tijdelijk verminderd zijn. Gaat u daarom goed na of dit (weer) in orde is voordat u gaat autorijden. Ook zitten kan nog te pijnlijk zijn. Wanneer uw reactievermogen op orde is en zitten niet te pijnlijk meer is, kunt u weer autorijden.
Werken
U wordt geadviseerd 6 weken niet te werken. Als u zich dan nog niet fit voelt, overleg dan met uw gynaecoloog, huisarts of bedrijfsarts.
Bekkenfysiotherapie
Bekkenfysiotherapie is een essentieel onderdeel van uw behandeling en heeft zowel voor als na de ingreep invloed op uw herstel. Vooral in de eerste 6 weken na de operatie is het belangrijk dat u niet (bewust of onbewust) meer buikdruk zet dan u kunt opvangen met uw bekkenbodemspieren. Factoren die de kans op een nieuwe verzakking vergroten moet u proberen te vermijden, zoals:
- veel persen tijdens de ontlasting;
- geen juiste opvang van de buikdruk;
- longaandoening in combinatie met een verkeerde hoesttechniek;
- slechte tiltechniek (bijvoorbeeld bij het optillen van een kind).
Een bekkenfysiotherapeut kan de functie van uw bekkenbodemspieren beoordelen, een oefenprogramma op maat voor u maken en u adviezen geven voor uw dagelijks leven. Op die manier kan bekkenfysiotherapie bijdragen om een nieuwe verzakking na de operatie te voorkomen. Heeft u nog geen verwijzing gekregen? Vraag hier dan om bij uw gynaecoloog.
Belafspraak
Een week na de ingreep krijgt u een belafspraak bij een bekkenbodemverpleegkundige. Zij bespreekt met u het beloop en staat stil bij vragen. Het is belangrijk dat u eventuele klachten meldt.
Controleafspraak
Als u toestemming geeft voor het gebruik van een vaginaal implantaat (Calistar-S vaginale mesh), willen we u na de officiele nacontrole (6 a 8 weken na de operatie), graag nog een aantal keren terug zien, om zeker te weten dat het implantaat u goed bevalt. De voglende bezoeken na de operatie zijn standaard en vinden plaats n:
- 6-8 weken (dit is standaard na een verzakkingsoperatie)
- 12 maanden/1 jaar (dit is standaard na een verzakkingsoperatie met implantaat)
- 24 maanden/2 jaar (dit is standaard na een verzakkingsoperatie met implantaat)
- 36 maanden/3 jaar (dit is standaard na een verzakkingsoperatie met implantaat)
Bij elk bezoek wordt u onderzocht en stellen we u een aantal vragen. Dit gebeurt ook met digitale vragenlijsten. Zo kunnen wij de resultaten van de operatie beoordelen. We vragen u of u tevreden bent met het resultaat. We onderzoeken of uw bekkenbodem goed werkt. We vragen hoe uw kwaliteit van leven is en of u gezondheidsproblemen hebt gehad na de operatie. Mochten er na de periode van 3 jaar toch nog klachten ontstaan, dan adviseren wij u om contact met uw behandelend arts/gynaecoloog op te nemen.
Vragenlijsten na de operatie (Wenche, moet onderstaande zin erin blijven?)
Wij streven ernaar onze zorg steeds te verbeteren. Dit doen we onder andere door vragenlijsten na de operatie op te sturen. Wij stellen het erg op prijs als u deze vragenlijst kunt invullen.
Contact opnemen
Vermoedt u dat u een blaasontsteking heeft, neem dan contact op met de huisarts. Gaat plassen moeizaam, heeft u aanhoudende pijnklachten, verliest u meer bloed dan bij een normale menstruatie, krijgt u koorts en buikpijn, heeft u dringende vragen of bent u ongerust? Neem dan gerust contact op.
Eerste week na ontslag
- Tijdens kantooruren met de poli Gynaecologie, T 088 320 62 00
- Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.
Na 1e week na ontslag
- Tijdens kantooruren met de poli Gynaecologie, T 088 320 62 00.
- Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.
Expertise en ervaring
Specialistisch team
De gynaecologen van het St. Antonius Ziekenhuis hebben ieder hun eigen aandachtsgebied waaronder bekkenbodemproblematiek, verzakking en incontinentie. Zij werken nauw samen met andere specialisten in het ziekenhuis om u de zorg te bieden die u nodig heeft. Ook werken ze met de nieuwste behandelmethoden en volgen zij de recente ontwikkelingen op hun vakgebied. Zo kan het zijn dat u eventueel verwezen wordt naar een uroloog, colorectaal chirurg, continentieverpleegkundige, bekkenfysiotherapeut en/of seksuoloog. Zij zijn onderdeel van ons bekkenbodemteam.
Persoonlijk en betrokken
Wij vinden het belangrijk dat u zich op uw gemak voelt. Daarom proberen we uw afspraken zoveel mogelijk bij een vaste behandelaar in te plannen. Een behandelplan stellen wij graag samen met u op maat samen.
Hoofdbehandelaar
Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk gezien. Er is echter altijd één medisch specialist eindverantwoordelijk voor de medische behandeling: de ‘hoofdbehandelaar’. Het is voor u dus belangrijk om te weten wie dit is. Wilt u weten wie uw hoofdbehandelaar is? Vraag dit dan aan de zaalarts of verpleegkundig specialist.
Het filmpje Wie is uw hoofdbehandelaar? geeft u meer informatie hierover.
Veilige zorg in het ziekenhuis
In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:
Lees meer over veilige zorg in het ziekenhuis
- Welke medicijnen u gebruikt.
- Of u allergieën heeft.
- Of u (mogelijk) zwanger bent.
- Als u iets niet begrijpt.
- Wat u belangrijk vindt.
- Als u iets ziet wat niet schoon is.
Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek
Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.
Meer informatie
Het Calistar-S implantaat
Het Calistar-S implantaat is gemaakt van een bepaald soort kunststof, wat polypropyleen heet. Het bestaat uit gladde draden (monofilament, een draad die bestaat uit een enkele vezel), met grote openingen ertussen en heeft 4 armen (zie afbeelding 1 hieronder). Aan de voorste 2 armen zit een ankertje waarmee het implantaat vastgemaakt wordt aan de voorzijde van het bekken. De achterste 2 armen worden met een draad en een anker verbonden aan de achterzijde van het bekken. Zie in afbeelding 2 hieronder weergegeven.
<invoegen afbeeldingen 1 en 2, eventueel door Ietje laten maken, na Ietje's vakantie, na 19/9>
Het implantaat is al sinds 2015 te koop. Het implantaat werd wereldwijd per januari 2025 al 33875 keer verkocht (waarvan 21149 binnen Europa). Uit onderzoek blijkt de tevredenheid bij patiënten hoog (90% heeft geen gevoel van verzakking meer na de operatie en ook bij lichamelijk onderzoek een goed resultaat).Problemen na de operatie (complicaties) kwamen weinig voor (leer meer hieronder in deze folder onder 'mogelijke complicaties'). We zien dit ook terug in de voorlopige resultaten van een lopend Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van Calistar-S. Dit onderzoek is nog niet klaar, maar het lijkt erop dat ook in Nederland weinig problemen zijn met dit implantaat.
Medisch hulpmiddel
Het Calistar-S vaginale implantaat valt wettelijk gezien onder de definitie 'medisch hulpmiddel'. Een 'notified body' (zogenaamde 'aangemelde instantie') heeft vastgesteld dat dit implantaat voldoet aan de eisen binnen de wet- en regelgeving voor medische hulpmiddelen binnen Europa en heeft een CE certificering afgegeven. De IGJ houdt samen met collega EU-inspectiediensten toezicht op fabrikanten, die een medisch hulpmiddel op de Europese markt hebben en op de 'notified body's'. Gezien de gebleken problemen bij eerdere generaties vaginale implantaten heeft de IGJ extra aandacht en waakzaamheid voor de veiligheid van dit type implantaat. Zie voor meer info: www.igj/onderwerpen/bekkenbodemmatjes
Rapport van de Inspectie Gezondheidszorg over implantaten
In juli 2013 verscheen een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over implantaten. De conclusie is dat er een aantal vrouwen (2%) ernstige klachten heeft gekregen na een operatie met een implantaat. Het rapport gaat over de vaginale implantaten, maar vraagt ook aandacht voor implantaten die via de buik zijn ingebracht. Er zijn namelijk ook klachten gekomen over implantaten die via de buik zijn ingebracht.
Afspraken voor wie en door wie
Het conclusies uit het rapport van de IGZ sluiten aan bij dat van de Nederlandse Vereniging van Gynaecologen (NVOG). De NVOG heeft een aparte nota geschreven over het gebruik van implantaten. Hierin staat wie in aanmerking komen voor een implantaat. In Nederland zijn we terughoudend met het gebruik van implantaten voor verzakkingen. Vrouwen die een grote kans hebben om opnieuw een verzakking te krijgen of die eerder een verzakking hebben gehad, komen in aanmerking. Er zijn ook voorwaarden gesteld aan de ervaring van de operateur. (Wenche, kan dit eruit, hebben we eigenlijk eerder in de tekst al uitgelegd)
Om problemen met het implantaat nauwkeurig in de gaten te houden, mogen we de synthetische matjes alleen maar in studieverband plaatsen. Uw arts zal u hierover (ook schriftelijk) informeren. Dit houdt in, dat wanneer u kiest voor een synthetisch matje, u zult moeten deelnemen aan de studie waarbij u tot 5 jaar na de operatie onder controle blijft. (Wenche, is dit nog steeds het geval, moet deze tekst blijven staan?)
Meldpunt en Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten
Pacemakers, fillers, liesbreukmatjes maar ook vaginale matjes zijn voorbeelden van implantaten. Een implantaat kan (net als een geneesmiddel) bijwerkingen veroorzaken. Het is belangrijk dat implantaten veilig zijn en vroegtijdige melding kan daarbij helpen. Als er gezondheidsklachten zijn bij een implantaat, meld dit dan ook bij het Meldpunt en Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten (MEBI) (link/url invoegen)
Registratie van het lopende Nederlandse Calistar-S onderzoek
Informatie over het lopende Nederlandse onderzoek naar Calistar-S is opgenomen in een overzicht van medische-wetenschappelijke onderzoeken namelijk https://onderzoekmetmensen.nl/nl. U vindt het betreffende onderzoek onder nummer: NL69695.100.20.
Bewaren en gebruik van gegevens voor registratie
Uw arts is verplicht de implantaat-operaties en resultaten van die operaties landelijk te registreren in het Landelijk implantatenregister (LIR) en de Nederlandse Gynaecologische Registratie (NGR) . Als er problemen zijn met een implantaat kan dan spoedig worden achterhaald welke patiënten dat implantaat hebben gekregen. Zo kunnen we de zorg verbeteren. Heeft u bezwaar tegen het registreren van uw gegevens? Laat uw behandelend arts dit weten.
Meer informatie over uw rechten bij verwerking van gegevens
Bij vragen of klachten over de verwerking van uw persoonsgegevens raden wij u aan contact met ons op te nemen. Dit kan via deze link (link naar Functionaris Gegevensbescherming) Check of we deze link kunnen maken, zoniet alternatief geven.
Wilt u meer lezen?
- Patiëntenfolder opgesteld door de NVOG: 'Vaginaal implantaat voor een verzakking'.
- Publiekssamenvatting en persbericht IGZ: 'Bekkenbodemmatjes: ernstige complicaties vereisen terughoudend gebruik transvaginale mesh'.
- NVOG-richtlijn Prolaps
Verantwoording
Deze informatie is gebaseerd op de IGZ en NVOG-richtlijn Prolaps, februari 2025. (link naar nieuwe richtlijn hierboven toevoegen)
Meer informatie
Website deGyneacoloog
Bekijk ook de filmpjes over urineverlies en verzakking.